12.BESLISSING
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
132 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, te weten twaalf (12) dagen, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
120 dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich zal houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet betrokkene zich binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd melden bij het Leger des Heils reclassering op het adres Zeehaenkade 30 te Utrecht en hij moet zich daar blijven melden zo frequent en zolang als de reclassering dat nodig acht;
- zal meewerken aan het vinden en behouden van dagbesteding;
- inzicht zal gegeven in zijn financiën;
- waarbij aan het Leger des Heils opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
120 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de werkstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis;
- heft op het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 1.300,- aan materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling van het toegewezen bedrag aan [Slachtoffer] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij dat deel van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 1.300,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 23 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.O. Zuurmond, voorzitter, mr. H.F. Koenis en mr. S.D. Groen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.T. van den Dool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 september 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 mei 2021 te Zeist tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk
te bevoordelen door geweld of bedreiging met geweld [Slachtoffer] heeft
gedwongen tot de afgifte van een telefoon (merk/type: Samsung Note 20 Ultra)
en/of een pakje sigaretten en/of een of meerdere siera(a)d(en) (twee zilverkleurige
Buddha to Buddha ringen en/of een zilverkleurige ketting), in elk geval enig goed,
die geheel of ten dele aan [Slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), door een of meerdere malen:
- een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, richting die [Slachtoffer] te
houden en/of te tonen en/of
- die [Slachtoffer] (dreigend) te vragen om zijn rijbewijs (en hier een foto van te
maken) en/of ringen en/of ketting en/of telefoon en/of sigaretten en/of
- die [Slachtoffer] (dreigend) de volgende woorden toe te voegen: "Als je meewerkt
dan gebeurt er niks" en/of "Als je aangifte doet dan ben je de klos", althans woorden
van gelijkende strekking en/of
- de kofferbak van de auto van die [Slachtoffer] te openen en te doorzoeken;
( art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht,
art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht )