ECLI:NL:RBMNE:2022:3802
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding en afwijzing van verzoeken om schadevergoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 september 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van een werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer. De werkgever, een besloten vennootschap, verzocht om ontbinding op grond van een verstoorde arbeidsverhouding, die volgens hen was ontstaan door een langdurig arbeidsconflict. De werknemer, die sinds 2012 in dienst was, had zich in mei 2021 ziek gemeld en was sindsdien niet in staat geweest om te re-integreren. De werkgever stelde dat de werknemer niet bereid was om haar werkzaamheden te hervatten, ondanks pogingen tot mediation en re-integratie.
De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsverhouding ernstig en duurzaam verstoord was, en dat de werkgever niet kon worden verplicht de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De rechter wees het verzoek van de werknemer om een billijke vergoeding en schadevergoeding af, omdat de door de werknemer gestelde schade uitsluitend verband hield met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever de transitievergoeding van € 21.233,72 aan de werknemer moest betalen, maar dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van de werkgever. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 november 2022, en de werkgever werd ook veroordeeld tot uitbetaling van een eindafrekening, waaronder 289,33 verlofuren.