Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
gemachtigde: mr. M.J. Hamer,
1.de vennootschap onder firma[gedaagde sub 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
gedaagden in conventie,
gemachtigde: mr. A.A. Mayland.
1.De procedure
- de dagvaarding met 12 producties van 9 september 2022
- de producties 13 tot en met 21 van [eiseres]
- de conclusie van antwoord met 10 producties met daarin een eis in reconventie.
2.De feiten
3.Waar gaat de zaak in de kern over?
€ 420,82 netto vanwege te veel betaald loon. Dit bedrag vordert zij in reconventie.
4.De beoordeling
in conventie
1 september 2022 verschuldigd is. Hoewel de vordering om het loon na 1 september 2022 door te betalen een toekomstige vordering is die nog niet opeisbaar is, zal de vordering worden toegewezen omdat er gegronde vrees is dat [gedaagde sub 1] het loon van [eiseres] niet zal betalen. Zij meent immers dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd.
1 september 2019 tot 1 september 2022 beslaat 157 weken. Aan [eiseres] had daarom 157 x
€ 400,- netto x 1,08 (vakantietoeslag) = € 67.824 netto moeten worden voldaan. [gedaagde sub 1] heeft ook volgens haar eigen zeggen € 58.423,61 netto betaald. Daarom
€ 9.400,39 netto te weinig. Nu [eiseres] ‘slechts’ € 9.000,- netto vordert en de kantonrechter niet meer dan gevorderd kan toewijzen zal dit bedrag worden toegewezen, te betalen binnen de gevorderde termijn van zeven dagen na datum van dit vonnis.