Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat de zaak over?
[gedaagde] om aan de gemeente te voldoen het bedrag van € 4.444,37, dat bestaat uit een hoofdsom van € 3.809,48, een bedrag aan rente vanaf 5 april 2020 tot de dagvaarding en € 612,20 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de dagvaarding tot de dag dat alles betaald is en met veroordeling van
in de proceskosten.
3.De beoordeling
in conventie en in reconventie:
4.De beslissing
€ 4.421,68, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.809,48 vanaf 5 april 2020 tot de voldoening;