ECLI:NL:RBMNE:2022:4098
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening zonder verschoonbare termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, woonachtig in [woonplaats], heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, dat op 16 januari 2022 bekend is gemaakt. Eiser heeft zijn beroepschrift echter pas op 3 maart 2022 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken valt. De rechtbank heeft overwogen dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn van openbare orde is, wat betekent dat deze niet kan worden verlengd zonder geldige redenen.
Eiser heeft aangevoerd dat zijn beroepschrift op 15 februari 2022 is verzonden, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is van tijdige verzending. Eiser heeft het beroepschrift niet aangetekend verzonden, waardoor er geen bewijs is van de datum van verzending. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser in verzuim is geweest en dat er geen geldige reden is voor de te late indiening van het beroep. Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verdere behandeling van de zaak nodig was. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze beslissing binnen zes weken na verzending van de uitspraak.