Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 april 2021 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de aanvullende producties van [eiseres] ;
- de aanvullende producties van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 8 oktober 2021;
- de spreekaantekeningen van [eiseres] ;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 18 november 2021 in de zaak van [eiseres] tegen [onderneming] (zaaknummer 9168184 UC EXPL 21-3159);
- de conclusie na mondelinge behandeling, tevens houdende wijziging van eis, met producties van [eiseres] ;
- de conclusie na mondelinge behandeling met producties van [gedaagde] .
2.De feiten
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
bijlage 1.
bijlage 2.
bijlage 3. Facturatie voor uitgevoerde diensten door Opdrachtnemer geschiedt op maandbasis achteraf met inachtneming van een betalingstermijn van vijftien dagen.
bijlage 4).
BIJLAGE 1; STANDAARD AANVRAAGPROCEDURE
BIJLAGE 2; SPECIFICATIE VAN DE DIENSTVERLENING
sportbegeleidersop uur basis;
3.Het geschil
4.De beoordeling
Schriftelijke of mondelinge overeenkomst?
e-mail van 27 augustus 2020 vraagt [A] aan [C] van [eiseres] om een overzicht van de afgesproken inzet van de sportdocenten. Bij e-mail van 28 augustus (productie 14 bij dagvaarding) heeft [C] dit overzicht aan [eiseres] gestuurd. Uit dit overzicht volgt dat er een inzet van een sportbegeleider is overeengekomen voor de duur van 22,5 uur per week. Nu [eiseres] niet duidelijk heeft gemaakt hoe zij aan het aantal van 24 uur per week komt, dient naar oordeel van de kantonrechter te worden uitgegaan van het uit het overzicht volgende aantal van 22,5 uur per week.
e-mailcorrespondentie van 30 maart 2020 tussen haar en [gedaagde] overgelegd waaruit volgt dat [gedaagde] akkoord is gegaan met de door [eiseres] voorgestelde wijze van factureren van de aanvullingsuren. [gedaagde] was dus ook op die grond verplicht om de aanvullingsuren aan [eiseres] te voldoen.
Onbetaald gelaten facturen
- factuur [factuur 1] van 8 juni 2020 voor een bedrag van € 679,28 (restant);
- factuur [factuur 2] van 8 juni 2020 voor een bedrag van € 1.162,18;
- factuur [factuur 3] van 8 juli 2020 voor een bedrag van € 2.985,96;
- factuur [factuur 4] van 15 augustus 2020 voor een bedrag van € 114,95.
(€ 114,95 inclusief btw) verschuldigd om lid te zijn van de invalpoule van [eiseres] . Dit betekent dat [gedaagde] deze factuur ten onrechte onbetaald heeft gelaten.
Schadevergoeding
€ 17.808,--. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: de inzet van een sportbegeleider voor 24 uur per week x 28 weken tegen een tarief van € 26,50 exclusief btw per uur. Vanwege de op haar rustende schadebeperkingsplicht, in de zin van artikel 6:101 lid 1 BW, heeft [eiseres] een bedrag van € 6.996,-- op het contractsbelang in mindering gebracht, omdat de sportbegeleider die bij [gedaagde] zou worden ingezet op 30 april 2021 uit dienst is getreden. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: 11 weken x 24 uur per week tegen een tarief van € 26,50. [eiseres] maakt wel aanspraak op de gemiste marge over het bedrag van € 6.996,--. De marge is 35%, derhalve € 2.448,60. Daarnaast heeft [eiseres] een bedrag van € 1.543,42 op het contractsbelang in mindering gebracht vanwege het door de overheid aan haar toegekende bedrag over de maanden januari en februari 2021 op grond van de NOW-regeling vanwege de coronacrisis.
€ 5.962,50. Dit bedrag zal op het contractsbelang in mindering worden gebracht. De gemiste marge over dat bedrag bedraagt (35% van € 5.962,50=) € 2.086,88.
- schade € 14.310,00
- gemiste marge € 2.086,88
- besparing sportbegeleider € 5.962,50 (min)
- NOW-compensatie
€ 1.494,00(3 punten x tarief € 498)