ECLI:NL:RBMNE:2022:3689
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake kinderopvangtoeslag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 22 augustus 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor kinderopvangtoeslag op 21 januari 2021, waarop de Belastingdienst niet tijdig had beslist. Eiseres heeft de Belastingdienst op 10 januari 2022 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De rechtbank legt uit dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een ingebrekestelling pas kan worden ingediend als de beslistermijn is verstreken.
De rechtbank wijst erop dat de Belastingdienst de beslistermijn had verlengd met zes maanden, waardoor de deadline voor een beslissing op de aanvraag op 21 januari 2022 lag. Aangezien de ingebrekestelling eerder was ingediend, is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank benadrukt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, omdat het beroep niet ontvankelijk is verklaard. Eiseres wordt wel aangemoedigd om de Belastingdienst opnieuw in gebreke te stellen, mocht zij dat wensen.
De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier J. Fagel, en is openbaar uitgesproken op 22 augustus 2022. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht.