Op 19 september 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een veroordeelde die eerder was veroordeeld voor diefstal met valse sleutels. De vordering tot ontneming was ingediend door de officier van justitie, mr. A.A. Nieli, en betrof een bedrag van € 58.121,07, dat als wederrechtelijk verkregen voordeel werd geschat. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 5 september 2022, waar de verdediging, vertegenwoordigd door mr. N.J. Hos, pleitte voor een verlaging van het ontnemingsbedrag. De veroordeelde had bekend een bedrag van € 26.511,07 te hebben weggenomen door middel van overboekingen, maar betwistte het volledige bedrag van € 58.121,07.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde het bedrag van € 58.121,07 had gestolen door zonder toestemming overboekingen te doen van de rekening van de benadeelde partij naar zijn eigen rekening. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om het ontnemingsbedrag te matigen. Daarom werd de veroordeelde verplicht om dit bedrag aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft de maatregel gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht en heeft de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 1080 dagen.
Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.