ECLI:NL:RBMNE:2022:4144

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
16/313275-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen woningoverval op oud echtpaar met geweld en bedreiging

Op 14 oktober 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een woningoverval op een oud echtpaar. De overval vond plaats op 18 oktober 2021, waarbij de verdachte samen met anderen de woning binnendrong en geweld gebruikte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, hoewel hij geen rol had in de planvorming, een actieve rol speelde in de uitvoering van het delict. Hij toonde een vuurwapen en bedreigde de slachtoffers met geweld. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan diefstal met geweld en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die op het moment van de overval negentien jaar oud was. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder een contact- en locatieverbod met betrekking tot de slachtoffers en medeverdachten. De uitspraak benadrukt de ernst van woningovervallen en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/313275-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 oktober 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 maart 2022, 19 mei 2022, 8 augustus 2022 en 28 september 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Lousberg en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.A.C. de Vilder-van Overmeire, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De officier van justitie verdenkt verdachte ervan dat hij betrokken is geweest bij een strafbaar feit. Deze verdenking staat beschreven in de tenlastelegging, die als bijlage is opgenomen in dit vonnis.
Kort gezegd verdenkt de officier van justitie verdachte ervan dat hij
op 18 oktober 2021 in [woonplaats] , samen met een of meer anderen, in een woning gelegen aan de [adres] , geldbedragen, sieraden en bankpassen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft weggenomen met geweld en/of bedreiging met geweld.

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Voor zover relevant worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken onder het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw bepleit partiële vrijspraak voor de geweldshandelingen die in het tenlastegelegde feit zijn opgenomen. Voor zover relevant worden de standpunten van de raadsvrouw hieronder besproken onder het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Bewijsmiddelen [1]
Op 18 oktober 2021 heeft aangever [slachtoffer 1] aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard:
Op maandag 18 oktober 2021 bevond ik mij in mijn woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Omstreeks 20.30 uur hoorden we de deurbel gaan. Ik zag iemand van DHL voor mijn voordeur staan met een pakketje in zijn hand. Ik
heb toen de voordeur open gemaakt. Ik hoorde de man zeggen dat het pakketje wat hij in zijn handen had, voor de buren was. Ik merkte toen dat de persoon tegen de deur aan duwde. Op het moment dat ik weggeduwd werd zag ik dat de persoon een handvuurwapen in zijn hand had dit betreft persoon 1. Ik voelde een klap op mijn hoofd aan de achterzijde aan de linkerkant. Ik voelde dat ik geraakt werd met de punt van het handvat, het voelde namelijk koud aan. Ik voelde toen dat hij de punt van het vuurwapen tegen mijn voorhoofd drukte. Ik hoorde de persoon tegen mij zeggen: "Wil je dood?" "Geld! Geld" "Waar is de kluis?" "Waar is het geld?" Ik antwoordde dat ik geen geld had. Ik hoorde ze antwoorden dat ze wisten dat wij wel een kluis hadden en het geld hierin zou liggen. [2] Ik zag dat mijn vrouw de hal binnen kwam lopen. Wij werden beiden gesommeerd om op de bank te gaan zitten en om naar beneden te kijken. Wij zagen dat 1 persoon bij ons bleef en de andere persoon naar boven liep. Ik voelde dat persoon 2 het kussen in mijn gezicht drukte. Ik hoorde dat persoon 1 van boven naar beneden kwam gelopen. Ik hoorde deze persoon zeggen: "Zie je wel, je hebt wel een kluis". Ik hoorde de persoon aan ons vragen waar de sleutel van de kluis was. De andere dader had nog altijd het kussen in mijn gezicht gedrukt. Ik zag dat de persoon de kluis in de woonkamer neerzette en dat mijn vrouw met de dader mee naar boven moest om de kluissleutel te halen. De dader die met de kluis naar beneden kwam lopen had de kluis leeg gehaald. Toen de dader weer beneden was voelde ik de andere dader mij loslaten en zeggen dat we moesten blijven zitten en niet mochten kijken. In de kluis zat een grijs toilettasje met daarin gouden Canadese munten. In dit zelfde tasje zat ook het geld wat gestolen is. Dit bedrag is bij elkaar 9.000 euro. Het geld hebben ze meegenomen. [3] Er zijn uit de slaapkamer diverse sieraden meegenomen. Tevens is er een grote zwarte sieradendoos meegenomen en een kleine groene sieradendoos welke van mijn overleden schoonmoeder was. Beide zijn in zijn geheel meegenomen. [4]
Op 19 oktober 2021 heeft de partner van [slachtoffer 1] , aangeefster [slachtoffer 2] , aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard:
Op maandagavond 18 oktober 2021 bevond ik me samen met mijn man in mijn woning. Ik hoorde rond 20.30 uur de bel van de voordeur gaan. Ik zag dat mijn man naar de voordeur liep. Ik hoorde lawaai en gestommel uit de hal. Ik ben naar de hal gelopen, ik zag toen dat mijn man in bedwang werd gehouden door twee (2) personen. [5] Ik voelde dat persoon 2 mij terug de woonkamer in duwde. Ik moest op de bank gaan zitten. Ik voelde dat persoon 2 een kussen van de bank pakte, ik voelde dat hij het kussen tegen de linkerzijde van mijn hoofd drukte en tegen het kussen zijn vuurwapen neerzette. Ik hoorde hem zeggen:" Wil je dood?" Ik heb gezien dat dit vuurwapen zwart van kleur is, een brede loop heeft, ik vond hem best groot. [6] Ik hoorde persoon 1 zeggen toen hij naar beneden kwam: "Waar is de sleutel” Persoon 1 sommeerde mij mee naar boven te lopen om de sleutel te pakken. Ik ben de kamer ingelopen en heb de bureaulade opengetrokken. Ik zag dat persoon 1 de sleutel uit de lade pakte. Ik ben toen voor persoon 1 uit weer de trap afgelopen. Ik hoorde dat persoon 1 zei: "Zie je wel!" Ik zag dat hij uit het kluisje een pak geld pakte en in zijn zak stak. Ook zag ik dat hij een groen geldkistje pakte en dit onder zijn trui stak. [7]
Naar aanleiding van de woningoverval aan de [adres] in [woonplaats] is een proces-verbaal bevindingen opgemaakt over de weggenomen bankpassen:
Op 22 oktober 2021 hoorde ik verbalisant, aangever [ [slachtoffer 1] ] verklaren dat in het eerder genoemde geldkistje tevens 2 bankpassen zaten. Deze bankpassen zijn door de dader(s) meegenomen. Het gaat hierbij om 2 bankpassen van een spaarrekening bij de ASN bank voorzien van rekeningnummer: [rekeningnummer] .
Goed(eren) PL0900-2021332031-2894340, waardepapieren,
bankbescheiden, Nederland, serienummer
[rekeningnummer] , bijzonderheden 2x asn bankpassen [8]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 28 september 2022 onder meer het volgende verklaard:
Op 18 oktober 2021 zou ik gaan chillen met [medeverdachte 1] . Ik ben naar [woonplaats] toegereden. Daar zou ik [medeverdachte 1] treffen. In [woonplaats] ben ik samen met [medeverdachte 1] in een auto gestapt. Ik zat met 3 andere personen in de auto. Er werd gesproken over de overval. Er werd gezegd dat er geld, een kluis en sieraden in de woning lagen. Ik kreeg een DHL jas en een doos in mijn handen gedrukt. Wij zijn toen naar [woonplaats] gereden. Onderweg in de auto heb ik een wapen gezien. Er werd besproken wie het wapen zou hanteren. Aangekomen in [woonplaats] zijn we met 3 personen uit de auto gestapt. Ik had de DHL jas aan en de doos in mijn handen. Ik heb aangebeld. Ik wist dat de twee andere personen ergens achter mij stonden in een bosje. Eén van die andere personen waarmee ik was duwde de deur open. Op dat moment ben ik samen met die persoon naar binnen gegaan. Wij hebben aan aangevers gevraagd waar het geld lag. Ik ben de trap op en af gelopen. Ik heb de kluis mee naar beneden genomen. Ik ging een tweede keer naar boven en heb toen een aantal sieraden uit de sieradendoos gegraaid en in mijn zak gestopt. Ik heb € 1.600,00 aan contant geld voor de overval gekregen. Later heb ik nog € 400,00 gekregen. [9]
De rol van verdachteVoor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht.
Gelet op de inhoud van bovengenoemde bewijsmiddelen is de rechtbank, anders dan de raadsvrouw stelt, van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking, ook ten aanzien van het geweldsaspect van het tenlastegelegde feit. Daartoe is redengevend dat uit de bewijsmiddelen wordt afgeleid dat verdachte vermomd, namelijk als pakketbezorger, heeft aangebeld, samen met een ander en met vuurwapens (althans op vuurwapens lijkende voorwerpen) de woning is ingegaan en met toepassing van geweld en bedreiging met geweld de goederen uit de woning heeft weggenomen. De rechtbank acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 18 oktober 2021 te [woonplaats] , uit een woning (gelegen aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
- een geldbedrag en
- sieraden en
- ASN bankpassen, die geheel toebehoorden aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken door
- vermomd in DHL kleding naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te gaan en
- bij voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bellen en daarbij aan te geven
dat hij en/of zijn mededader een pakket voor de buren hebben en
- vervolgens de deur van voornoemde [slachtoffer 1] open te duwen en
- vervolgens met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, tegen het achterhoofd, van voornoemde [slachtoffer 1] te slaan en
- vervolgens met voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en tegen het voorhoofd van
voornoemde [slachtoffer 1] te drukken en die [slachtoffer 1] daarbij de woorden
toe te voegen: "Wil je dood?" en "Geld! Geld" en "Waar is de kluis?"
en "Waar is het geld?",
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Ga op de bank zitten" en/of "Kijk naar beneden" en/of "Als jullie kijken gaan jullie
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] een kussen in het gezicht te drukken en gedrukt te houden en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 2] een kussen in het gezicht te drukken en daarbij voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het kussen aan te drukken en haar de woorden toe te voegen: "Wil je dood?" en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 2] mee naar boven te nemen om de kluissleutel
te halen en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Blijf zitten en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
diefstal, voorafgegaan/vergezeld van geweld/bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden/die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk gedeelte van de straf moeten volgens de officier van justitie de voorwaarden worden gekoppeld die door de reclassering zijn geadviseerd. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd een contact- en locatieverbod gedurende de proeftijd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt om geen langdurige gevangenisstraf aan verdachte op te leggen zodat hij in de gelegenheid kan worden gesteld om zijn opleiding af te maken. De raadsvrouw wijst er in dat verband op dat verdachte geen leidende rol heeft gehad en zelf geen aandeel heeft gehad in het gebruikte geweld. Voorts stelt de raadsvrouw zich op het standpunt dat, gelet op de jeugdige leeftijd van verdachte, berechting via het jeugdstrafrecht passend is. Indien verdachte niet via het jeugdstrafrecht wordt berecht, verzoekt de raadsvrouw om, conform het advies van de reclassering, aan verdachte een deels voorwaardelijke straf met reclasseringstoezicht op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het strafbare feit, de omstandigheden waaronder verdachte dit feit heeft gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een brutale woningoverval met geweld, waarbij de aangevers zijn bedreigd met een vuurwapen (of een voorwerp dat daarop leek). Het is van algemene bekendheid dat een dergelijk feit vergaande gevolgen voor de slachtoffers heeft. De eigen woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. Verdachte heeft door zijn handelen grote gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij de slachtoffers in het bijzonder, maar ook in de maatschappij in het algemeen. Aangevers, een echtpaar van boven de 70 jaar, hebben naar eigen zeggen doodsangsten uitgestaan en waren bang het niet te zullen overleven. Verdachte en zijn mededaders waren alleen uit op eigen geldelijk gewin en hebben zich op geen enkele wijze bekommerd om de gevolgen van hun daad voor de slachtoffers. Zij hebben door hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van verdachte. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor vergelijkbare strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 11 april 2022, opgesteld door reclasseringswerker M. van Norde.
De reclassering schat het recidiverisico in als gemiddeld. Als risicofactoren noemt de reclassering een gebrek aan zinvolle dagbesteding, een negatief sociaal netwerk en het psychosociaal functioneren van verdachte. De gebrekkige copingvaardigheden van verdachte lijken in meer of mindere mate verweven met zijn emotionele problemen, waardoor de reclassering een interventie gericht op beide noodzakelijk acht om de ingeschatte risico’s in te perken. Verdachte toont zich hiervoor gemotiveerd, net als voor inzet van herstelbemiddeling. De reclassering ziet factoren die pleiten voor toepassing van het jeugdstrafrecht maar ook factoren die pleiten voor toepassing van het volwassenenstrafrecht. Op basis van de handelingsvaardigheden van verdachte lijkt toepassing van het jeugdstrafrecht enigszins van toepassing. Tegelijkertijd ziet de reclassering voor wat betreft de pedagogische mogelijkheden geen zwaarwegende redenen voor toepassing van het jeugdstrafrecht. Alhoewel verdachte nog bij zijn ouders woont, is de reclassering van mening dat eventuele interventies kunnen worden ingezet vanuit het volwassenenstrafrecht, dat geldt ook voor de gewenste continuering van zijn schoolgang.
De reclassering adviseert de rechtbank aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden:
  • meldplicht bij reclassering;
  • ambulante behandeling;
  • andere voorwaarden het gedrag betreffende: betrokkene zet zich in voor het verkrijgen/ behouden van zinvolle dagbesteding, tenminste in de vorm van onderwijs, een stabiele financiële situatie en een steunend sociaal netwerk.
Jeugdstrafrecht
Verdachte was ten tijde van het plegen van het feit negentien jaar oud en dus meerderjarig. Op een jongvolwassen verdachte die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, maar nog onder de 23 jaar, kan het jeugdstrafrecht worden toegepast als sprake is van omstandigheden gelegen in de persoon van verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, die daartoe aanleiding geven (artikel 77c Wetboek van Strafrecht). De rechtbank is van oordeel dat van zulk soort omstandigheden niet in overwegende mate is gebleken. Met de reclassering ziet de rechtbank vanuit pedagogisch oogpunt geen aanleiding tot toepassing van het jeugdstrafrecht. Interventies en de gewenste continuering van school kunnen vanuit het volwassenenstrafrecht worden ingezet. De rechtbank heeft ter terechtzitting niet de indruk gekregen dat verdachte jonger oogt dan zijn kalenderleeftijd, ook gelet op de (bewoordingen in de) door hem geschreven en voorgedragen brief. Verder merkt de rechtbank op dat verdachte al een lange tijd gedetineerd is in een penitentiaire inrichting voor volwassenen en dat dit geen problemen lijkt op te leveren.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding tot toepassing van het jeugdstrafrecht.
De straf
Gelet op de aard en ernst van het feit vindt de rechtbank een gevangenisstraf een passende straf voor verdachte. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. De rechtbank heeft gekeken naar de oriëntatiepunten die rechters gebruiken bij straftoemeting (LOVS). Het oriëntatiepunt voor een woningoverval met licht geweld (een enkele duw zonder noemenswaardig letsel) en bedreiging is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren. Het oriëntatiepunt voor een woningoverval met ander geweld is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren. Gelet op het toegepaste geweld en het letsel van aangever [slachtoffer 1] (te weten de duw waardoor aangever ten val is gekomen en een slag met een vuurwapen met een hoofdwond tot gevolg) is de rechtbank van oordeel dat het uitgangspunt in onderhavige zaak een gevangenisstraf van 4 jaren dient te zijn. Ten opzichte van dit uitgangspunt is in dit geval sprake van een strafverzwarende omstandigheid, te weten het tonen van een (op een) vuurwapen lijkend voorwerp aan aangevers. Verdachte had geen rol in de planvorming en is pas vlak voor de overval hierbij betrokken geraakt. Wel had hij een actieve rol bij de uitvoering van het delict en de uitoefening van het geweld, hij is samen met een ander de woning van aangevers binnengedrongen en heeft daarbij een vuurwapen getoond. Het is verdachte die, samen met een ander, daadwerkelijk de buit uit de woning heeft weggenomen. Daarnaast heeft verdachte meegedeeld in deze buit. Dat verdachte zich zo gemakkelijk heeft laten meevoeren in het plegen van zo’n ernstig feit acht de rechtbank zeer kwalijk. De rechtbank acht het niet geloofwaardig dat hij eigenlijk niet mee wilde doen en hij zich niet vrij voelde om zich te onttrekken aan wat er gebeurde. Daarvoor zijn er te veel contra-indicaties: de actieve rol tijdens de overval, dat hij op eigen initiatief tijdens de overval sieraden in zijn zak stopt, de foto’s in zijn telefoon van vuurwapens, geld en sieraden op de dag van de overval en de dagen erna. Tegelijkertijd houdt de rechtbank rekening met de jonge leeftijd van verdachte. De rechtbank acht het positief dat verdachte zich gemotiveerd toont voor gedragsverandering en reclasseringsbemoeienis en dat sprake is van betrokkenheid van de ouders van verdachte.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Aan het voorwaardelijk strafgedeelte zal de rechtbank de – door de reclassering geadviseerde – bijzondere voorwaarden verbinden. Verder ziet de rechtbank het belang dat verdachte geen contact meer heeft met de medeverdachten. Ook acht de rechtbank het passend dat verdachte geen contact opneemt met aangevers en zich niet in de omgeving van de woning van aangevers begeeft. Om deze reden zal de rechtbank een contact- en locatieverbod opleggen, zoals onder ‘Beslissing’ nader is gespecificeerd.

9.BESLAG

9.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert onttrekking aan het verkeer van de volgende goederen:
  • 3 STK verdovende middelen, 1 x zakje met 11 grote ponypacks, 1 x 3 kleine ponypacks, 1 zakje wit poeder, goednummer: PL0900-2021332031-G2930916;
  • 1 KG vuurwerk, goednummer: G20300743945/001.
De officier van justitie vordert teruggave aan verdachte van de volgende goederen:
  • 1 STK sleutelbos, goednummer: PL0900-2021332031-G2930885;
  • 1 STK kleding, jas, merk: Moncler, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919620;
  • 3 STK munten, goednummer: PL0900-2021332031-G2930898;
  • 1 STK sieraad, zegelring, goednummer: PL0900-2021332031-G2930907;
  • 1 STK kleding, jas, merk: Burberry, goednummer: PL0900-2021332031-G2919574;
  • 1 STK aansteker, goednummer: PL0900-2021332031-G2930904;
  • 1 STK telefoon, Iphone 6, goednummer: PL0900-2021332031-G2919606;
  • 1 STK telefoon, Iphone 12, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2919596;
  • 1 STK kleding, jas, kleur: beige, goednummer: PL0900-2021332031-G2919578;
  • 1 STK tas, weekendtas vol met kleding, goednummer: PL0900-2021332031-G2919581;
  • 2 STK kleding, schoenen, merk: Nike, type Airforce, goednummer: PL0900-2021332031-G2919572;
  • 2 STK kleding, schoenen, goednummer: PL0900-2021332031-G2919573;
  • 1 STK laptop, merk: Toshiba, type Satellite c50-A, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919567.
De officier van justitie vordert teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [slachtoffer 1] , van de volgende goederen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862;
  • 1 STK sieraad, ketting met parels, ketting met witgoud en grijze parels, goednummer: PL0900-2021332031-G2919569.
De officier van justitie vordert teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [rechthebbende 1] , van het volgende goed:
1 STK paspoort op naam van [rechthebbende 1] , geboren op [2001] , goednummer: PL0900-2021332031-G2919571.
De officier van justitie vordert teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [rechthebbende 2] , van de volgende goederen:
  • 1 STK telefoon, Iphone 12 Pro, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919591;
  • 1 STK telefoon, Iphone X, goednummer: PL0900-2021332031-G2919601.
De officier van justitie vordert teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon van het volgende goed:
1 STK kleding, DHL jas, goednummer: PL0900-2021332031-G2919563.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
9.3.
Oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de volgende inbeslaggenomen goederen onttrekken aan het verkeer:
  • 3 STK verdovende middelen, 1 x zakje met 11 grote ponypacks, 1 x 3 kleine ponypacks, 1 zakje wit poeder, goednummer: PL0900-2021332031-G2930916;
  • 1 KG vuurwerk, goednummer: G20300743945/001;
  • 1 Air soft wapen, merk: Magnum Research, type Desert Eagle, goednummer: PL0900-2021332031-G2919576;
  • 5 STK verdovende middelen, goednummer: PL0900-2021332031-G2919575.
Genoemde voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu deze voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de volgende inbeslaggenomen voorwerpen verbeurdverklaren. Met betrekking tot en met behulp van deze voorwerpen is het bewezen verklaarde begaan, dan wel zijn deze voorwerpen uit de baten van strafbare feiten verkregen:
  • 1 STK telefoon, Iphone 12, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2919596;
  • 1 STK kleding, DHL jas, goednummer: PL0900-2021332031-G2919563.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen goederen terug geven aan de verdachte:
  • 1 STK sleutelbos, goednummer: PL0900-2021332031-G2930885;
  • 1 STK kleding, jas, merk: Moncler, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919620;
  • 3 STK munten, goednummer: PL0900-2021332031-G2930898;
  • 1 STK sieraad, zegelring, goednummer: PL0900-2021332031-G2930907;
  • 1 STK kleding, jas, merk: Burberry, goednummer: PL0900-2021332031-G2919574;
  • 1 STK aansteker, goednummer: PL0900-2021332031-G2930904.
  • 1 STK telefoon, Iphone 6, goednummer: PL0900-2021332031-G2919606;
  • 1 STK kleding, jas, kleur: beige, goednummer: PL0900-2021332031-G2919578;
  • 1 STK tas, weekendtas vol met kleding, goednummer: PL0900-2021332031-G2919581;
  • 2 STK kleding, schoenen, merk: Nike, type Airforce, goednummer: PL0900-2021332031-G2919572;
  • 2 STK kleding, schoenen, goednummer: PL0900-2021332031-G2919573;
  • 1 STK laptop, merk: Toshiba, type Satellite c50-A, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919567.
Teruggave aan rechthebbende [slachtoffer 1]
De rechtbank gelast teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [slachtoffer 1] , van de volgende goederen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862;
  • 1 STK sieraad, ketting met parels, ketting met witgoud en grijze parels, goednummer: PL0900-2021332031-G2919569.
Teruggave aan rechthebbende [rechthebbende 1]
De rechtbank gelast teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [rechthebbende 1] , van het volgende goed:
1 STK paspoort op naam van [rechthebbende 1] , geboren op [2001] , goednummer: PL0900-2021332031-G2919571.
Teruggave aan rechthebbende [rechthebbende 2]
De rechtbank gelast teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [rechthebbende 2] , van het volgende goed:
  • 1 STK telefoon, Iphone 12 Pro, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919591;
  • 1 STK telefoon, Iphone X, goednummer: PL0900-2021332031-G2919601.

10.BENADEELDE PARTIJ

Schadevergoedingsmaatregel
10.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht ambtshalve toepassing te geven aan artikel 36f Sr. Uit de aangifte blijkt dat bij de woningoverval een bedrag van € 9.000,00 is weggenomen. Daarnaast blijkt uit de goederenlijst dat voor een bedrag van € 2.700,00 aan sieraden is weggenomen. De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht hoofdelijk op te leggen ter hoogte van een bedrag van € 11.700,00.
10.2
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om de vordering van de officier van justitie tot ambtshalve oplegging van de schadevergoedingsmaatregel af te wijzen nu er geen vordering door de benadeelde partijen is ingediend.
10.3
Oordeel van de rechtbank
Hoewel, anders dan de raadsvrouw stelt, een schadevergoedingsmaatregel ook kan worden opgelegd indien het slachtoffer geen schadevergoeding heeft gevorderd, stelt de wet dat de schadevergoedingsmaatregel kan worden opgelegd indien en voor zover de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht (artikel 36f, tweede lid, Wetboek van Strafrecht). Daar hoort bij dat van de strafrechter wordt verwacht dat hij nagaat of de schade niet op andere wijze is of wordt vergoed. Over die informatie beschikt de rechtbank niet. Dat betekent dat de rechtbank niet kan vaststellen of verdachte op grond van het burgerlijk recht (nog) aansprakelijk is voor enige schade. De rechtbank zal dan ook niet overgaan tot oplegging van de verzochte schadevergoedingsmaatregel.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 47, 63 en 312
van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
1 (een) jaar, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
3 (drie) jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat veroordeelde:
o zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
o ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
o medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
o zich binnen twee werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Nieuwe Oeverstraat 65, Arnhem. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
o zich laat behandelen door Kairos te Arnhem of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start in de proeftijd en richt zich op het verbeteren van zijn (coping)vaardigheden en het oplossen van emotionele problemen. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
o zich inzet voor het verkrijgen/behouden van zinvolle dagbesteding, tenminste in de vorm van onderwijs, een stabiele financiële situatie en een steunend sociaal netwerk. Hij geeft de reclassering inzage in de activiteiten die hij onderneemt en de resultaten die hij boekt. Indien geïndiceerd door de toezichthouder verleent hij medewerking aan hulp door derden. Mocht het voor controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde nodig zijn dat daarvoor referenten worden geraadpleegd, geeft veroordeelde daarvoor toestemming.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- stelt als overige bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
o op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft met de medeverdachten, te weten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
o op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft met de aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , tenzij voornoemde aangevers hebben aangegeven dat zij dit wél wensen (bijvoorbeeld in het kader van herstelbemiddeling), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
o zich niet bevindt binnen een straal van 300 meter van [adres] in [woonplaats] (een radiuskaart is als bijlage aan dit vonnis gehecht), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen
verbeurd:
  • 1 STK telefoon, Iphone 12, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2919596;
  • 1 STK kleding, DHL jas, goednummer: PL0900-2021332031-G2919563.
- verklaart de volgende voorwerpen
onttrokken aan het verkeer:
  • 3 STK verdovende middelen, 1 x zakje met 11 grote ponypacks, 1 x 3 kleine ponypacks, 1 zakje wit poeder, goednummer: PL0900-2021332031-G2930916;
  • 1 KG vuurwerk, goednummer: G20300743945/001;
  • 1 Air soft wapen, merk: Magnum Research, type Desert Eagle, goednummer: PL0900-2021332031-G2919576;
  • 5 STK verdovende middelen, goednummer: PL0900-2021332031-G2919575.
- gelast de
teruggave aan verdachtevan de volgende voorwerpen:
  • 1 STK sleutelbos, goednummer: PL0900-2021332031-G2930885;
  • 1 STK kleding, jas, merk: Moncler, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919620;
  • 3 STK munten, goednummer: PL0900-2021332031-G2930898;
  • 1 STK sieraad, zegelring, goednummer: PL0900-2021332031-G2930907;
  • 1 STK kleding, jas, merk: Burberry, goednummer: PL0900-2021332031-G2919574;
  • 1 STK aansteker, goednummer: PL0900-2021332031-G2930904.
  • 1 STK telefoon, Iphone 6, goednummer: PL0900-2021332031-G2919606;
  • 1 STK kleding, jas, kleur: beige, goednummer: PL0900-2021332031-G2919578;;
  • 1 STK tas, weekendtas vol met kleding, goednummer: PL0900-2021332031-G2919581;
  • 2 STK kleding, schoenen, merk: Nike, type Airforce, goednummer: PL0900-2021332031-G2919572;
  • 2 STK kleding, schoenen, goednummer: PL0900-2021332031-G2919573;
  • 1 STK laptop, merk: Toshiba, type Satellite c50-A, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919567.
- gelast de
teruggave aan de rechthebbende [slachtoffer 1]van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862;
  • 1 STK sieraad, ketting met parels, ketting met witgoud en grijze parels, goednummer: PL0900-2021332031-G2919569.
- gelast de
teruggave aan de rechthebbende [rechthebbende 2]van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK telefoon, Iphone 12 Pro, kleur: zwart, goednummer: PL0900-2021332031-G2919591;
  • 1 STK telefoon, Iphone X, goednummer: PL0900-2021332031-G2919601.
- gelast de
teruggave aan de rechthebbende [rechthebbende 1]van het volgende voorwerp:
1 STK paspoort op naam van [rechthebbende 1] , geboren op [2001] , goednummer: PL0900-2021332031-G2919571.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. L.C. Michon en mr. A.J. Reitsma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.A. Chanier, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2022.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 oktober 2021 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, in/uit een
woning (gelegen op of aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen,
- een of meer geldbedragen en/of
- een of meer sieraden en/of
- een of meer ASN bankpassen,
in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming en/of valse sleutel, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of andere
deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, door meermalen, althans eenmaal,
- vermomd (in DHL kleding) naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te gaan en/of
- bij voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bellen en daarbij aan te geven
dat hij en/of zijn mededader(s) een pakket voor de buren hebben en/of
- (vervolgens) de deur van voornoemde [slachtoffer 1] open te duwen en/of
- (vervolgens) met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op/tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, van voornoemde
[slachtoffer 1] te slaan en/of
- (vervolgens) met voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en/of tegen het voorhoofd van
voornoemde [slachtoffer 1] te drukken en/of die [slachtoffer 1] daarbij de woorden
toe te voegen: "Wil je dood?" en/of "Geld! Geld! Geld!" en/of "Waar is de kluis?"
en/of "Waar is het geld?", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Ga op de bank zitten" en/of "Kijk naar beneden" en/of "Als jullie kijken gaan jullie
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of gedrukt te houden en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of daarbij voornoemd vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het kussen aan te drukken en/of haar de
woorden toe te voegen: "Wil je dood?" en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] mee naar boven te nemen om de kluissleutel
te halen en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Blijf zitten en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 22 april 2022, genummerd PL0900- 2021332031E, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 648 tot en met 1649. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Alle bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 925.
3.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 926.
4.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 927.
5.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 945.
6.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 946.
7.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 947.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2021, p. 943.
9.Verklaring verdachte onderzoek ter terechtzitting 28 september 2022.