ECLI:NL:RBMNE:2022:3777

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
544619 / HA RK 22-189
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek na einduitspraak niet-ontvankelijk verklaard

In deze wrakingszaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 19 september 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. J.J. Catsburg, ingediend door de heer M.C. Neslo namens de verzoekster. Het wrakingsverzoek was ingediend op 12 september 2022, nadat de verzoekster eerder op 7 september 2022 een verzoek had ingediend, dat echter ingetrokken kon worden. De aanleiding voor de wraking was de vermeende partijdigheid van de rechter in twee eerdere zaken, UTR 22/2446 en UTR 22/2359, waarin op 6 september 2022 einduitspraken waren gedaan. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk is, omdat het verzoek is ingediend nadat de einduitspraak was gedaan. Volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan een rechter niet meer gewraakt worden nadat er een einduitspraak is gedaan, omdat de behandeling van de zaak dan is geëindigd. De wrakingskamer heeft deze beslissing zonder behandeling ter zitting genomen, conform het wrakingsprotocol van de rechtbank Midden-Nederland. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer/rekestnummer: 544619 / HA RK 22-189
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van
19 september 2022
op het verzoek in de zin van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb) van:
[verzoeker] ,
wonend in [woonplaats] (Suriname)
(verder te noemen verzoeker),
gemachtigde: M.C. Neslo.

1.De procedure

1.1.
Bij brief van 7 september 2022 heeft de heer Neslo namens verzoekster een verzoek ingediend tot wraking van mr. Slierendrecht. Uit de bij deze brief gevoegde bijlagen begrijpt de wrakingskamer dat de heer Neslo heeft bedoeld mr. J.J. Catsburg als behandelend rechter te willen wraken naar aanleiding van uitspraken in de zaken met zaaknummers UTR 22/2446 en UTR 22/2359.
1.2.
Uit dit wrakingsverzoek volgde dat de reden voor de wraking was gelegen in het feit dat aan de heer Neslo was bericht per brief van 18 augustus 2022 dat de zitting van 23 augustus 2022 in beide zaken geen doorgang zou vinden en dat er een andere datum zou worden bepaald. Uit de beslissingen van 6 september 2022 in beide zaken is gebleken dat de zitting van 23 augustus 2022 echter wel is doorgegaan.
1.3.
De wrakingskamer heeft, na ontvangst van het wrakingsverzoek, op 12 september 2022 telefonisch contact opgenomen met de heer Neslo. In het telefonisch contact met de wrakingskamer gaf de heer Neslo aan dat de wraking als ingetrokken kon worden beschouwd.
1.4.
Op 12 september 2022 ontving de wrakingskamer een nieuw wrakingsverzoek in beide zaken op andere gronden tegen mr. J.J. Catsburg.
1.5.
De wrakingskamer ziet aanleiding om – in afwijking van het in artikel 8:18 lid 1 Awb neergelegde uitgangspunt – uitspraak te doen over het door verzoekster ingediende wrakingsverzoek, zonder dat dit verzoek ter zitting wordt behandeld. Daartoe wordt het volgende overwogen.

2.Het wrakingsverzoek en de beoordeling hiervan

2.1.
Het verzoek tot wraking van 12 september 2022 is gericht tegen mr. J.J. Catsburg als behandelend rechter (hierna te noemen: de rechter), in de zaken met zaaknummers UTR 22/2446 en UTR 22/2359. Namens verzoekster heeft de heer Neslo aan het wrakingsverzoek ten grondslag gelegd dat de uitspraken van 6 september 2022 in beide zaken partijdig zijn. De heer Neslo heeft dit wrakingsverzoek nog nader onderbouwd per e-mails van 14 september 2022 en 15 september 2022.
2.2.
De wrakingskamer heeft bij de rechter geïnformeerd of het juist is dat beide zaken inmiddels zijn geëindigd door de uitspraken van 6 september 2022. De rechter heeft dit bevestigd. Op 6 september 2022 is in beide zaken een einduitspraak gedaan. Deze beslissingen zijn ook als bijlagen aan het wrakingsverzoek toegevoegd.
2.3.
Op grond van artikel 8:15 Awb kan elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Het middel van wraking
is toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die tegenover een partij
een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die daarover vrees heeft die objectief
gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer
worden bereikt als de rechter een einduitspraak heeft gedaan, omdat de behandeling van de
zaak daarmee is geëindigd. De wet voorziet daarom niet in de mogelijkheid om wraking te
verzoeken van een rechter nadat er een einduitspraak is gedaan.
2.4.
In de hiervoor genoemde zaken heeft de rechter op 6 september 2022 uitspraak gedaan. Dit betreffen eindbeslissingen, waarmee de behandeling van de zaken is geëindigd. Het wrakingsverzoek is ingediend nadat einduitspraak is gedaan. Dat betekent dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek. Op grond van artikel 4, tweede lid onder d, van het wrakingsprotocol van de rechtbank Midden-Nederland is deze beslissing genomen zonder behandeling ter zitting.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker en haar gemachtigde, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, andere betrokken partijen, de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is, en de president van deze rechtbank.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. R.M. Berendsen en
mr. A.C. van den Boogaard als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. L.C.J. van der Heijden, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.