3.1.[eiser] vordert, na wijziging van zijn eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
1. [gedaagde] te veroordelen om zo snel mogelijk, doch uiterlijk zeven dagen na de dag
van het te wijzen vonnis, althans na een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de [naam] in de staat zoals deze zich op 18 november 2021 bevond (zowel zomerklaar als vaarklaar), weer aan [eiser] ter beschikking te stellen, waaronder in elk geval moet worden verstaan om de sleutels van de [naam] aan [eiser] te retourneren en om de door haar geplaatste ketting aan de [naam] te (doen) verwijderen, bij gebreke waarvan [gedaagde] vanaf de achtste dag na de dag van het vonnis een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag verbeurt.
2. [gedaagde] , onder de voorwaarde van betaling van € 6.914,60 excl. BTW, door
[eiser] , te veroordelen om zo snel mogelijk, doch zeven dagen na de dag van het in deze
te wijzen vonnis, althans na een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de [naam] in de staat zoals deze zich op 18 november 2021 bevond
(zowel zomerklaar als vaarklaar), weer aan [eiser] ter beschikking te stellen, waaronder in elk geval moet worden verstaan om de sleutels van de [naam] aan [eiser] te retourneren en om de door haar geplaatste ketting aan de [naam] te (doen) verwijderen, bij gebreke waarvan [gedaagde] vanaf de achtste dag na het in dezen te wijzen vonnis een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag verbeurt.
3. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van:
( a) de buitengerechtelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 sub c BW ten bedrage van € 925,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele betaling;
( b) de kosten van deze procedure met bepaling dat, als deze kosten niet binnen veertien
dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd; en
( c) nakosten een bedrag van € 163,00 zonder betekening, verhoogd met een bedrag van
€ 85,00 in geval van betekening, met bepaling dat, als deze kosten niet binnen
veertien dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd.