ECLI:NL:RBMNE:2022:4140

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
16/075075-22, 16/010210-22, 16/061375-22 en 16/308844-21 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot ontploffing, vernielingen en bedreiging

Op 14 oktober 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing, vernielingen en bedreiging. De verdachte, geboren in Colombia en verblijvende in Nederland, heeft op 24 maart 2022 geprobeerd een ontploffing te veroorzaken door de gaskranen van zijn gasfornuis open te draaien en de woning met terpentine te besprenkelen. Dit gebeurde in een flatgebouw, wat levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor omwonenden met zich meebracht. Daarnaast heeft de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk een deur en een ruit van een woning vernield en zijn ex-partner bedreigd met zware mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden en terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden, waarbij de verdachte zich moet houden aan diverse gedragsvoorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte leed aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, wat heeft bijgedragen aan zijn gedragingen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om TBS op te leggen, toegewezen, en de voorwaarden voor de TBS zijn dadelijk uitvoerbaar verklaard. De rechtbank heeft ook de vordering ex artikel 38z Sr afgewezen, omdat niet voldoende onderbouwd was dat deze maatregel noodzakelijk was.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/075075-22, 16/010210-22, 16/061375-22 en 16/308844-21 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 oktober 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1984] te [geboorteplaats] (Colombia),
verblijvende in de [verblijfplaats] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 september 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. S. Houtman, en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M. Baadoudi, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er op neer dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 16/075075-22:
op 24 maart 2022 te [woonplaats] heeft geprobeerd een ontploffing teweeg te brengen en/of brand te stichten in een pand aan de [adres] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand, belendende percelen (goederen) en levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was, door gaskranen van het gasfornuis open te zetten en de woning met terpentine te besprenkelen.
Ten aanzien van parketnummer 16/010210-22:
op 12 januari 2022 te [woonplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een (voor)deur van
[benadeelde] en/of Centrada heeft vernield.
Ten aanzien van parketnummer 16/061375-22:
op 12 maart 2022 te [woonplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de voordeur van de woning aan de [adres] van Centrada heeft vernield.
Ten aanzien van parketnummer 16/308844-21:
in de periode van 1 september 2021 tot en met 7 oktober 2021 te [woonplaats] [slachtoffer] heeft bedreigd (met de dood dan wel met zware mishandeling).
De rechtbank nummert de bij de dagvaardingen met de parketnummers 16/075075-22, 16/010210-22, 16/308844-21 en 16/061375-22 ten laste gelegde feiten respectievelijk als de feiten 1 tot en met 4.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van een bewezenverklaring van de feiten 1 tot en met 4 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
Bewijsmiddelen [1] feit 1:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 september 2022;
  • een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de melding en het vervolgens ter plaatse komen van de politie;
  • een proces-verbaal van bevindingen (waarin een beschrijving van het flatgebouw aan de [adres] te [woonplaats] wordt gegeven);
  • de verklaring van getuige [getuige] (bevelvoerder van de brandweer).
Partiële vrijspraak feit 1:
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 24 maart 2022 (onderdelen van) de woning heeft besprenkeld met terpentine ter voorbereiding van het door hem voorgenomen misdrijf. Het dossier bevat meerdere aanwijzingen dat verdachte al op een eerder moment (meerdere dagen daarvoor) met terpentine in de weer is geweest en verdachte heeft bovendien uitleg gegeven hoe hij uitvoering heeft gegeven aan zijn voorgenomen plan, namelijk door de gaskranen open te draaien. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van dat onderdeel van de tenlastelegging.
Bewijsmiddelen [4] feit 2:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 september 2022;
  • de verklaring van aangever [benadeelde] (de aangifte) en de daarbij gevoegde bijlage, te weten een foto van de schade.
Bewijsmiddelen [6] feit 3:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 september 2022;
  • de verklaring van aangever [aangever] (de aangifte) en een daarbij gevoegde bijlage, te weten een foto van de schade.
Bewijsmiddelen [8] feit 4:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 september 2022;
  • de verklaring van aangeefster [slachtoffer] (de aangifte);
- een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot door verdachte gestuurde berichten naar aangeefster; [10]
- een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot uitgeluisterde voicemailberichten; [11]
- een proces-verbaal van bevindingen (met betrekking tot het moment van ontvangen van berichten). [12]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op 24 maart 2022 te [woonplaats] , ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen in een pand, gelegen aan de [adres] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen (voor dat pand en belendende percelen), levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor zich in belendende percelen bevindende personen te duchten was, met dat opzet gaskranen van het gasfornuis in voornoemd pand heeft opengedraaid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
op 12 januari 2022 te [woonplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een voordeur, toebehorende aan Centrada, heeft beschadigd;
3.
op 12 maart 2022 te [woonplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de voordeur van de woning aan de [adres] , die aan Centrada Woningbouwvereniging toebehoorde, heeft vernield;
4.
in de periode van 27 september 2021 tot en met 7 oktober 2021 te [woonplaats] [slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen- "ik hoop dat ik je niet tegenkom zonder kind, want ik breek al je kankerbotten" en- "ik breek je hele kankersmoel straks, ik zweer het ik zoek je morgenochtend op voor je kankerwerk" en- "morgen ga jij met mij naar de gemeente en anders sta ik bij je werk en ga daar stennis trappen sla je kk baas verrot en sleur je bij je haren mee" en- "ik breek je gehele bek ouwe".
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 tot en met 4 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
poging tot het opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
feit 3:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 4:
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest;
- een terbeschikkingstelling en verpleging van overheidswege (tbs) met voorwaarden, te weten de voorwaarden zoals geformuleerd in het maatregelrapport van GGZ Reclassering Fivoor van 19 september 2022 (hierna: het maatregelrapport);
- een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in art. 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen
toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte hulp wenst, maar zelf niet in staat is dat op te starten. Verdachte kan instemmen met de maatregel TBS met voorwaarden en kan zich vinden in de daarbij geadviseerde voorwaarden. Verder verzoekt de verdediging een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan het reeds ondergane voorarrest en tot afwijzing van de vordering tot oplegging van de 38z-maatregel over te gaan.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten:
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot het teweegbrengen van een ontploffing door in zijn eigen woning de gaskranen van het fornuis open te zetten. Wanneer het daadwerkelijk tot een ontploffing was gekomen, was de schade niet te overzien geweest. De woning van verdachte bevond zich op de eerste verdieping van een flatgebouw. Dit was niet alleen voor zichzelf en zijn eigen woning zeer gevaarlijk, maar ook voor de woningen daar omheen en de mensen die zich daarin bevonden. Een oplettende buurman die van verdachte had vernomen wat zijn voornemen was, heeft de hulpdiensten gealarmeerd waardoor de politie en brandweer tijdig ter plaatse waren. Hierbij zijn de omliggende woningen, voor de veiligheid van de bewoners, ontruimd. Het gevaarzettende karakter maakt het een ernstig strafbaar feit.
Verder heeft verdachte zijn ex-partner, met wij hij een kind heeft, meermalen ernstig bedreigd nadat zij de relatie met verdachte had verbroken. Dit heeft haar veel gevoelens van angst en onveiligheid bezorgd. Gezien de onveiligheid en onrust die is ontstaan, en het feit dat zij bovendien samen een kind hebben, is er door de hulpverlening een 'Aware knop' ingezet en is er door de politie op het adres van aangeefster een zogenaamde AOL (Afspraak Op Locatie) opgemaakt, waarbij de politie alert reageert op meldingen van het adres van aangeefster.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een tweetal vernielingen, hetgeen schade en hinder heeft veroorzaakt bij de gedupeerden.
Persoon van verdachte en zijn omstandigheden:
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 22 september 2022, waaruit volgt dat verdachte al meermalen is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder ook bedreigingen en vernielingen;
- een triple onderzoek pro Justitia van 29 augustus 2022, opgemaakt door drs.
H.A. Gerritsen (psychiater), drs. R. Bout (gz-psycholoog) en mevrouw J. Veel (forensisch milieuonderzoeker in opleiding), onder supervisie van R. Zijlstra (forensisch milieuonderzoeker). In deze pro Justitia rapportage staan onder meer de volgende bevindingen, conclusies en adviezen:
Verdachte is lijdende aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van
een schizofreniespectrumstoornis en stoornissen in het gebruik van speed, cocaïne, cannabis en alcohol en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een licht verstandelijke beperking en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale trekken.
Stoornissen en mate van toerekening
Ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten leed verdachte aan de ziekelijke
stoornis en de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens zoals hierboven beschreven.
Hoewel de exacte factoren en beweegredenen van verdachte niet goed zijn te achterhalen en daarmee een precieze reconstructie niet goed mogelijk is, is er bij verdachte voorafgaande aan het tenlastegelegde duidelijk sprake van een forse achteruitgang in zijn functioneren.
Allereerst is er sprake van een toename van psychotische klachten voortkomend uit de
schizofreniespectrumstoornis vanwege het staken van zijn medicatie in de periode voor
het plegen van het ten laste gelegde. Daarnaast nam het middelengebruik bij verdachte
toe met als gevolg ondermijning van de realiteitstoetsing, de impulscontrole en
agressieregulatie. Er was daardoor een toename van diverse psychosociale stressoren.
Daarnaast beschrijft verdachte dat hij zich in de maanden voor het plegen van het ten laste gelegde steeds somberder ging voelen vanwege psychosociale en relationele problemen.
Deze gevoelens van somberheid zijn inmiddels (grotendeels) verdwenen. Tevens is
verdachte vanuit zijn persoonlijkheidsstoornis, vooral vanwege de problematische
impulscontrole en agressieregulatie en het kwetsbare zelfbeeld, zeer gevoelig voor zich
niet gezien en gehoord voelen en door zijn verstandelijke beperking onvoldoende in staat om gedragsalternatieven te overzien en af te wegen. Om de stress en de psychotische symptomen te verminderen, gebruikte verdachte in toenemende mate speed en alcohol. Hierdoor ging zijn psychosociaal functioneren nog verder achteruit. Verdachte trachtte, naar eigen zeggen, op adequate wijze hulp in te schakelen door klinische behandeling te vragen. Toen dat niet leidde tot een opname, pleegde hij het tenlastegelegde.
Geadviseerd wordt om verdachte het ten laste gelegde feit in een (sterk) verminderde mate toe te rekenen vanwege de combinatie van meerdere, ernstige psychiatrische stoornissen.
Recidivegevaar
De deskundigen schatten de kans op gewelddadig gedrag, waaronder brandstichting, op zowel de korte als de lange termijn in als hoog indien verdachte niet de juiste behandeling ondergaat. Daarbij zal hij lange tijd afhankelijk zijn van externe structuur. Verdachte is daar zelf onvoldoende toe in staat, gezien zijn vele terugvallen in drugsgebruik en de toename van zijn psychische problemen die daarmee samenging. Verdachte was in het verleden wisselend met zijn medicijngebruik, terwijl het gebruik hiervan noodzakelijk is om de realiteitstoetsing, de agressieregulatie en impulscontrole te versterken. Door de combinatie van een gestoorde realiteitstoetsing, de wisselende betrouwbaarheid van inname van medicatie en gebruik van drugs, wordt de kans op recidive sterk verhoogd.
Adviezen over interventies
Verdachte onderging meerdere ambulante en klinische behandelingen in de afgelopen jaren. Hij werd zowel vrijwillig als in een gedwongen kader behandeld. Gedurende de behandelingen is de inzet van verdachte wisselend geweest. Meermalen ondermijnde hij de behandeling door middelen te gebruiken of te verstrekken aan andere patiënten. Ook ging hij in het verleden wisselend met zijn vrijheden om en kwam hij soms onder invloed van drugs terug in de kliniek. Tenslotte was hij wisselend betrouwbaar in de
inname van zijn medicatie. Verdachte heeft enig ziektebesef en -inzicht, maar dit is thans nog (te) beperkt.
Ondanks langdurige zorgtrajecten loopt verdachte vast in zijn leven. Verdachte heeft
geen werk, geen dagbesteding, nauwelijks een sociaal netwerk en loopt structureel vast in intieme relaties. Verdachte heeft, niet alleen vanuit het reduceren van de kans op
recidive, maar ook vanuit zorgoogpunt, dringend professionele hulp nodig.
Geadviseerd wordt om verdachte een klinische behandeling te laten ondergaan in een
SGLVG-voorziening, een voorziening voor patiënten die sterk gedragsgestoord en licht
verstandelijk beperkt zijn. Belangrijke voordelen van een SGLVG-voorziening zijn de grote deskundigheid op het gebied van diagnostiek en behandeling van patiënten met een verstandelijke beperking en de mogelijkheid om een jarenlang traject binnen een zorgketen (klinische behandeling, gevolgd door langdurige ambulante behandeling en plaatsingsmogelijkheden binnen een beschermde woonvorm) vorm te geven.
Medicatietrouw en abstinentie van middelen zijn noodzakelijk om het kwetsbare
psychische evenwicht van verdachte in balans te houden. Door middel van psycho-educatie zal het ziektebesef en -inzicht bij verdachte vergroot kunnen en moeten worden ten dienste van een positief behandelresultaat. Tevens zal aandacht besteed moeten worden aan het aan verdachte duidelijk maken van het negatieve effect van het gebruik van middelen (voornamelijk speed en alcohol) op zijn psychische stabiliteit. Tenslotte is het van wezenlijk belang om aandacht te besteden aan zijn kwetsbare zelfbeeld, impulscontrole en agressieregulatie en hiermee gepaard gaande verlatingsangst (naast de lacunaire gewetensfunctie als onderdeel van de andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale trekken).
Na de klinische fase van de behandeling, die in ogen van de deskundigen ongeveer een tot twee jaar zal duren, zal verdachte, indien hij voldoende is gestabiliseerd, binnen een
langdurig ambulant vervolgtraject van enkele jaren, uit kunnen stromen naar een
begeleide dan wel beschermde woonvorm.
Bovenstaande behandeling heeft de grootste kans van slagen in een stringent kader. Behandelingen in het verleden in het kader van een bijzondere voorwaarde hebben niet geleid tot een langdurig positief resultaat. Een TBS-maatregel geeft voldoende waarborg om de kans op recidive te verminderen. Hierbij volstaat een TBS met voorwaarden. Ten tijde van het onderzoek is verdachte namelijk voldoende gemotiveerd voor een klinische behandeling. Hij ziet in dat hij in enige mate afhankelijk is van externe structuur om zijn leven een positieve wending te geven;
- het maatregelrapport van GGZ Reclassering Fivoor van 19 september 2022 en een in aanvulling daarop verzonden e-mailbericht van 28 september 2022. Hierin wordt eveneens geadviseerd een TBS met voorwaarden op te leggen, worden de geadviseerde voorwaarden uiteengezet en is in voornoemd e-mailbericht aangegeven dat er een indicatiestelling is afgegeven voor een SGLVG Kliniek met een gemiddeld tot hoog beveiligingsniveau en een hoge zorgintensiteit. Het duurt ongeveer zes weken om verdachte aansluitend aan detentie klinisch te kunnen plaatsen.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en ernst van – met name – het strafbare feit dat ziet op de poging een ontploffing teweeg te brengen, kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Voor dergelijke strafbare feiten worden – gelet op het gevaarzettende karakter ervan – forse onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. In soortgelijke zaken komen gevangenisstraffen van 18 maanden of meer zeker in beeld, zoals ook door de officier van justitie is aangevoerd. Van de op te leggen straf dient enerzijds een afschrikwekkend effect uit te gaan, maar een belangrijk strafdoel is ook dat wordt voorkomen dat verdachte wederom tot het plegen van (dergelijke) strafbare feiten overgaat. Bij de op te leggen straf houdt de rechtbank er bovendien – in strafverminderende zin – rekening mee dat de poging tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend, zoals geadviseerd door de deskundigen (en, hoewel het persoonlijkheidsonderzoek niet expliciet op de andere strafbare feiten ziet, houdt de rechtbank er rekening mee dat de vastgestelde stoornissen ook bij het plegen van die feiten een rol moeten hebben gespeeld). Naar het oordeel van de rechtbank is de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf passend en geboden. Die vordering brengt namelijk ook voldoende tot uitdrukking dat er ook een TBS met voorwaarden (waarop de rechtbank hierna zal ingaan) zal worden opgelegd. Die TBS met voorwaarden brengt onder meer een (langdurige) klinische behandeling met zich. Het ondergaan van de gevangenisstraf en het vervolgens ondergaan van die klinische behandeling sluiten, gelet op de afgegeven indicatiestelling, naar het oordeel van de rechtbank voldoende op elkaar aan.
Opleggen TBS met voorwaarden
De rechtbank overweegt dat de adviezen in de omtrent verdachte opgemaakte rapportages eenduidig zijn: het opleggen van een TBS met voorwaarden. De officier van justitie heeft gevorderd hiertoe over te gaan en ook de verdediging (en verdachte) kunnen zich vinden in het opleggen ervan.
De rechtbank bepaalt dat aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden (hierna: tbs met voorwaarden) moet worden opgelegd. De rechtbank zal de ter bescherming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen te stellen voorwaarden, waarvan verdachte zich bereid heeft verklaard deze voorwaarden na te leven, in het dictum opnemen. Wanneer verdachte zich niet aan deze voorwaarden houdt, kan de tbs met voorwaarden door de rechter worden omgezet in tbs met verpleging van overheidswege (opname in een tbs-kliniek).
De rechtbank kan besluiten tot het opleggen van tbs met voorwaarden als iemand een misdrijf heeft gepleegd waar volgens de wet een gevangenisstraf van vier jaar of meer op staat of als het gaat om een misdrijf waarvoor de wet bepaalt dat oplegging van terbeschikkingstelling mogelijk is. Daarnaast moet die persoon toen hij de feiten beging een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens hebben gehad. Tot slot moet de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen eisen dat aan die persoon tbs wordt opgelegd. Aan al deze voorwaarden is in dit geval voldaan. Dit volgt in de eerste plaats uit het onder 1 bewezenverklaarde feit. Voor een voltooid feit staat hierop een gevangenisstraf van 15 jaar. Immers, er was levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten.
De rechtbank baseert het oordeel dat de verdachte tijdens het plegen van voornoemd feit aan een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens leed en dat voor de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen oplegging van tbs noodzakelijk is, op de conclusies van verschillende deskundigen die de persoonlijkheid van de verdachte hebben onderzocht en hierover rapporten opgemaakt, zoals deze hierboven uitgebreid zijn weergegeven.
Niet gemaximeerde tbs
De tbs met voorwaarden zal worden opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betreft het onder 1 bewezenverklaarde feit. Bij dergelijke misdrijven is er geen maximale duur van de tbs. Dat betekent dat de tbs pas zal eindigen als de rechter van oordeel is dat de verdachte niet langer een gevaar vormt voor de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen.
Dadelijke uitvoerbaarheid tbs met voorwaarden
Gelet op hetgeen de deskundigen hebben gerapporteerd omtrent het recidivegevaar is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de bij de tbs-maatregel te stellen voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
Afwijzing vordering ex artikel 38z Sr
De rechtbank zal geen gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het doel en de strekking van deze maatregel is om de samenleving te beschermen tegen daders van zware geweldsdelicten en zedendelicten en ervoor te zorgen dat delinquenten met een hoog recidiverisico met het oog op de veiligheid van de samenleving langdurig – en indien noodzakelijk zelfs levenslang – onder toezicht kunnen blijven staan teneinde dreigende recidive te signaleren. Weliswaar wordt in het pro Justitia rapport en in het maatregelrapport het opleggen ervan geadviseerd, maar zonder een nadere onderbouwing. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het dossier onvoldoende dat het opleggen van deze maatregel noodzakelijk is, gelet ook op de lange tijd die reeds met de opleggen van de (niet gemaximeerde) TBS met voorwaarden gemoeid zal zijn.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 37a, 38, 38a, 45, 57, 157, 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 tot en met 4 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het 1 tot en met 4 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 9 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het moment dat de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht gelijk is aan de opgelegde vrijheidsstraf, zodat verdachte, na afloop van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, meteen overgebracht kan worden naar een forensische klinische instelling (een SGLVG kliniek);

Oplegging tbs met voorwaarden

- gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij
de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat:
 de verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- stelt als voorwaarden betreffende het gedrag van verdachte:

1.geen strafbaar feit plegen2. meewerken aan reclasseringstoezichtverdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:* dat hij zich op afspraken bij de reclassering meldt. De reclassering bepaalt hoe vaakdat nodig is;* verdachte één of meer vingerafdrukken laat afnemen en een geldig identiteitsbewijslaat zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen;* dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kanaanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;* verdachte de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is.Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.* dat verdachte ervoor zorgt dat hij ten allen tijde bereikbaar is voor zijn begeleiders enbehandelaren;* dat verdachte meewerkt aan huisbezoeken;* dat verdachte de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;* dat verdachte zich niet op een ander adres vestigt zonder toestemming van de reclassering;* dat verdachte meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht.* dat verdachte de reclassering zicht verschaft op de voortgang van zijn resocialisatie enbegeleiding en dat hij de reclassering toestemming verleent om relevante referenten teraadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken vanzijn netwerk;* dat verdachte geen omgang zal hebben met personen die zijn resocialisatie in gevaar(kunnen) brengen en verdachte stelt zich open op inzake het aangaan van nieuwe relaties of bestaande relaties en heeft geen bezwaar dat deze op ‘gepaste en discrete’ wijze door de reclassering worden gescreend.3. opname in een zorginstellingverdachte laat zich opnemen en zal verblijven in een nader te bepalen forensische klinische instelling (een SGLVG kliniek), zulks te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.* de opname start direct aansluitend aan de gevangenisstraf. De opname duurt zolang de reclassering en het behandelteam dat nodig vinden;* verdachte houdt zich aan de daar geldende huisregels, afspraken en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;* als de reclassering en het behandelteam een overgang naar ambulante zorg, begeleidwonen of maatschappelijke opvang gewenst vinden, werkt betrokkene mee aan deindicatiestelling en plaatsing;4. meewerken aan een time-outverdachte werkt, in het geval van een door de reclassering en behandelaren geïndiceerdecrisissituatie, mee aan een tijdelijke terugplaatsing in de gesloten unit van een FPA/FPK of een soortgelijke instelling voor de duur van maximaal veertien weken per kalenderjaar;5. begeleid wonen of maatschappelijke opvangAansluitend aan zijn klinische opname zal verdachte verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Het verblijf duurt zolang de reclassering en zorginstelling dat nodig vinden. Verdachte houdt zich daarbij aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;6. ambulante behandelingAansluitend aan zijn klinische behandeling laat verdachte zich behandelen door een forensisch ambulante behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering en/of de zorginstelling dat nodig vindt. Verdachte houdt zich daarbij aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;7. middelenverbod en meewerken aan middelencontroleVerdachte gebruikt geen drugs en alcohol en werkt mee aan controles op dit verbod. Dereclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn een ademonderzoek (blaastest) en urineonderzoek.8. DagbestedingVerdachte zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding en houdt zich aan de voorwaarden en regels die hem daarbij gesteld worden;9. meewerken aan schuldhulpverlening/beschermingsbewindVerdachte geeft inzage in zijn financiën en werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van betalingsregelingen. Desgewenst werkt hij mee aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen en/of beschermingsbewind.10. niet naar het buitenland (reisverbod)Verdachte zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeven.

- geeft opdracht aan GGZ Reclassering Fivoor de verdachte bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
dadelijk uitvoerbaaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W.B. Snijders Blok, voorzitter, mrs. A.M. Loots en
I. Jadib, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Laanstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2022.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 16/075075-22:
hij op of omstreeks 24 maart 2022 in de gemeente [woonplaats] ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen en/of opzettelijk brand te stichten in een pand, gelegen aan de [adres] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat (gehele) pand en/of belendende percelen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor zich in dat pand en/of belendende percelen bevindende personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was, met dat opzet
-(een) gaskra(a)n(en) van het gasfornuis in voornoemd pand heeft opengedraaid en/of
- de woning/het tapijt/de vloer heeft besprenkeld met terpentine, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 16/010210-22;
hij op of omstreeks 12 januari 2022 te [woonplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een (voor)deur, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde] en/of Centrada, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Ten aanzien van parketnummer 16/061375-22:
hij op of omstreeks 12 maart 2022 te [woonplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de voordeur van de woning aan de [adres] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Centrada Woningbouwvereniging, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Ten aanzien van parketnummer 16/308844-21:
hij in de periode van 1 september 2021 tot en met 7 oktober 2021 te [woonplaats] , althans in Nederland [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen
- "ik hoop dat ik je niet tegenkom zonder kind, want ik breek al je kankerbotten" en/of
- "ik breek je hele kankersmoel straks, ik zweer het ik zoek je morgenochtend op voor je kankerwerk" en/of
- "morgen ga jij met mij naar de gemeente en anders sta ik bij je werk en ga daar stennis trappen sla je kk baas verrot en sleur je bij je haren mee" en/of
- "ik breek je gehele bek ouwe",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 30 maart 2022, genummerd 2022083074, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 512. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 104.
3.Pagina’s 133 en 134.
4.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 17 januari 2022, genummerd PL0900-2022012317, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 21. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
5.Pagina 1.
6.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 13 maart 2022, genummerd PL0900-2022069545, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 19. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
7.Pagina’s 3 en 6.
8.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 18 november 2021, genummerd PL0900-2021319596, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 66. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
9.Pagina’s 1 en 2.
10.Pagina’s 6, 10 en 11.
11.Pagina’s 16 en 17.
12.Pagina’s 29 en 30.