Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Lelystad
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 juni 2011 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens, kort gezegd, verschillende zedendelicten;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 18 september 2015;
- de beslissing van deze rechtbank van 13 september 2021, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met één jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 11 augustus 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar;
- het verlengingsadvies [kliniek] van 26 juli 2022, opgemaakt door [klinisch psycholoog] (klinisch psycholoog/psychotherapeut, hoofd patiëntenzorg en tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting), [psycholoog] (psycholoog en assistent-hoofd behandeling) en [psychiater] (psychiater), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met één jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 16 juli 2019 tot en met 22 augustus 2022;
- de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
Om goed uit te kunnen stromen is het vinden van een eigen woning belangrijk. Daarnaast is de sociale inbedding en hoe betrokkene met zijn behandeling en zijn uitdaging in de resocialisatie omgaat, van groot belang. Betrokkene ziet veel beren op de weg en vindt het moeilijk om creatief oplossingen te vinden. Doordat hij problemen verwacht met contact maken, besluit hij om de contacten niet aan te gaan. Dit terwijl hij wel aangeeft genegenheid en contact te missen. Hij heeft nu vooral contact met zijn moeder en een goede vriend. Hij moet de uitdaging van zijn resocialisatietraject meer aangaan, hier is de behandeling ook op gericht. De ontwikkeling afgelopen jaar is te minimaal geweest om nu over een voorwaardelijke beëindiging te kunnen spreken. De inrichting heeft contact met de reclassering. Het is nog niet duidelijk welk kader hierna het beste is voor betrokkene; proefverlof of een voorwaardelijke beëindiging. Pas wanneer dit helder is kan ook het project Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid (COSA) ingezet worden.
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing
[betrokkene]met één jaar.