Op 14 juni 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder inmiddels op 17 mei 2022 alsnog een besluit heeft genomen, waardoor het procesbelang van eiseres bij het beroep tegen het niet tijdig beslissen is komen te vervallen. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres ten tijde van het instellen van het beroep wel belang had bij het rechtsmiddel. De rechtbank heeft verweerder daarom veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en de proceskosten van € 379,50,- die eiseres heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep. De kosten zijn vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij een wegingsfactor van 0,5 is toegepast.
De uitspraak is gedaan door rechter M. Eversteijn en is openbaar uitgesproken op 14 juni 2022. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.