ECLI:NL:RBMNE:2022:376
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaarschrift inzake wijziging tenaamstelling omzettingsvergunningen
Op 4 februari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De zaak betreft een bezwaarschrift dat te laat is ingediend door de eiser tegen een besluit van verweerder, waarin een verzoek tot wijziging van de tenaamstelling van omzettingsvergunningen werd toegewezen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar verweerder verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. Eiser stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij pas op 6 mei 2020 op de hoogte was geraakt van het besluit door een Wob-verzoek. De rechtbank oordeelde echter dat eiser vanaf 5 maart 2020 op de hoogte had kunnen zijn van het besluit en dat hij binnen twee weken na deze datum bezwaar had moeten indienen. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. Lange, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. Janssens-Kleijn.