ECLI:NL:RBMNE:2022:4329

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 november 2022
Publicatiedatum
1 november 2022
Zaaknummer
96/222896-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ernstige verkeersdelicten met opzet en gevaar voor anderen

Op 1 november 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 augustus 2020 in Nieuwegein als bestuurder van een auto meerdere verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden. De verdachte negeerde een wegafzetting en reed met een te hoge snelheid over een weekmarkt, waarbij hij rakelings langs personen reed, die moesten wegspringen om niet geraakt te worden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde en dat zijn gedrag levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was. De officier van justitie had een taakstraf van 80 uren geëist, maar de rechtbank besloot tot een taakstraf van 60 uren, rekening houdend met de lange duur van de procedure. Daarnaast werd de verdachte een rijontzegging van 6 maanden opgelegd. De rechtbank achtte het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, terwijl het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen werd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 96/222896-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 1 november 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1990] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 oktober 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. F. Leeman en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. A.M.P.M. Adank, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:op 25 augustus 2020 te Nieuwegein zich zodanig in het verkeer heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchtten was;
subsidiair:op 25 augustus 2020 te Nieuwegein als bestuurder van een personenauto door zijn gedragingen gevaar op de weg heeft veroorzaakt dan wel het verkeer op de weg heeft gehinderd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde, omdat volgens hem niet is voldaan aan het vereiste van dubbel opzet.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Proces-verbaal aanrijding overtreding
Datum: 25 augustus 2020
Betrokkene 1, [verdachte] , rode Peugeot, reed over de Florijnburg, komende uit de richting van de Dukatenburg. Er was een weekmarkt gaande op de Florijnburg te Nieuwegein, waardoor betrokkene 1 over de markt reed waar veel mensen op de been waren. De mensen die op de weekmarkt liepen moesten uitwijken voor de rode Peugeot. De markt was afgesloten met palen. Hij is via de Dukatenburg langs de paaltjes gereden om de markt op te komen. Verderop is het voertuig tot stilstand gekomen tegen een vaste pilaar. [2]
Voertuig: personenauto. [3]
Ter zitting heeft verdachte onder meer verklaard:
U wijst mij op de bijlage bij een proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] van 25 augustus 2020. Hierop is een route ingetekend die zou zijn gereden en u vraagt mij of deze gereden route klopt.
Het klopt dat ik deze route heb gereden, alleen de knik of bocht in het midden, die was er volgens mij niet. [4]
De verklaring van verdachte bij de politie
Ik heb een afslag eerder genomen. Ik zag wel een wagen staan, maar ik had niet door dat er markt was. Ik was echt bang, maar reed niet hard. Hooguit tussen de 20 tot 30 kilometer per uur. Ik herinner mij nu dat ik iemand nog hoorde roepen dat ik daar niet mocht rijden. Ook weet ik nog dat er iemand van mogelijk een beveiligingsbedrijf mij een stopteken gaf. Pas later had ik door dat ik op de markt reed. Ik weet nog dat ik een stuk had waar niemand liep waarbij ik iets harder ben gaan rijden, maar niet meer dan 30 kilometer per uur. [5]
P : Hoeveel drugs heb je de afgelopen 48 uur gebruikt?
V : 5 joints.
P : Gebruik je regelmatig drugs?
V : Ja.
P : Met welke regelmaat gebruik je deze drugs?
V : Regelmatig THC. [6]
De verklaring van getuige [getuige 1]
Ik hoorde haar zeggen:
- ik was echt net op tijd weggesprongen;
- ik liep bij de groentekraam en ik was onderweg om de markt af te lopen;
- de auto reed echt heel hard;
- ik zag ook een moeder met kinderen naast mij, die waren ook net op tijd aan de kant
gesprongen. [7]
De verklaring van getuige [getuige 2]
Ik hoorde haar het volgende zeggen:
Nou ik ben echt geschrokken. Ik stond met mijn fiets bij de snoepkraam om snoepjes
te kopen. Ik zag in mijn ooghoek een rode auto mijn kant opkomen. Ik zag dat hij heel hard op mij af kwam en ik hoorde hem extra gas geven. Ik ben uiteindelijk met mijn fiets net op tijd weggesprongen. Ik hoorde dat hij verderop weer gas gaf en ik zag toen dat de rode auto tegen de muur botste. Ik denk dat hij wel 50km per uur reed. [8]
De verklaring van getuige [getuige 3]
Ik zag dat er een rode Peugeot van rechts, komende van de Florijnenburg, de markt op reed. Ik zag dat de rode Peugeot rakelings langs de kraampjes reed, ik zag dat hij best hard reed. Ik zag dat hij met deze snelheid de hele markt over was gereden en dat hij vervolgens klem kwam te zitten tussen een gevel en een pilaar. [9]
Bloedonderzoek bij verdachte
De verdachte gaf mij op te zijn genaamd: [verdachte] . [10] Op dinsdag 25 augustus 2020 om 12:37 uur, heeft de arts in aanwezigheid van mij, [verbalisant 2] , van de verdachte bloed afgenomen. Ik heb de bloedmonsters voorzien van een genummerde en op naam gestelde SIN-sticker TABF4868NL. [11]
Het rapport drugs in het verkeer
Meetbare stof
Eindresultaat in bloed (TABF4868NL)
Rapportage eenheid
THC
1,8
microgram per liter [12]
Bewijsoverweging
Voor de beantwoording van de vraag of bewezen kan worden dat verdachte artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) heeft overtreden, moet worden beoordeeld of 1) verdachte de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden, 2) hij dat opzettelijk heeft gedaan, en 3) daardoor gevaar was te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen.
1.
Ernstige schending verkeersregels
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte over een weg heeft gereden waar een weekmarkt plaatsvond. De weg was afgezet met rood-witte palen. Verdachte is langs deze palen gereden en heeft met onverminderde snelheid, die te hoog was voor de situatie ter plaatse, langs de marktkraampjes gereden. Deze gedragingen zijn naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als de in artikel 5a, eerste lid, onder m WVW bedoelde gedragingen. Met deze gedragingen heeft verdachte meerdere verkeersregels geschonden die belangrijk zijn voor de verkeersveiligheid. Daardoor is sprake geweest van ernstig verkeersgevaarlijk gedrag.
2)
Opzettelijk
Voor een overtreding van artikel 5a WVW moet het opzet van verdachte gericht zijn op zowel het schenden van de verkeersregels als op het in ernstige mate schenden van die regels. De rechtbank is van oordeel dat het rijden met een (voor de situatie ter plaatse) te hoge snelheid niet anders dan opzettelijk kan worden gedaan. Hetzelfde geldt voor het negeren van de rood-witte palen. Daarbij komt dat verdachte ook zelf heeft verklaard dat hij over de weekmarkt met marktkraampjes, tussen de rood-witte palen door, is gereden. Hoewel verdachte een persoon op de markt hoorde roepen dat verdachte daar niet mocht rijden, heeft hij de auto niet tot stilstand gebracht, omdat hij weg wilde van personen met wie hij eerder een conflict had. Verdachte moet zich er vanaf het begin van bewust zijn geweest dat hij de verkeersregels in ernstige mate schond.
3)
Gevaar te duchten
Voor het vaststellen dat er levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was, moet het gevaar ten tijde van het handelen naar algemene ervaringsregels voorzienbaar zijn geweest. Verdachte reed rakelings langs personen, waaronder kinderen, op de weekmarkt, waardoor zij aan de kant moesten springen om niet geraakt te worden. Dit rechtvaardigt de reële vrees dat een aanrijding had kunnen plaatsvinden en daarbij personen zwaar lichamelijk letsel hadden kunnen oplopen of zelfs hadden kunnen overlijden.
Conclusie
De rechtbank is op basis van het geheel van de gedragingen van verdachte van oordeel dat verdachte met opzet en met groot gevaar voor anderen in ernstige mate verkeersgedragsregels heeft overtreden. Dit betekent dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
(primair)
op 25 augustus 2020 te Nieuwegein, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Florijnburg, komende uit de richting van de Dukatenburg en gaande in de richting van de Batauweg, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- na voorafgaand gebruik van THC,
- de Florijnburg op te rijden, waar op dat moment een weekmarkt gaande was, die aan beide zijden was afgesloten voor auto's/motorvoertuigen middels rood-witte palen en
- daarbij met een hogere snelheid dan voor een veilig verkeer ter plaatse (gelet op de aanwezige markt) verantwoord was, langs de voornoemde rood-witte palen te rijden en vervolgens over de weekmarkt op de Florijnburg te rijden en
- daarbij met onverminderde snelheid rakelings langs de aanwezige marktkraampjes te rijden en
- daarbij met onverminderde snelheid rakelings langs en/of in de richting van personen te rijden, waardoor personen moesten wegspringen/aan de kant moesten springen om niet geraakt te worden,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 80 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 40 dagen hechtenis,
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat een taakstraf op zijn plaats is. Voor wat betreft de hoogte van de taakstraf refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van het feit
Verdachte heeft als bestuurder van een auto opzettelijk meerdere verkeersregels in ernstige mate geschonden. Hij heeft een wegafzetting genegeerd, is met zijn auto de afgesloten weg opgereden en is met een voor de situatie ter plaatse te hoge snelheid over de markt gereden. Vervolgens is hij rakelings langs personen gereden, die aan de kant moesten springen om de auto van verdachte te ontwijken. Door zo te handelen heeft verdachte onaanvaardbare risico’s genomen en een levensgevaarlijke situatie gecreëerd.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 16 september 2022. Daaruit blijkt dat verdachte nog niet eerder is veroordeeld.
Ook heeft de rechtbank gelet op het reclasseringsadvies van 5 april 2022, opgesteld door M. de Jong. De reclassering verwacht bij verdachte geen psychische ontregeling als hem een taakstraf wordt opgelegd.
De straf
Voor gevaarlijk rijgedrag zoals neergelegd in artikel 5a WVW bestaan geen oriëntatiepunten van het LOVS. De rechtbank heeft daarom gekeken naar wat in vergelijkbare zaken wordt opgelegd. De rechtbank acht een taakstraf voor de duur van 80 uren in beginsel passend. De taakstraf zal echter worden gematigd, omdat de strafzaak niet binnen een redelijke termijn is afgerond. De termijn is aangevangen op het moment waarop verdachte door de politie is gehoord, te weten op 25 augustus 2020. Tussen die datum en de datum van het vonnis – 1 november 2022 – ligt een periode die de redelijke termijn met ongeveer twee maanden overschrijdt. Dit tijdsverloop is niet aan verdacht te wijten, terwijl hij de negatieve consequenties ervan wel heeft moeten ondervinden. Om die reden zal de rechtbank strafvermindering toepassen en een taakstraf voor de duur van 60 uren opleggen.
Daarnaast zal de rechtbank een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen opleggen om enerzijds recht te doen aan de ernst van het feit en om anderzijds de veiligheid van overige verkeersdeelnemers voor een lange periode te beschermen tegen verdachte.
Conclusie
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf van zestig uren passend is. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een rijontzegging voor de duur van zes maanden opleggen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 5a en 179 van de Wegenverkeerswet 1994;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 60 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 30 dagen hechtenis;
  • ontzegt verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden;
  • bepaalt dat de duur van de ontzegging wordt verminderd met de tijd gedurende welke het rijbewijs vóór het tijdstip waarop de straf ingaat, ingevorderd en ingehouden is geweest.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Blok, voorzitter, mrs. J.G. van Ommeren en
E.H.M. Druijf, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 november 2022.
mrs. P.J. Blok en E.H.M. Druijf zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 25 augustus 2020, te Nieuwegein, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Florijnburg en/of het Muntplein, komende uit de richting van de Dukatenburg en/of de Florijnburg en/of gaande in de richting van de Batauweg, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat een of meer verkeersregels in ernstige mate werd/werden geschonden door
- na voorafgaand gebruik van THC,
- de Florijnburg/het Muntplein op te rijden, terwijl de Florijnburg/het Muntplein is gelegen in een winkelgebied en/of waar (op dat moment) een weekmarkt gaande was, die aan beide zijden was afgesloten (voor auto's/motorvoertuigen) middels rood-witte palen en/of
- (daarbij) met een hoge snelheid, althans met een hogere snelheid dan voor een veilig verkeer ter plaatse (gelet op de aanwezige markt en/of de drukte op straat met winkelend publiek) verantwoord was langs (één van) de voornoemde rood-witte palen te rijden en/of (vervolgens) over de weekmarkt op de Florijnburg/het Muntplein te rijden en/of
- (daarbij) met onverminderde snelheid rakelings, althans op zeer korte afstand, langs/van de aanwezige marktkraampjes te rijden en/of
- (daarbij) met onverminderde snelheid rakelings, althans op zeer korte afstand, langs/van en/of in de richting van een of meer perso(o)n(en) te rijden (waardoor een of meer perso(o)n(en) moest(en) wegspringen/aan de kant moest(en) springen
om niet geraakt te worden),
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
( art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 25 augustus 2020, te Nieuwegein, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Florijnburg en/of het Muntplein, komende uit de richting van de Dukatenburg en/of de Florijnburg en/of gaande in de richting van de Batauweg,
- na voorafgaand gebruik van THC,
- de Florijnburg/het Muntplein op is gereden, terwijl de Florijnburg/het Muntplein is gelegen in een winkelgebied en/of waar (op dat moment) een weekmarkt gaande was, die aan beide zijden was afgesloten (voor auto’s/motorvoertuigen) middels rood-witte palen en/of
- (daarbij) met een hoge snelheid, althans met een hogere snelheid dan voor een veilig verkeer ter plaatse (gelet op de aanwezige markt en/of de drukte op straat met winkelend publiek) verantwoord was langs (één van) de voornoemde rood-witte palen is gereden en/of (vervolgens) over de weekmarkt op de Florijnburg/het Muntplein is gereden en/of
- (daarbij) met onverminderde snelheid rakelings, althans op zeer korte afstand, langs/van de aanwezige marktkraampjes is gereden en/of
- (daarbij) met onverminderde snelheid rakelings, althans op zeer korte afstand, langs/van en/of in de richting van een of meer perso(o)n(en) is gereden (waardoor een of meer perso(o)n(en) moest(en) wegspringen/aan de kant moest(en) springen om niet geraakt te worden),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 2 september 2020, genummerd PL0900-2020276960, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 67. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal aanrijding overtreding van 28 augustus 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 5.
3.Een proces-verbaal aanrijding overtreding van 28 augustus 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 6.
4.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 oktober 2022.
5.Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 25 augustus 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , pagina 48.
6.Een proces-verbaal verhoor van verdachte van 25 augustus 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , pagina 63.
7.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 augustus 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , pagina 11.
8.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 augustus 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , pagina 11.
9.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 25 augustus 2020, opgemaakt door verbalisant R.B. Verschoor, pagina 38.
10.Een proces-verbaal rijden onder invloed van 25 augustus 2020, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 4] , pagina 52.
11.Een proces-verbaal rijden onder invloed van 25 augustus 2020, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 4] , pagina 53.
12.Rapport drugs in het verkeer van 9 september 2020, opgemaakt door drs. P.G.M. Zweipfenning (opgenomen in het dossier onder het bestand ‘Rapport bloedonderzoek’), pagina 3.