Op 30 september 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bijstandsfraude. De verdachte, geboren in 1960 en woonachtig in Hilversum, heeft samen met een medeverdachte gedurende een periode van meer dan zes jaar geen melding gemaakt van inkomsten die zij genereerden uit online handel in kleding, schoenen en andere goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en haar medeverdachte, terwijl zij een bijstandsuitkering ontvingen, opzettelijk hebben nagelaten om tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de Sociale Dienst en de gemeente Hilversum. Dit heeft geleid tot een benadeling van de sociale zekerheid van in totaal € 86.084,88.
Tijdens de terechtzitting op 16 september 2022 is de verdachte niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De officier van justitie, mr. D.P.L. ter Laak, heeft gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 160 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gehonoreerd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren, te vervangen door 80 dagen hechtenis indien deze niet of niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op de zitting.