ECLI:NL:RBMNE:2022:4326
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugvordering van teveel uitbetaalde subsidie op grond van de NOW 1
In deze zaak gaat het om een beroep tegen de terugvordering van een teveel uitbetaalde subsidie op grond van de NOW 1. Eiseres, een kapsalon in [vestigingsplaats], had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de loonkosten vanwege een omzetdaling door de coronacrisis. In april 2020 ontving zij een voorschot van € 34.314,-- op een totale tegemoetkoming van € 42.894,--. Na definitieve vaststelling van de subsidie in november 2020 bleek dat eiseres slechts recht had op € 17.784,--, waardoor zij € 16.530,-- teveel had ontvangen. Eiseres maakte bezwaar tegen de subsidievaststelling en de terugvordering, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat zij niet volledig gecompenseerd werd voor haar omzetverlies en dat de terugvordering onterecht was. De rechtbank oordeelde dat de subsidievaststelling in rechte vaststond, omdat eiseres geen beroep had ingesteld tegen het besluit op bezwaar. De rechtbank concludeerde dat de terugvordering van het teveel ontvangen bedrag terecht was en dat verweerder in redelijkheid tot terugvordering kon overgaan. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.