ECLI:NL:RBMNE:2022:4170

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 september 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
22/521
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag woningurgentie op basis van medische redenen en toepassing van de hardheidsclausule

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw geboren in 1953, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring voor woningtoewijzing vanwege medische redenen, maar deze aanvraag werd op 23 juni 2021 afgewezen. Het college handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit van 17 december 2021, waarop eiseres beroep instelde. De rechtbank behandelde de zaak op 28 april 2022, waarbij eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiseres stelde dat zij niet in staat was om een passende woning te vinden, ondanks haar voorrang op de woningmarkt vanwege haar leeftijd en medische situatie. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende had aangetoond dat zij zelf naar een oplossing had gezocht, aangezien zij meerdere seniorenwoningen had geweigerd. De rechtbank concludeerde dat de hardheidsclausule niet van toepassing was, omdat er geen sprake was van een levensbedreigende of vergelijkbare schrijnende situatie. Eiseres kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard. De rechtbank wees erop dat eiseres binnen zes maanden een geschikte woning zou kunnen vinden, gezien haar huidige voorrangspositie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/521

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 september 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: F. Krougman),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht (verweerder)

(gemachtigde: mr. E. Siemeling).

Procesverloop

In het besluit van 23 juni 2021 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om medische urgente voor woningtoewijzing afgewezen.
In het besluit van 17 december 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 28 april 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst en afgesproken met partijen dat eiseres uiterlijk op 12 mei 2022 een overzicht van Woningnet met de woningen waarop zij heeft gereageerd. Van de woningen die eiseres heeft afgewezen, wordt een toelichting gegeven per woning waarom zij deze woning heeft afgewezen.
Verweerder heeft vervolgens op 25 mei 2022 kenbaar gemaakt dat het ingenomen standpunt wordt gehandhaafd en er geen nader medisch onderzoek zal plaatsvinden.
Op 13 juni 2022 heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

Inleiding
1. Eiseres (geboren op [geboortedatum] 1953) woont met haar echtgenoot in een sociale huurwoning aan de [adres] in [woonplaats] . Op 6 mei 2021 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring vanwege medische redenen. Bij deze aanvraag heeft eiseres aangegeven dat haar medische situatie verslechtert en dat zij dagelijks gebruik maakt van een rolstoel. Ook heeft eiseres een ernstige auto-immuunziekte.
Het bestreden besluit
2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat eiseres niet voldoet aan de algemene voorwaarden zoals neergelegd in de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019 (de Huisvestingsverordening). Uit onderzoek is gebleken dat eiseres meerdere seniorenwoningen heeft geweigerd waar zij wel voor in aanmerking zou komen. Door één van deze woningen te accepteren had eiseres het woonprobleem zelf kunnen oplossen. Hierdoor heeft eiseres niet aangetoond eerst zelf naar een oplossing te hebben gezocht. [1] Daarnaast blijkt uit de urgentieaanvraag van eiseres dat zij ouder is dan 65 jaar. Woningzoekenden met een leeftijd boven de vijfenzestig jaar krijgen reeds voorrang op een gedeelte van het aanbodsysteem van Woningnet. Ook komt zij in aanmerking voor een mindervalide woning nu zij rolstoel gebonden is. Op grond van de voorrangsregeling wordt tot maximaal drie keer binnen zes maanden een passend woningtype aangeboden. Eiseres kan dus volgens verweerder binnen zes maanden passende woonruimte kan vinden. [2] Tenslotte heeft verweerder geen aanleiding gezien om de hardheidsclausule toe te passen omdat eiseres binnen zes maanden een passende woning gevonden kan hebben of wellicht de kan problematiek middels een Wmo-aanvraag passend en adequaat opgelost kunnen worden. Hierdoor is er geen sprake van een levensbedreigende of daarmee vergelijkbare schrijnende situatie.
Het standpunt van eiseres
3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en voert als eerste aan dat de stelling van verweerder - dat zij niet eerst zelf een oplossing heeft gezocht voor haar woonprobleem - onhoudbaar is. De aangeboden woningen voldeden namelijk niet aan haar specifieke medische wensen. Haar echtgenoot heeft slaapapneu waardoor zij minimaal twee slaapkamers nodig heeft. Eiseres heeft met haar medische toestand een goede nachtrust nodig. Ook heeft zij een woning geweigerd omdat deze te donker, oud en vochtig was. Het wonen in een dergelijke woning is niet bevorderlijk voor haar medische toestand. Daarbij komt dat eiseres een tuin bij haar woning nodig heeft omdat zij aan huis is gekluisterd. In een tuin kan zij zelfstandig nog naar buiten. Als zij een van deze ongeschikte woningen had aangenomen, was haar woonprobleem niet opgelost. Eiseres stelt dat zij door het keuren van de drie aangeboden woningen voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij wel eerst zelf naar een oplossing heeft gezocht. Dat eiseres een Wmo-aanvraag zou moeten doen, maakt dat niet anders. Dat zou voor vertraging leiden terwijl het evident is dat er iets moet veranderen. Volgens eiseres is de snelste oplossing in dit geval het toekennen van urgentie. Ter zitting is verder gebleken dat eiseres zich ook op het standpunt stelt dat de stelling van verweerder dat zij binnen zes maanden passende woonruimte kan vinden niet juist. Eiseres reageert al sinds juli 2019 op woningen. Zij heeft zevenzeventig reacties geplaatst. Zij heeft ondanks dat zij reeds voorrang op andere woningzoekenden krijgt, geen passende woonruimte gevonden. Tot slot voert eiseres aan dat de verhuizing noodzakelijk is door haar urgente medische toestand. Ter onderbouwing overlegt eiseres een brief van haar huisarts en een verslag van het buurtteam dat huisbezoeken doet namens de huisarts. Volgens eiseres heeft verweerder zijn plicht miskend en dat verweerder niet alleen bij levensbedreigende situaties moet ingrijpen, maar ook bij noodsituaties die ervoor zorgen dat er een schrijnende situatie ontstaat in de woonsituatie. In geval van eiseres is daarvan sprake omdat eiseres ernstig ziek is en de thuissituatie onhoudbaar. Het toepassen van de hardheidsclausule zal leiden tot een leefbare situatie. Wanneer de regels van de Huisvestingsverordening te rigide worden toegepast heeft eiseres geen uitweg in deze schrijnende situatie en dat kan niet de bedoeling zijn geweest van de opstellers van de Huisvestingsverordening.
Voldoet eiseres aan de algemene voorwaarden uit de Huisvestingsverordening?
4. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder voldoende toegelicht dat niet is gebleken dat eiseres zelf voldoende inspanningen heeft verricht om een passende woning te vinden. Daarbij heeft verweerder mogen betrekken dat eiseres drie seniorenwoningen heeft geweigerd. Eiseres heeft weliswaar ter zitting toegelicht waarom deze woningen niet geschikt waren, maar heeft dit niet onderbouwd. Haar medische gegevens in het dossier zijn daartoe onvoldoende en verweerder heeft daarin geen aanleiding hoeven zien dit nader te onderzoeken. Ook het enkel keuren van deze woningen is onvoldoende om te concluderen dat eiseres heeft gezocht naar een oplossing om het woonprobleem op te lossen.
5. Verder is de rechtbank met verweerder van oordeel dat eiseres, gezien haar huidige voorrangspositie, binnen zes maanden een geschikte woning zou kunnen vinden. Uit de door eiseres aanvullende overlegde stukken is gebleken dat eiseres in het jaar 2021 op dertig woningen heeft gereageerd en zes woningen aangeboden heeft gekregen. Over andere jaren heeft eiseres geen informatie overlegd. Voorts blijkt uit voorgenoemde stukken dat zij twee van de woningen heeft geweigerd, drie aangeboden woningen niet tijdig heeft geaccepteerd en bij één bezichtiging niet is verschenen. In de toelichting van eiseres worden drie adressen genoemd, waarvan slechts één adres voorkomt op de lijst van aangeboden woningen in 2021. Deze woning heeft zij geweigerd omdat de woning maar één slaapkamer en geen tuin heeft. Zoals hiervoor overwogen heeft eiseres geen medische stukken overlegd die onderbouwen dat de woningen niet voor haar geschikt zijn. Er is geen medische informatie waaruit blijkt dat haar echtgenoot slaapapneu heeft waardoor meer dan één slaapkamer noodzakelijk zou zijn. De rechtbank begrijpt dat een tuin bij de woning voor eiseres zeer wenselijk is, maar de noodzaak daartoe blijkt evenmin uit de medische informatie. Over de andere woningen wordt geen nadere toelichting gegeven. Dit maakt dat eiseres onvoldoende heeft uitgelegd en niet heeft onderbouwd waarom deze woningen niet geschikt voor haar zijn.
Had verweerder de hardheidsclausule moeten toepassen?
6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in redelijkheid geen aanleiding hoeven zien om eiseres met toepassing van de hardheidsclausule een urgentieverklaring te verlenen. Verweerder heeft toegelicht dat, gelet op het beperkte woningaanbod in de regio Utrecht , de hardheidsclausule slechts wordt toegepast in zeer incidentele gevallen, zoals een levensbedreigende of daarmee vergelijkbare situatie. Dat komt omdat de hardheidsclausule een ‘uitzondering op de uitzondering is’. Urgentieregels maken al een uitzondering op de normale verdeling van beschikbare woonruimte in de regio, en de hardheidsclausule is daarop weer een uitzondering. Uit de stukken en uit wat eiseres naar voren heeft gebracht blijkt niet dat er sprake is van een levensbedreigende of daarmee vergelijkbare schrijnende situatie, die is ontstaan door de woonsituatie. De reeds door eiseres overlegde medische stukken geven daartoe onvoldoende aanknopingspunten De rechtbank begrijp dat eiseres haar huidige woning niet passend is maar zoals door verweerder toegelicht, kan zij op korte termijn over een passende woning beschikken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, rechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Pruntel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 5 september 2022.
De rechter is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 2.5.1, tweede lid, onder e van de Huisvestingsverordening.
2.Artikel 2.5.1, tweede lid, onder g van de Huisvestingsverordening.