Uitspraak
1.De procedure
Bij de mondelinge behandeling zijn verzoeker en zijn gemachtigde verschenen. De rechter is met bericht van verhindering niet verschenen.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.C. Stijnen, de rechter in de bestuursrechtelijke procedure met zaaknummer 21/4461. Verzoeker stelt dat de rechter niet onpartijdig is, omdat zij in het verleden in 15 zaken onterecht beslissingen heeft genomen die nadelig waren voor verzoeker en voordelig voor de verweerder, het college van B&W van de gemeente Utrecht. Dit zou blijken uit eerdere uitspraken van de Raad van State van 15 juni 2022 en 28 juli 2022. Daarnaast verwijst verzoeker naar een uitspraak van 22 juli 2022, waarin de rechter zich zou hebben gecommitteerd aan het oordeel van een meervoudige kamer, wat verzoeker als partijdig beschouwt.
De wrakingskamer heeft op 9 september 2022 het wrakingsverzoek behandeld. Tijdens de zitting waren verzoeker en zijn gemachtigde, mr. M.M. Breukers, aanwezig, terwijl de rechter met bericht van verhindering niet kon verschijnen. Na de behandeling heeft de wrakingskamer de beslissing genomen dat het verzoek tot wraking ongegrond is. De wrakingskamer oordeelt dat de eerdere vernietigingen van beslissingen in hoger beroep, ook al zijn het er meerdere, niet automatisch leiden tot de conclusie dat de rechter partijdig is. Evenmin leidt de verwijzing naar de uitspraak van de meervoudige kamer tot de conclusie van partijdigheid.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd is en dat de rechter in kwestie geacht wordt onpartijdig te zijn, tenzij het tegendeel vaststaat. De procedure van verzoeker met zaaknummer 21/4461 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. De mondelinge uitspraak is gedaan door de wrakingskamer en is openbaar uitgesproken, waarbij is opgemaakt dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat.