4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 en 2
[slachtoffer] , woonachtig in [woonplaats] , heeft verklaard dat zij op 16 februari 2020 na 16.05 uur de oude laptop van verdachte heeft gekregen. Zij kwam er in april 2020 achter dat het programma [programma] toegang had tot de camera en de microfoon van deze laptop.Op 26 oktober 2020 zag [slachtoffer] dat het programma nog steeds actief was en data aan het uploaden was naar een ander IP-adres. Zij zag ook dat er 65 GB aan data was geüpload.
Uit onderzoek aan de laptop die [slachtoffer] in gebruik had, blijkt dat op 16 februari 2020 om 14:18 uur het programma [programma] is geïnstalleerd en dat er diezelfde dag om 14.33 uur is ingelogd op http:// [website] .com. [programma] is een programma wat gebruikt kan worden om een systeem op afstand te monitoren, zo kunnen bijvoorbeeld toetsaanslagen worden bijgehouden en doorgestuurd en kan de webcam op afstand aangestuurd worden. Op het dashboard kan de [programma] software aangestuurd worden. Het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com is gebruikt om te registeren op deze website.[programma] is de programmanaam van het [programma] pakket.Tussen 16 februari 2020 en 20 april 2020 is er 99 keer ingelogd op [programma] .Er is zowel met Nederlandse IP-adressen als Zweedse adressen ingelogd. Bij de registratie op de website van [programma] is het (oude) woonadres van verdachte in Amsterdam opgegeven.In de periode dat verdachte voor zijn werk in Zweden was werd voornamelijk ingelogd op [programma] via een Zweeds IP adres, in een aantal gevallen was een Nederlands mobiel IP adres te zien, mogelijk door het routeren van het data verkeer via de Nederlandse provider. De momenten waarop verdachte in Nederland was werd alleen via Nederlandse IP adressen ingelogd. Verder bleek niet ingelogd te zijn in [programma] van 21 tot 24 februari 2020 en van 20 maart tot 31 maart 2020, op deze momenten waren [slachtoffer] en verdachte samen.
Verdachte heeft ter zitting van 9 september 2022 verklaard dat hij het programma [programma] heeft geïnstalleerd op zijn oude laptop en dat hij deze laptop daarna aan het slachtoffer heeft gegeven. Ook heeft verdachte verklaard dat hij het slachtoffer wilde controleren.
Verder heeft verdachte verklaard dat het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com zijn e-mailadres is en dat de bevindingen over de data waarop hij in Zweden en Nederland was, juist zijn.
De hiervoor genoemde bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt tot bewijs van het feit waarop zij blijkens hun inhoud in het bijzonder betrekking hebben.
Oogmerk
Met ‘oogmerk’ wordt bedoeld, de (primaire) bedoeling van verdachte. Nu verdachte heeft verklaard dat hij het slachtoffer door middel van het programma [programma] wilde controleren, acht de rechtbank bewezen dat verdachte het oogmerk had tot afluisteren, aftappen en/of opnemen van gegevens van de laptop die het slachtoffer gebruikte.
Wederrechtelijkheid
Niet is komen vast te staan dat het slachtoffer wist dat het programma [programma] op de laptop die zij gebruikte was geïnstalleerd. De verdediging heeft aangevoerd dat het elkaar in de gaten houden onderdeel was van de relatie tussen verdachte en het slachtoffer. De rechtbank volgt de verdediging dat daarmee de wederrechtelijkheid van het handelen van verdachte komt te vervallen, niet. Met zijn handelen heeft verdachte een grote inbreuk gemaakt op de privacy van het slachtoffer, dit kan niet worden gerechtvaardigd door hetgeen de raadsman heeft gesteld. Dat het slachtoffer niet al in april 2020 aangifte heeft gedaan, doet daar niet aan af.
Gegevensverwerking of gegevensoverdracht
De stelling van de raadsman dat er geen sprake is van gegevens die worden verwerkt of overgedragen via telecommunicatie of een geautomatiseerd werk en van aftappen of opnemen, volgt de rechtbank ook niet.
Zoals volgt uit de bewijsmiddelen, is [programma] een programma wat gebruikt kan worden om een systeem op afstand te monitoren. Zo kunnen bijvoorbeeld toetsaanslagen worden bijgehouden en doorgestuurd en kan de webcam op afstand aangestuurd worden. Via het dashboard (http:// [website] .com) kan de [programma] software aangestuurd worden. De volledige functionaliteit van het programma [programma] is te vinden op de website www. [website] , die via een openbare bron (het internet) zonder noemenswaardige moeite of specialistische kennis is te achterhalen. De functionaliteit van de [programma] software acht de rechtbank hiermee een feit van algemene bekendheid. Uit die functionaliteit volgt dat het programma [programma] zelfstandig gegevens vergaart en uploadt, die vervolgens via het dashboard beschikbaar worden gesteld. Hieruit volgt dat het voor verdachte door middel van het programma [programma] mogelijk was om gegevens die op de laptop werden verwerkt of overgedragen via telecommunicatie of een geautomatiseerd werk, via het dashboard te raadplegen. Er is in de tenlastegelegde periode 91 keer door verdachte ingelogd. Verdachte heeft niet willen verklaren over wat hij met de gegevens die hij door middel van het programma [programma] tot zijn beschikking had, heeft gedaan. In het geval verdachte niets met de gegevens heeft gedaan, dan had het op zijn weg gelegen dit uit te leggen. Dat heeft verdachte niet gedaan. Dit maakt dat de rechtbank vindt dat er gegevensverwerking en/of gegevensoverdracht via telecommunicatie of een geautomatiseerd systeem als bedoeld in artikel 139c van het Wetboek van Strafrecht heeft plaatsgevonden.
De beschikbaarheid van gegevens is, gelet op de functionaliteit van de [programma] software, niet gestopt op 20 april 2020. De rechtbank ziet dan ook geen reden om de tenlastegelegde periode te beperken tot en met 20 april 2020.
Conclusie
De rechtbank concludeert dat verdachte in de periode van 16 februari 2020 tot en met 26 oktober 2020 het programma [programma] op de laptop die het slachtoffer gebruikte, heeft geïnstalleerd en daarmee gegevens heeft afgetapt en/of opgenomen.