Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek met productie 8,
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde] B.V. over de afrekening van een operationele leaseovereenkomst. De partijen hebben op 5 augustus 2016 een leaseovereenkomst gesloten voor een Citroën C4 Cactus. [gedaagde] heeft vanaf april 2019 een betalingsachterstand laten ontstaan, wat heeft geleid tot de voortijdige beëindiging van de overeenkomst en de inname van de auto door [eiseres] op 24 juni 2019.
[eiseres] vorderde betaling van verschillende kosten, waaronder achterstallige termijnen, kosten van de voortijdige beëindiging, kilometerafrekening en inleverschade, in totaal € 5.726,64, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] voerde verweer en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] of afwijzing van de vorderingen, met veroordeling in de proceskosten.
De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele kostenposten die niet correct waren doorbelast aan [gedaagde]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] een gedeelte van de inleverschade en de kosten van het incassobureau niet hoeft te betalen. De hoofdsom van de vordering is vastgesteld op € 4.176,64, met een toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten tot het wettelijke tarief. De contractuele rente van 1,5% per maand is toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding.
In de beslissing is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van in totaal € 4.718,64, vermeerderd met rente, en is [gedaagde] ook in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 1.122,17. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.