In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 12 oktober 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar aangetekend tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, omdat verweerder volgens haar niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 17 november 2021. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en dat het beroep kennelijk gegrond is. Verweerder heeft op 22 mei 2022 in gebreke gesteld, en de rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank verleent verweerder een termijn van tien weken om dit besluit bekend te maken, gezien de complexiteit van de herbeoordelingen en het aantal aanvragen. Tevens wordt verweerder opgedragen een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 379,50 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.