In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 22 december 2020 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 13 januari 2022 in gebreke gesteld, en na een tweede ingebrekestelling op 1 juli 2022 heeft zij op 6 september 2022 beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om uiterlijk 2 januari 2023 een besluit bekend te maken en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder de proceskosten van eiseres moet vergoeden, tot een bedrag van € 379,50, en het betaalde griffierecht van € 50,- moet terugbetalen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat zij geen mogelijkheden heeft om verweerder te verplichten om een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betreft.