Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift ingekomen op 29 april 2022;
- het verweerschrift van [verweeerster] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin [verzoekster] BV verzocht om verlenging van de ontruimingstermijn van een bedrijfsruimte. De ontruiming was eerder aangezegd door [verweeerster] en zou plaatsvinden op 6 juni 2022. [verzoekster] had een huurachterstand en verzocht om uitstel van de ontruiming, onder verwijzing naar investeringen in de bedrijfsruimte en de impact van de coronamaatregelen op de bedrijfsvoering. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de belangen van beide partijen toegelicht. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek van [verzoekster] moest worden afgewezen, omdat de verhuurder aannemelijk had gemaakt dat de huurder niet langer gebruik kon maken van de bedrijfsruimte vanwege wanbetaling. De kantonrechter stelde de ontruimingstermijn vast op 1 november 2022, waarbij werd opgemerkt dat [verzoekster] voldoende tijd had om de bedrijfsruimte te ontruimen. Tevens werd [verzoekster] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 498,- aan salaris voor de gemachtigde van [verweeerster].