In deze zaak vordert [handelsnaam] betaling van een factuur van € 1.717,95 van [gedaagde] voor het leveren en plaatsen van een schutting en deur in de tuin van [gedaagde]. De procedure begon met een dagvaarding op 30 maart 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 29 augustus 2022. [gedaagde] heeft geweigerd te betalen, omdat hij ontevreden was over de uitvoering van het werk. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst was tussen partijen en dat [handelsnaam] zijn verplichtingen is nagekomen. [gedaagde] heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stelling dat het werk niet naar behoren is uitgevoerd. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] in verzuim verkeert en veroordeelt hem tot betaling van de hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 28 september 2022 door de kantonrechters P.S. Elkhuizen-Koopmans en M. Ramsaroep.