ECLI:NL:RBMNE:2022:4335

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
1 november 2022
Zaaknummer
10073916
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning wegens ernstige overlast door de huurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Cazas Wonen en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eisende partij, Cazas, vorderde de ontruiming van de woning van [gedaagde] vanwege ernstige overlast die hij sinds november 2021 zou veroorzaken voor omwonenden. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang voor de verhuurder, aangezien de overlast de woonomgeving van andere huurders ernstig verstoorde. Cazas had herhaaldelijk geprobeerd om hulpverlening voor [gedaagde] in gang te zetten, maar deze was door hem geweigerd. De kantonrechter concludeerde dat de overlast zo ernstig was dat het aannemelijk was dat in een eventuele bodemprocedure de huurovereenkomst zou worden ontbonden. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, met een termijn van 28 dagen voor [gedaagde] om de woning te verlaten. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Cazas, die op €753,43 werden begroot. De uitspraak benadrukt de verplichting van huurders om zich als goed huurder te gedragen en de verantwoordelijkheid van verhuurders om een veilige en rustige woonomgeving te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10073916 UV EXPL 22-182 SV/40160
Kort geding vonnis van 28 september 2022
inzake
de stichting
Stichting Cazas Wonen,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen: Cazas,
eisende partij,
gemachtigde: mr. P.F.M. Broos,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M. Rotgans.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 september 2022 met productie 1 tot en met 18
  • de aanvullende producties 19 tot en met 23 van Cazas
  • de conclusie van antwoord met productie 1 tot en met 3
  • de mondelinge behandeling op 13 september 2022
  • de pleitnota van de gemachtigde van Cazas.
1.2.
Het kort geding is mondeling behandeld op 13 september 2022. Cazas werd vertegenwoordigd door [A] , werkzaam bij Cazas als [functie] . Zij werd bijgestaan door mr. M.H. Andreae, kantoorgenoot van de gemachtigde, mr. Broos.
De heer [gedaagde] was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. Rotgans. Ook
[B] , [.] , en [C] , werkzaam bij [instelling] , waren voor [gedaagde] aanwezig. De griffier heeft aantekeningen gemaakt.
1.3.
Daarna volgt dit vonnis.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
[gedaagde] huurt sinds 2 april 2007 een woning van (de rechtsvoorgangster van) Cazas aan de [straat 1] [nummeraanduiding 1] in [plaats] (de woning).
2.2.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] de woning moet verlaten vanwege door hem veroorzaakte overlast voor omwonenden.
2.3.
Cazas vordert namelijk de veroordeling van [gedaagde] om de woning te ontruimen en ter vrije beschikking aan Cazas te stellen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. Cazas legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] al vanaf november 2021 ernstige overlast veroorzaakt en niet in staat is zich als goed huurder te gedragen. De overlastklachten bestaan onder meer uit het schreeuwen en bonken in de woning, slaan met deuren en gooien met spullen, zowel overdag als ’s nachts. Cazas stelt dat [gedaagde] , ondanks herhaalde sommaties om zijn overlastgevende gedrag te verbeteren, zijn gedrag niet heeft aangepast. Cazas stelt dat zij [gedaagde] herhaaldelijk op de mogelijkheid heeft gewezen om een beroep te doen op hulpverlening en ondersteuning bij het stoppen van de overlast, maar dat hij dit heeft nagelaten. De overlast gaat nog steeds door en is volgens Cazas zodanig dat ontruiming van de woning op korte termijn noodzakelijk is.
2.4.
[gedaagde] voert verweer en stelt dat een spoedeisend belang ontbreekt. [gedaagde] stelt voorts dat hij door Cazas ten onrechte wordt aangemerkt als een gewaarschuwd huurder die vele kansen heeft laten liggen. Bovendien waren de meldingen van de bovenbuurvrouw en de melding van het taser-incident op 24 juni 2022 kennelijk geen reden voor Cazas om een kort geding te starten, terwijl de situatie sindsdien niet is veranderd.
2.5.
[gedaagde] betwist de door Cazas genoemde overlastklachten. Indien wordt geoordeeld dat sprake is van een spoedeisend belang en een tekortkoming door [gedaagde] , dan doet hij een beroep op de bijzondere aard en de geringe ernst van de tekortkoming, waardoor ontruiming niet gerechtvaardigd is. [gedaagde] meent dat bij de belangenafweging in dat beoordelingskader, zijn belang dient te prevaleren boven het belang van Cazas. [gedaagde] erkent dat hij kampt met psychische problemen maar hij bestrijdt dat hij alle aangeboden hulp weigert. [gedaagde] stelt dat Cazas onvoldoende stappen heeft gezet voor de benodigde hulpverlening en als deze stappen wel voldoende zijn geweest, dat de ingezette hulpverlening nog te weinig ruimte heeft gekregen om effect te sorteren. [gedaagde] heeft op 18 mei 2022 een intake gehad bij het ACT team van [instelling] en is daarna twee keer vrijwillig opgenomen geweest. Recent is besloten een zorgmachtiging aan te vragen, zodat [gedaagde] opgenomen kan worden in een kliniek. Het duurt echter zes tot acht weken voordat de zorgmachtiging wordt afgegeven. Inmiddels is al wel een behandelrelatie met [instelling] ontstaan. De behandelend psycholoog geeft aan dat [gedaagde] de voorgeschreven medicatie inneemt en dat het vertrouwen in de behandelaars groeit. Voor een bestendige behandeling is het behoud van de woning noodzakelijk. [gedaagde] wijst er verder op dat hij al bijna vijftien jaar lang in het gehuurde woont en dat er tot de meldingen van de bovenbuurvrouw nooit problemen zijn geweest.

3.De beoordeling

3.1.
Voor toewijzing van een vordering in kort geding moet het in hoge mate waarschijnlijk zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen. Daarnaast moet sprake zijn van een spoedeisend belang.
3.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het spoedeisend belang gegeven met de aard van de vordering. Cazas heeft er namelijk belang bij dat een eventuele overlast gevende situatie zo snel mogelijk wordt beëindigd omdat uit de verklaringen van de direct omwonenden van [gedaagde] volgt dat zij in hoge mate hinder ondervinden van het gedrag van [gedaagde] . Cazas heeft als verhuurder de verplichting om aan haar huurders het rustige woongenot te verschaffen. Hierbij acht de kantonrechter van belang dat Cazas heeft gesteld dat [gedaagde] over een langere tijd regelmatig - vrijwel dagelijks - overlast gevend gedrag vertoont en dat hij geen verbetering laat zien. Omwonenden voelen zich angstig door het onvoorspelbare gedrag van [gedaagde] . Cazas heeft verder voldoende aannemelijk gemaakt dat zij heeft geprobeerd hulpverlening voor [gedaagde] in gang te zetten. Cazas heeft in december 2021 een melding gedaan bij [...] van de gemeente, maar de aangeboden hulp is door [gedaagde] geweigerd. Uit de omstandigheid dat er na de eerdere meldingen en het taser-incident op 24 juni 2022 geen kort geding was gestart, volgt niet dat Cazas geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Cazas heeft onweersproken gesteld dat zij na het taser-incident eerst de bij [instelling] gestarte behandeling wilde afwachten en daarover informatie bij de hulpverleningsinstanties heeft opgevraagd. Ondanks de opgestarte hulpverlening vond er op 12/13 augustus 2022 weer een incident plaats waarvan de omwonenden opnieuw melding deden bij Cazas. Ook heeft Cazas gemotiveerd gesteld dat ook na het uitbrengen van de dagvaarding op 2 september 2022, weer overlast is gemeld en dat de situatie nog immer niet is verbeterd. Gelet op de voortdurende overlast kan van Cazas niet worden verwacht dat zij eerst de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Cazas heeft dan ook een spoedeisend belang bij de vordering.
3.3.
Vervolgens moet beoordeeld worden of al dan niet aannemelijk is dat in een na dit kort geding eventueel te voeren bodemprocedure, de kantonrechter tot het oordeel zal komen dat [gedaagde] zodanige ernstige overlast heeft veroorzaakt dat de huurovereenkomst om die reden moet eindigen. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is en zal hierna uitleggen waarom.
3.4.
Een huurder is verplicht zich als goed huurder te gedragen. Dit houdt in dat een huurder zich aan de afspraken in de huurovereenkomst moet houden en geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken. Als een huurder in strijd hiermee handelt, dan komt hij zijn verplichting om zich als goed huurder te gedragen niet na.
3.5.
Uit de door Cazas overgelegde stukken blijkt dat [gedaagde] vanaf november 2021 ernstige overlast veroorzaakt voor omwonenden. Cazas heeft verschillende overlastmeldingen overgelegd die afkomstig zijn van meerdere omwonenden, in het bijzonder van de bovenbuurvrouw (nr. [nummeraanduiding 2] ) die van de overlast een logboek heeft bijgehouden. De meldingen betreffen onder meer schreeuwen en schelden, bonken, slaan met deuren, harde muziek en stankoverlast van wiet. Uit de meldingen van de bovenbuurvrouw blijkt dat het overlastgevende gedrag vrijwel dagelijks, zowel overdag als ’s nachts plaatsvindt, waarvoor ook de politie herhaaldelijk is opgeroepen. Naar aanleiding van een buurtonderzoek door Cazas hebben meerdere omwonenden, waaronder bewoners van woningen aan de [straat 2] , op 22 april 2022 gemeld dat zij last hebben van het gedrag van [gedaagde] , dat onder meer bestaat uit ’s nachts schelden en gooien met deuren. De omwonende op nr. [nummeraanduiding 3] in het wooncomplex van [gedaagde] , mevrouw [D] , meldt op 22 april 2022 - ondanks dat haar woning niet direct aan de woning van [gedaagde] grenst - dat zij bijna dagelijks overlast van [gedaagde] ervaart, die bestaat uit schreeuwen/schelden en gooien met deuren. Daarna hebben omwonenden gemeld dat er op 24 juni 2022 een incident is geweest waarbij [gedaagde] schreeuwend zijn woning verliet, hij dreigde met een mes of een zwaard, waarna de politie een taser moest gebruiken om hem in bedwang te houden. Vervolgens zijn er weer meldingen bij Cazas gedaan. Uit het logboek dat de bovenbuurvrouw van 3 tot en met 10 augustus 2022 heeft bijgehouden, volgt dat de overlast blijft voortduren. [gedaagde] heeft op 30 augustus 2022 een woede-aanval gehad waarvoor de politie is opgeroepen en de directe buurman [E] (nr. [nummeraanduiding 4] ) meldt dat zijn buitendeur toen door [gedaagde] is gebarricadeerd. Uit recentere meldingen van de bovenbuurvrouw blijkt dat de overlast ook nadat [gedaagde] de dagvaarding heeft ontvangen nog doorgaat. [gedaagde] vindt de gestelde overlastklachten niet juist, maar hij heeft dit persoonlijk niet nader toegelicht, omdat hij de mondelinge behandeling voortijdig heeft verlaten omdat het hem te veel werd. [gedaagde] heeft de door Cazas gestelde overlast daarom onvoldoende gemotiveerd weersproken. De kantonrechter komt dan ook tot het voorlopig oordeel dat sprake is van dusdanig ernstige en structurele overlast, op grond waarvan het aannemelijk is dat de bodemrechter de huurovereenkomst zal ontbinden vanwege een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst.
3.6.
Van Cazas kan niet gevergd worden dat deze situatie in afwachting van een bodemprocedure nog langer blijft voortduren. Cazas is ook ten opzichte van haar overige huurders verantwoordelijk voor een ongestoord woongenot en een veilige woonomgeving. Het belang van [gedaagde] om de woning te kunnen blijven gebruiken, moet daarvoor wijken. De kantonrechter onderkent dat [gedaagde] een groot belang heeft bij het behoud van zijn woning en dat dit belangrijk is voor een positief effect van zijn behandeling. Ook al staat [gedaagde] sinds een intake bij het ACT team op 18 mei 2022 weer onder medische behandeling en neemt hij volgens de verklaring van de psycholoog de voorgeschreven medicatie in, toch zorgt [gedaagde] tot kort voor de zitting voor ernstige overlast. Hoewel recent een zorgmachtiging is aangevraagd, zodat [gedaagde] verplicht kan worden opgenomen, wordt hiermee geen rekening gehouden, omdat onduidelijk is of en wanneer [gedaagde] opgenomen zal worden. Op dit moment zijn er dan ook onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat het overlastgevende gedrag op korte termijn zal eindigen. Het belang van Cazas bij de ontruiming weegt in deze situatie zwaarder dan het belang van [gedaagde] om in de woning te mogen blijven.
3.7.
Gelet op het voorgaande ziet de kantonrechter aanleiding om op de beëindiging van de huurovereenkomst vooruit te lopen en de gevorderde ontruiming in deze procedure toe te wijzen. Het is duidelijk is dat dit tot de onwenselijke situatie leidt dat [gedaagde] daardoor niet langer de beschikking heeft over eigen woonruimte, terwijl er op dit moment ook nog geen geschikte andere woonruimte voor hem is gevonden. Cazas heeft op de zitting desgevraagd verklaard dat als [gedaagde] geen overlast meer bezorgt, zij niet zal overgaan tot ontruiming. De termijn voor ontruiming wordt - anders dan gevorderd - gesteld op 28 dagen na betekening van dit vonnis, teneinde [gedaagde] en de hulpverlening in staat te stellen een passende oplossing te vinden.
3.8.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Cazas worden begroot op:
- dagvaarding € 127,43
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde €
498,00(tarief eenvoudig kort geding kanton)
Totaal € 753,43
De gevorderde nakosten worden op de hierna te vermelden wijze toegewezen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
geeft de volgende onmiddellijke voorziening:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woning aan de [straat 1] [nummeraanduiding 1] te [plaats] met al wie en al wat zich daarin vanwege [gedaagde] bevindt, binnen 28 dagen na de betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten, en de woning, onder afgifte van alle sleutels van de woning, geheel ter vrije beschikking van Cazas te stellen;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Cazas, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 753,43, waarin begrepen € 498,00 aan salaris gemachtigde;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Cazas volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 28 september 2022.