Uitspraak
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
Er kan aan uw zijde sprake zijn van eigen schuld, want u heeft het niet zo handig gedaan hè, mijnheer [verzoeker] .” De rechter heeft haar standpunt daarna toegelicht met: “
Er is iets mis gegaan. U heeft uw collega’s op de kast gejaagd, waardoor zij het [naam] hebben gebeld.” Deze woorden kwamen bij verzoeker hard aan. Verzoeker heeft van zijn werkgever zonder onderzoek het stempel fraudeur gekregen en zijn werkgever heeft hem verweten dat hij zijn collega’s heeft overruled, gepasseerd of zelfs medeplichtig heeft gemaakt. Voor verzoeker is het buitengewoon belangrijk dat zijn naam wordt gezuiverd. Door de uitspraak van de bestuursrechter van 19 maart 2021 voelde verzoeker zich eindelijk gesterkt. In deze uitspraak is niet vast komen te staan dat er sprake was van eigen schuld aan de zijde van verzoeker en/of dat “hij het niet handig heeft gedaan”. Ook is niet komen vast te staan dat verzoeker collega’s op de kast heeft gejaagd en/of onder druk heeft gezet, overruled of gepasseerd heeft. De bestuursrechter heeft alleen geoordeeld dat het netter zou zijn geweest als verzoeker uiteindelijk in gezamenlijk overleg met een collega de knoop zou hebben doorgehakt. Dat is wezenlijk iets anders dan de rechter tijdens de zitting aan verzoeker heeft medegedeeld. Door de woorden van de rechter voelde verzoeker zich opnieuw veroordeeld. De woorden van de rechter kunnen door verzoeker daarom onmogelijk als onafhankelijk en onpartijdig worden gezien. Ook de conclusie van de rechter dat verzoeker zijn collega’s boos heeft gemaakt en op de kast heeft gejaagd waardoor zij het [naam] moesten bellen, is niet juist en getuigt van vooringenomenheid.