Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
[verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde mr. M.E. Stefels,
wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
gemachtigde mr. T. Dalmolen.
1.De procedure
2.De feiten
30 november 2021 het volgende:
De toon van jouw mail is onacceptabel. Het kan zijn dat we het inhoudelijk op onderwerpen niet eens zijn of dat je vindt dat je te lang op antwoorden moet wachten. Dat maakt niet dat jij je naar mij als jouw leidinggevende toe kunt uiten in woorden als 'ik daagje uit'. lk heb dit overigens al een keer eerder aangegeven. lk accepteer dit niet en zal, als dit nog een keer gebeurt, daar serieus met jou over in gesprek gaan.”
3.Het geschil
het verzoek
4.De beoordeling
subsidiaireverzoek) van mening dat sprake is van een onherstelbare vertrouwensbreuk, die, volgens [verzoekster] , leidt tot een verstoorde arbeidsrelatie. [verweerster] heeft – ook op de mondelinge behandeling – aangevoerd dat zij graag haar werk bij [verzoekster] wil voortzetten. Desgevraagd heeft [verzoekster] van haar zijde duidelijk laten weten dat zij dit niet ziet zitten. Voor dit laatste bestaat naar het oordeel van de kantonrechter ook voldoende aanleiding en hiertoe is het volgende redengevend.