In deze zaak hebben verzoekers, de vereniging Nationale Bond Overheidszaken (NBO) en een privépersoon, een verzoek ingediend bij de Rechtbank Midden-Nederland voor een voorlopig getuigenverhoor. Dit verzoek is gericht tegen een wetenschapper die als coauteur heeft bijgedragen aan de Corman-Drosten paper, een wetenschappelijk artikel dat een testprotocol voor het SARS-CoV2-virus beschrijft. Verzoekers beschuldigen de verweerster van onrechtmatig handelen, omdat zij meent dat de paper op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat de verweerster niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en vakbekwaam wetenschapper verwacht mag worden. De rechtbank heeft het verzoek van de NBO afgewezen, omdat niet is voldaan aan de vereisten voor een collectieve actie en de vereniging geen eigen belang heeft aangetoond. Het verzoek van de privépersoon is ook afgewezen, omdat de vragen die hij aan de getuigen wilde stellen niet relevant waren voor de vaststelling van onrechtmatig handelen door de verweerster. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor bij gebrek aan belang is afgewezen. De proceskosten zijn toegewezen aan de verweerster.