ECLI:NL:RBMNE:2022:3687

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
16/047246-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot doodslag en diefstallen met braak door verdachte en medeverdachte

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 14 september 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1994 in Roemenië, die samen met een medeverdachte betrokken was bij een vluchtpoging waarbij gereedschappen uit een rijdende auto werden gegooid richting politieauto's. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van poging tot doodslag op drie politieagenten en voor meerdere diefstallen met braak. De feiten vonden plaats op 23 februari 2022 in de gemeente Molenlanden, waar de verdachte en zijn medeverdachte tijdens een achtervolging door de politie, gereedschappen uit hun voertuig gooiden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachte bewust de kans op dodelijke afloop voor de agenten hebben aanvaard. De verdachte heeft ook meerdere inbraken gepleegd in bedrijfsbussen, waarbij hij samen met zijn medeverdachte goederen heeft weggenomen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft de vorderingen van benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/047246-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 september 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] (Roemenië),
zonder vaste woon- of verblijfsplaat in Nederland,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.
Raadsman: mr. D. Fontein, advocaat te Koog aan de Zaan.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 juni 2022 en op 31 augustus 2022. De rechtbank heeft op laatstgenoemde datum de zaak tegen verdachte inhoudelijk behandeld.
De officier van justitie mr. J.R.F. Esbir Wildeman, de verdediging en [gemachtigde] , de gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1op 23 februari 2022 te gemeente Molenlanden samen met een ander heeft geprobeerd om verbalisanten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] van het leven te beroven dan wel (subsidiair) heeft geprobeerd om zwaar lichamelijk letsel aan hen toe te brengen;
feit 2tussen 22 februari 2022 en 23 februari 2022 te [plaats] samen met een ander heeft ingebroken in een bedrijfsbus van [benadeelde 1] en daarbij goederen heeft weggenomen dan wel (subsidiair) zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die weggenomen goederen;
feit 3tussen 22 februari 2022 en 23 februari 2022 te [plaats] samen met een ander heeft ingebroken in een bedrijfsbus van [benadeelde 2] en daarbij goederen heeft weggenomen dan wel (subsidiair) zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die weggenomen goederen;
feit 4tussen 22 februari 2022 en 23 februari 2022 te [plaats] samen met een ander heeft ingebroken in een bedrijfsbus van [benadeelde 3] en daarbij goederen heeft weggenomen dan wel (subsidiair) zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die weggenomen goederen;
feit 5op 23 februari 2022 te De Krim samen met een ander heeft ingebroken in een bedrijfsbus van [benadeelde 4] en daarbij goederen heeft weggenomen dan wel (subsidiair) zich schuldig heeft gemaakt heling van die weggenomen goederen;
feit 6tussen 22 februari 2022 en 23 februari 2022 te Coevorden samen met een ander heeft ingebroken in een bedrijfsbus van [benadeelde 5] en daarbij goederen heeft weggenomen dan wel (subsidiair) zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die weggenomen goederen;
feit 7op 23 februari 2022 te gemeente Molenlanden zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan heling van een slijpmachine;
feit 8op 23 februari 2022 te Brandwijk samen met een ander drie personenauto’s heeft beschadigd.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4.
De waardering van het bewijs [1]
feit 1
De rechtbank gaat op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting uit van de navolgende feiten en omstandigheden.
Op 23 februari 2022 omstreeks 06.36 uur reed verbalisant [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) in zijn privé auto op de A28. Voor hem reed een grijze Ford, model station, met het Franse kenteken [kenteken 1] (hierna: de Ford). De bestuurder van de Ford wisselde van rijstrook en raakte daarbij de rechterflank van een bestelbus, waarna de bestuurder van de Ford hard wegreed. [slachtoffer 3] gaf dit door aan 112 en reed achter de Ford aan.
Tijdens de achtervolging zag hij dat de achterbank van de Ford vol lag met gereedschap en dat er naast de bestuurder nog iemand in de auto zat. [2] De bestuurder nam de afslag 26 bij Lexmond, is onderaan de afslag linksaf geslagen in de richting van Meerkerk en bracht daar de Ford tot stilstand. [slachtoffer 3] blokkeerde met zijn auto de deur van de Ford, stapte uit zijn auto en liep in de richting van de bestuurderszijde, waarbij hij zijn politiepas liet zien en luidkeels riep “Politie, open de deur! Laat je handen zien”.
Hij zag dat zowel de bestuurder als de bijrijder hem aankeken, waarna de bestuurder gas gaf en wegreed. [slachtoffer 3] rende terug naar zijn auto en zette de achtervolging in. Nadat de Ford het gemeentebord van Meerkerk passeerde, reed de Ford de [straat 1] op en sloeg linksaf naar de [straat 2] te Meerkerk. Deze straat loopt over in de [straat 3] waar [slachtoffer 3] een opvallende politieauto zijn kant op zag rijden.
[slachtoffer 3] zag dat de politieauto blauwe lampen voerde en dat het stopteken aan de voorzijde aanstond. De Ford stopte, waarna [slachtoffer 3] uitstapte en in de richting van de bestuurderskant van de Ford rende om de bestuurder aan te houden. Hij zag de bestuurder van de Ford gas geven en dat deze met een snelheid van ongeveer 50 kilometer per uur reed in de richting van de politieauto. Hij zag de Ford met een snelheid van ongeveer 40 kilometer per uur inreed op de stilstaande politieauto.
[slachtoffer 3] zette opnieuw de achtervolging in. Ook de politieauto hervatte de achtervolging en haalde hem in. [3] Op enig moment reden ze op de N214. Toen ze op de N214 reden opende de bijrijder van de Ford zijn portier en gooide zware stukken gereedschap gericht voor de opvallende politieauto en zijn eigen auto. [slachtoffer 3] zag verschillende bandensnijders en zware gereedschapskisten voorbij komen, die te nauwer nood konden worden ontweken. [4] Hierbij kwam hij op de andere weghelft om zo een aanrijding met deze voorwerpen te voorkomen. De bijrijder hing buiten het portier met de deur open en de bijrijder gooide met beide handen de gereedschappen op het midden van de weg. Tijdens het gooien van de materialen lag de snelheid rond de 90 kilometer per uur en de afstand tussen zijn voertuig en de Ford bedroeg ongeveer 100 meter. [5] Ze reden op dat moment op een ononderbroken, niet verlichte, provinciale weg met veel tegenliggers, waarbij de snelheid van de Ford rond de 100 kilometer per uur lag. In zijn spiegel zag [slachtoffer 3] burgerauto’s net op tijd tot stilstand komen voor het gereedschap. Toen de tweede politieauto bij de achtervolging aansloot, staakte [slachtoffer 3] de achtervolging. [6] Op 3 maart 2022 heeft [slachtoffer 3] aangifte gedaan van poging doodslag, gepleegd op 23 februari 2022. [7]
Verbalisant [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) reed op 23 februari 2022, samen met zijn collega [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), in een opvallende politieauto. Omstreeks 06:45 uur ontvingen zij de melding dat een collega met zijn voertuig achter een Franse personenauto aan zat. Op de [straat 3] heeft hij zijn auto met in werking zijnde optische en geluidssignalen afgeschuind naar de linkerkant van de weg (naar de rechtbank begrijpt: naar de tegengelegen rijbaan).
Hij zag dat de Ford versnelde, tegen de politieauto aanreed en doorreed, waarop zij de achtervolging weer hervatten. [8] Toen de Ford rechtsaf sloeg naar de N216 zag [slachtoffer 2] dat de persoon, die op de passagiersstoel zat, zijn hoofd uit het raam stak en in hun richting keek. [slachtoffer 2] zag dat direct daarop de bijrijder een grijs voorwerp, ter grootte van zijn dienstwapen, uit de Ford op de weg gooide, die tegen hun auto aankwam. Uit de Ford kwamen steeds meer spullen, die [slachtoffer 2] herkende als gereedschap. [slachtoffer 2] zag een slijptol, een boormachine, een zaag en andere voorwerpen die daarop leken. De persoon gooide de spullen uit de Ford in hun richting. Een van de inzittenden van de Ford opende daartoe zijn portier aan de rechterkant. Op de N214 gooide de persoon steeds grotere voorwerpen, te weten grote kisten, uit de Ford in hun richting. Op de [straat 4] bracht de bestuurder de Ford tot stilstand, waarna [slachtoffer 2] en zijn collega [slachtoffer 1] uitstapten en [slachtoffer 2] de bestuurder van de Ford aanhield. [9] Op 23 februari 2022 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan van poging tot doodslag. [10]
Verbalisant [slachtoffer 1] heeft geverbaliseerd dat op de provinciale wegen N214 en N216 diverse goederen uit de Ford werden gegooid. De afstand tussen de Ford en hun politieauto bedroeg op het moment van gooien ongeveer 25 tot 30 meter. Er werd gereden met snelheden variërend tussen de 140 kilometer per uur en 50 kilometer per uur. De goederen werden doelbewust uit de Ford in hun richting van hun politieauto gegooid. De bijrijder keek tijdens het gooien van de diverse goederen/gereedschappen naar hun auto. Toen de bijrijder een metalen kist uit de Ford gooide, keek hij haar op dat moment aan. De bijrijder gooide deze kist volgens [slachtoffer 1] doelbewust naar achteren. [slachtoffer 2] kon deze kist net ontwijken door naar links te sturen. Als [slachtoffer 2] dit niet had gedaan, dan was deze kist op de motorkap van de politieauto terecht gekomen. Ook zag [slachtoffer 1] dat de bestuurder zijn portier opende en dat hij gereedschap in hun richting gooide. De bijrijder stak tot aan zijn middel uit het portier, draaide zich om en gooide vervolgens met tweede handen de kist gericht naar hun auto. Terwijl hij dit deed hadden zij oogcontact. [11] [slachtoffer 1] heeft op 23 februari 2022 aangifte gedaan van poging tot doodslag. [12]
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] reden op 23 februari 2022 omstreeks 06.55 uur in de richting van Ottoland. Toen zij over de N214 en de [straat 4] reden, zagen zij dat op verschillende plaatsen diverse grote gereedschappen op het wegdek lagen, waaronder een cirkelzaag, kettingzaag, groene koffers en een slijptol. Aan de kant stonden diverse burgerauto’s met hun gevarenlichten aan. [13]
Verbalisant [verbalisant 3] en [verbalisant 4] troffen op 23 februari 2022 op de N214 een zwarte accutol aan. Ter hoogte van een bruggetje op de N214 lag op de weg een kapotte zwarte gereedschapskoffer en meerdere schroevendraaiers, tangen en ander soort gereedschap. Een medewerker van de provincie trof ter hoogte van de bushalte op de N214 meerdere goederen aan, waaronder een tegelzaag, verschillende accutollen en ander los gereedschap. [14]
In de kennisgevingen van inbeslagname van meerdere goederen staat vermeld dat de uit het voertuig gegooide voorwerpen zijn aangetroffen in de gemeente Molenlanden. [15]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 31 augustus 2022 tegenover de rechtbank verklaard dat hij in de nacht van 22 op 23 februari 2022 meerdere goederen heeft gestolen uit voertuigen met zijn mededader [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ), dat verdachte op 23 februari 2022 op de bijrijdersstoel zat van de Ford met het Franse kenteken [kenteken 1] en dat [medeverdachte] de Ford bestuurde.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte zich samen met [medeverdachte] schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging doodslag op verbalisanten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] door vanuit een rijdend voertuig goederen in de richting van hun auto’s te gooien.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte heeft verklaard dat hij op de bijrijdersstoel zat en vanaf daar het achterportier heeft opengedaan en de op de achterbank gelegen gestolen goederen de straat op heeft geschoven. Verdachte heeft dus niet uit de auto gehangen en gericht goederen gegooid; het ging om bewijs wegmaken. Daarnaast was voor zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde de aanmerkelijke kans niet aanwezig. Niet staat vast dat de goederen zodanig zijn gegooid dat deze door de voorruit zouden kunnen gaan. Ook zouden de goederen die op de weg zijn gegooid niet tot een ongeluk hebben geleid, althans een ongeluk zou niet tot de dood of zwaar lichamelijk letsel hebben geleid.
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte wordt primair verweten dat hij zich op 23 februari 2022 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot doodslag op [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] door het gooien van gereedschappen, werktuigen en gereedschapskisten uit de Ford in de richting van de auto’s waarin [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] reden.
De rechtbank overweegt dat verdachte goederen uit de Ford in de richting van de achtervolgende auto’s heeft gegooid. Alleen [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij ook [medeverdachte] goederen uit de Ford in hun richting heeft zien gooien. Hoewel sprake was een hectische situatie en het enigszins schemerde waardoor [slachtoffer 1] mogelijk niet alles even goed heeft kunnen zien, acht de rechtbank de waarneming van [slachtoffer 1] voldoende betrouwbaar. Op grond hiervan gaat de rechtbank er dan ook vanuit dat [medeverdachte] goederen uit de Ford in de richting van de politieagenten heeft gegooid. Dit zullen echter geen grote voorwerpen zijn geweest, nu [medeverdachte] tegelijkertijd ook de Ford moest besturen. De rechtbank heeft dan ook de overtuiging dat alle grotere voorwerpen uit de Ford zijn gegooid door verdachte.
medeplegen
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de gebezigde bewijsmiddelen verder dat verdachte en [medeverdachte] nauw en bewust hebben samengewerkt om uit handen van de politie te blijven vanaf het moment dat [slachtoffer 3] zich kenbaar had gemaakt als politieagent tot aan het moment van hun aanhouding. Daarbij hebben zij op de koop toe genomen dat één of meer van hun achtervolgers zou komen te overlijden. Zowel verdachte als [medeverdachte] heeft in de hoedanigheid van bestuurder respectievelijk bijrijder hieraan een bijdrage van voldoende gewicht geleverd. [medeverdachte] is meerdere keren weggereden van de politie en heeft met hoge snelheid geprobeerd om de politie af te schudden. Vervolgens hebben zij allebei goederen uit de auto gegooid in de richting van de achtervolgers om hen tot stoppen te dwingen. Daarbij heeft verdachte ook grote voorwerpen uit de Ford gegooid, naar de overtuiging van de rechtbank met de bedoeling om de achtervolgende politiemensen af te schudden. Immers, verdachte is waargenomen terwijl hij met zijn bovenlichaam uit het portier hing en hij, voordat hij een voorwerp gooide, eerst keek waar zijn achtervolgers zich bevonden.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de wijze waarop beide verdachten zijn gevlucht als een zó waarschijnlijke mogelijkheid besloten lag in de eerdere nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van de daarvóór door hen gepleegde diefstallen, dat reeds daaruit volgt dat ook wat betreft de met die vlucht en de daaruit voortvloeiende gedragingen verband houdende poging tot doodslag nauw en bewust is samengewerkt. Derhalve is sprake van medeplegen.
poging tot doodslag
De rechtbank dient tot slot de vraag te beantwoorden of verdachte en [medeverdachte] met hun handelen hebben geprobeerd om [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] van het leven te beroven
De rechtbank overweegt dat uit het handelen van verdachte en [medeverdachte] niet blijkt dat zij vol opzet hadden op de dood van de drie politieagenten.
Wel neemt de rechtbank voorwaardelijk opzet op de dood van de politiemensen aan. Voor het aannemen van voorwaardelijk opzet is vereist dat de verdachten door hun handelen bewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] zou(den) komen te overlijden.
Verdachte heeft vanuit een rijdende auto, onder meer, een cirkelzaag, boormachines, gereed-schapskisten met inhoud, kettingzagen en slijptollen in de richting van de auto van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] gegooid en waarachter [slachtoffer 3] reed in zijn eigen auto. De verklaring van verdachte dat hij de goederen slechts uit de auto heeft geschoven zonder om zich heen te kijken, acht de rechtbank niet aannemelijk geworden. Zijn verklaring wordt weerlegd door de hiervoor gebezigde bewijsmiddelen waaruit volgt dat verdachte (een deel van) de goederen heeft gegooid terwijl hij met zijn bovenlichaam uit de auto hing. Daarnaast acht de rechtbank het ongeloofwaardig dat verdachte vanaf de bijrijdersstoel en met één hand goederen van de achterbank heeft afgeschoven zoals hij daarover ter terechtzitting heeft verklaard, gelet op de grote hoeveelheid aan voorwerpen, de grootte van die voorwerpen en de verschillende momenten dat die voorwerpen uit de auto zijn gekomen.
Op het moment van gooien was sprake van een achtervolging, hadden de auto’s een snelheid van ongeveer 90 kilometer per uur en werd gereden op een tweebaans provinciale N-weg. Daarnaast was het woensdagochtend omstreeks 07:00 uur en was sprake van veel tegenliggers.
De rechtbank is van oordeel dat onder deze omstandigheden (de hoeveelheid aan gegooide voorwerpen, de grootte van de gegooide voorwerpen, de gerichtheid van het gooien, de gereden snelheid en de weg- en verkeersomstandigheden ter plaatse) sprake is van een aanmerkelijke kans op een dodelijk ongeval, aangezien de auto’s van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , die met hoge snelheid reden, geraakt konden worden door één van die voorwerpen waardoor [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de macht over het stuur konden verliezen, dan wel doordat [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] voor die voorwerpen moesten uitwijken en als gevolg daarvan op een tegenligger konden botsen.
Nu het een feit van algemene bekendheid is dat de kans op ernstige verkeersongevallen groter wordt naarmate de gereden snelheid hoger is, en bovendien beide verdachten de voorwerpen bewust uit de rijdende auto hebben gegooid om de – eveneens rijdende – achtervolgers af te schudden, heeft de rechtbank de overtuiging dat verdachte en [medeverdachte] deze aanmerkelijke kans ook bewust hebben aanvaard.
De rechtbank acht gezien het vorenstaande het primair ten laste gelegde medeplegen van poging doodslag wettig en overtuigend bewezen.
feiten 2 tot en met 8
vrijspraak feit 7
De rechtbank acht het aannemelijk dat de betreffende slijpmachine op 23 februari 2022 uit de Ford is gegooid. Verdachte en [medeverdachte] hadden dit goed dus voorhanden. Het dossier bevat echter onvoldoende informatie waaruit blijkt dat zij wisten of hadden moeten vermoeden dat deze slijpmachine van diefstal afkomstig was ten tijde van het voorhanden krijgen. Verdachte heeft ontkend in Amsterdam te zijn geweest en het dossier bevat geen verdere aanwijzingen die verdachte aan de diefstal in Amsterdam koppelen.
De rechtbank kan ook niet uitsluiten dat de slijpmachine is meegenomen uit een van de bestelbussen. Als verdachte de slijpmachine inderdaad heeft gestolen dan staat dat volgens vaste jurisprudentie in de weg aan een bewezenverklaring van heling. De rechtbank zal verdachte daarom van dit feit vrijspreken.
feiten 2 tot en met 6 en feit 8
De rechtbank gaat op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting uit van de navolgende feiten en omstandigheden.
ten aanzien van feit 2
Op 23 februari 2022 deed [benadeelde 1] (hierna [benadeelde 1] ), mede namens [benadeelde 1] te [plaats] , aangifte van diefstal doormiddel van braak uit zijn bedrijfsbus. [benadeelde 1] verklaarde dat zijn broer op 22 februari 2022 de bedrijfsbus aan de [straat 5] te [plaats] parkeerde. Zijn broer deed het voertuig via de centrale deurvergrendeling op slot. Op 23 februari 2022 omstreeks 07:50 uur zag [benadeelde 1] dat de achterdeur van de bus openstond. Hij opende de achterdeur en zag dat al het handgereedschap weg was. Hij zag dat het slot van de achterdeur was ingeboord. [16] Bij de aangifte is een bijlage gevoegd met daarop de weggenomen goederen. [17]
ten aanzien van feit 3
Op 23 februari 2022 deed [benadeelde 2] , (hierna: [benadeelde 2] ), mede namens [benadeelde 2] , aangifte van diefstal uit zijn bestelbus. [benadeelde 2] verklaarde dat hij op 22 februari 2022 omstreeks 19:00 uur zijn bestelbus parkeerde op de oprit van zijn woning te [plaats] .
De bus sloot hij af. Toen hij op 23 februari 2022 omstreeks 05:00 uur bij zijn bestelbus kwam zag hij dat meerdere stukken gereedschap uit zijn bestelbus ontbraken. Hij zag een lichte beschadiging aan het slot van het achterportier, waarvan hij zeker weet dat deze niet van hem afkomstig is, omdat hij de deuren altijd via de centrale deurvergrendeling opende. [18] Bij de aangifte is een bijlage gevoegd met daarop de weggenomen goederen. [19]
ten aanzien van feit 4
Op 23 februari 2022 deed [benadeelde 3] (hierna: [benadeelde 3] ), mede namens zijn werkgever [benadeelde 3] , aangifte van diefstal uit een bedrijfsbus. [benadeelde 3] verklaarde dat hij op 22 februari 2022 de bedrijfsbus aan de zijkant van zijn woning te [plaats] had geparkeerd. Hij sloot de bus af via de centrale deurvergrendeling. [20] Op 23 februari 2022 omstreeks 16:00 uur werd hij gebeld door de politie Nieuwegein met de vraag of hij een bepaalde koffer miste uit zijn bus. Toen hij achterin de bestelbus keek zag hij dat de gele ‘Rems’ koffer weg was. Hij zag dat aan de achterzijde van de bus het slot licht beschadigd was. Het betreft een gele ‘Rems’ koffer met daarin een plastic inleg die kapot is, vier bekken voor de tang, een press tang, twee accu’s met opschrift ‘JvdF’ in het wit en een lader met een keuringssticker van [benadeelde 3] . [21]
ten aanzien van feit 5
Op 25 februari 2022 heeft verbalisant [verbalisant 5] de via internet aangeboden aangifte van [benadeelde 4] (hierna: [benadeelde 4] ), mede namens [benadeelde 4] , tot een proces-verbaal verwerkt. [benadeelde 4] verklaarde dat op 23 februari 2022 tussen 23:00 en 6:00 is ingebroken in een werkbus van een van de monteurs. De bus stond in een straat in De Krim geparkeerd. Het proces-verbaal bevat een lijst met de volgende weggenomen goederen: een warmtebeeldcamera, een installatietester, een boorhamer en een boormachine. [22]
ten aanzien van feit 6
Op 23 februari 2022 deed [benadeelde 5] (hierna: [benadeelde 5] ), wonende te De Krim, mede namens [benadeelde 5] , aangifte van diefstal uit een bedrijfsbus. [benadeelde 5] verklaarde dat hij de bedrijfsbus op 22 februari 2022 omstreeks 18:15 uur afgesloten naast zijn huis had geparkeerd. Op 23 februari 2022 om 06:05 uur kwam hij bij de bestelbus en zag hij dat de zijdeur en de achterdeur op een kier stonden. Hij zag dat bijna alle gereedschappen die achterin lagen waren weggenomen. Hij zag ook dat het slot van de achtdeur van de bus met een stomp voorwerp was geforceerd. [23] Bij de aangifte is een bijlage gevoegd met daarop de weggenomen goederen. [24]
ten aanzien van feit 2 tot en met feit 6
Verdachte heeft ter terechtzitting van 31 augustus 2022 tegenover de rechtbank verklaard dat hij in de nacht van 22 op 23 februari 2022 met iemand anders goederen heeft gestolen uit verschillende voertuigen en dat de in de auto aangetroffen gereedschappen afkomstig waren van diefstal. [25]
Uit onderzoek van de politie is gebleken dat de in de Ford aangetroffen goederen zijn te koppelen aan de aangiftes van de hiervoor genoemde [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] , [benadeelde 4] en [benadeelde 5] . [26]
ten aanzien van feit 8
Op 23 februari 2022 deed [aangever 1] aangifte. [27] Zij verklaarde op 21 februari 2022 omstreeks 23:00 uur haar auto geparkeerd te hebben op de [straat 4] ter hoogte van [bedrijf] in Brandwijk. De auto, met kenteken [kenteken 2] had zij op 9 november 2021 gekocht en zij had nog geen schade gereden. De politie informeerde haar in de ochtend van 23 februari 2022 dat haar voertuig schade had aan de linkerzijde van het voertuig. Dat is de bestuurders-zijde. Dit is gedaan door een Frans voertuig met kenteken [kenteken 1] , een grijze Ford Mondeo, naar aanleiding van een achtervolging met de politie. Degene die betrokken was heeft de plaats van het verkeersongeval verlaten.
Op 23 februari 2022 deed [aangever 2] (hierna: [aangever 2] ) aangifte. [28] Hij verklaarde dat zijn zoon op 21 februari 2022 het voertuig met kenteken [kenteken 3] parkeerde op de [straat 4] ter hoogte van [bedrijf] te Brandwijk. Op 22 februari 2022 omstreeks zag [aangever 2] dat het voertuig geen schade had. In de ochtend van 23 februari 2022 informeerde de politie hem dat het voertuig aan de bestuurderszijde was beschadigd door een Frans voertuig met kenteken [kenteken 1] . Dit naar aanleiding van een achtervolging met de politie. Degene die betrokken was heeft de plaats van het verkeersongeval verlaten.
Op 28 februari 2022 deed [aangever 3] (hierna: [aangever 3] ) aangifte van verlaten plaats ongeval. [29] Zij verklaarde dat zij op 23 februari 2022 omstreeks 07:10 uur met haar voertuig met kenteken [kenteken 4] op de [straat 4] te Molenaarsgraaf reed in de richting van de N214. Zij zag op de tegenovergestelde rijbaan een voertuig met hoge snelheid naderen, met daarachter meerdere politievoertuigen. Zij hoorde ineens een harde klap en bemerkte dat zij niet verder kon rijden met haar auto. Zij stapte uit en zag dat onder de auto een cirkelzaag lag. Zij legde deze aan de kant en reed daarna verder. Later bemerkte zij schade aan zijn auto. De garage begroot de schade op een bedrag van ongeveer 2000 euro. Degene die betrokken was heeft de plaats van het verkeersongeval verlaten.
Op 5 maart 2022 verklaarde [slachtoffer 2] dat hij zag dat het Franse voertuig, waar hij samen met collega [slachtoffer 1] achteraan reed, Hoogblokland inreed. Het voertuig reed deze straat in en het rechter achterportier van het voertuig stond nog open. Het portier stond wijd open toen verdachten door de straat reden. Het rechter achterportier tikte twee geparkeerde voertuigen aan en deze twee voertuigen werden daardoor geraakt.
De inzittenden van het voertuigen moeten gehoord hebben dat er iets werd geraakt. [30]
Op 22 april 2022 verklaarde verbalisant [verbalisant 6] dat door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] aanvullende processen-verbaal zijn opgemaakt, waarin zij aangeven dat de bijrijder bewust gereedschappen uit het voertuig gooide in de richting van de politievoertuigen. Tevens werd door [slachtoffer 1] gezien dat ook de bestuurder gereedschappen uit het voertuig gooide. Het is dus zeer aannemelijk gezien het bovenstaande, dat de cirkelzaag die onder de auto van aangeefster [aangever 3] was terechtgekomen, door verdachte of [medeverdachte] uit de auto is gegooid. [31]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend is te bewezen dat verdachte en [medeverdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan de ten laste gelegde diefstallen met braak uit de bedrijfsbussen en aan het beschadigen van drie voertuigen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft wat betreft deze feiten zich in zoverre gerefereerd ten aanzien van de primaire verdenking, zij het dat het bestandsdeel braak niet bewezen kan worden verklaard. Volgens verdachte stonden een aantal bussen open. Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsman opgemerkt dat in de aangifte niet staat waaruit de (ten laste gelegde) braak feitelijk heeft bestaan. In de aangifte staat uitsluitend vermeld dat er is ingebroken.
Het oordeel van de rechtbank
feiten 2 tot en met 6
De rechtbank overweegt dat uit de aangiften blijkt dat [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 5] hebben verklaard dat zij de bestelbus via de centrale vergrendeling hadden afgesloten. Daarnaast heeft [benadeelde 1] verklaard dat het slot van de achterdeur was ingeboord, [benadeelde 2] heeft verklaard hij een lichte beschadiging aan het slot zag, [benadeelde 3] heeft verklaard dat het slot aan de achterzijde licht beschadigd was en [benadeelde 5] heeft verklaard dat het slot van de achterdeur met een stomp voorwerp was geforceerd. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat de bestelbussen niet waren afgesloten dan ook volstrekt onaannemelijk. De rechtbank is daarom van oordeel dat ten aanzien van feiten 2, 3, 4 en 6 wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte en [medeverdachte] de weggenomen goederen door middel van braak onder hun bereik hebben gebracht.
De rechtbank overweegt wat betreft feit 5 dat uit de aangifte niet blijkt of daar ook schade aan het slot van de bestelbus is waargenomen. De rechtbank heeft de overtuiging verkregen dat ook deze inbraak heeft plaatsvonden door middel van het forceren van het slot van de bestelbus. Daarbij betrekt de rechtbank dat [benadeelde 4] het in zijn aangifte expliciet heeft over een inbraak in een bestelbus en dat bij de andere ten laste gelegde inbraken telkens sprake is geweest van braak.
De rechtbank is gezien het vorenstaande van oordeel dat verdachte en [medeverdachte] zich samen schuldig hebben gemaakt aan het plegen van de tenlastegelegde diefstallen door middel van braak en/of verbreking.
feit 8
Uit het dossier volgt dat schade is ontstaan aan de auto’s van [aangever 2] en [aangever 1] door een openstaand portier van de Ford. Verder blijkt uit het dossier dat schade is ontstaan aan de auto van [aangever 3] doordat een cirkelzaag uit de Ford is gegooid.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte degene is geweest die het rechterachterportier heeft opengedaan als gevolg waarvan de auto’s van [aangever 2] en [aangever 1] zijn beschadigd. Verder leidt de rechtbank uit de bewijsmiddelen af dat verdachte degene is geweest die de cirkelzaag uit de Ford heeft gegooid als gevolg waarvan de auto van [aangever 3] is beschadigd.
De rechtbank heeft in haar bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 (onder het kopje ‘medeplegen’) overwogen dat verdachte en [medeverdachte] nauw en bewust hebben samengewerkt bij het gooien van goederen in de richting van de politie vanuit een openstaand portier. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de in die bewijsoverweging beschreven handelswijze van verdachte en [medeverdachte] dat zij ook op de koop hebben toegenomen dat als gevolg van hun handelingen schade zou ontstaan aan de voertuigen van andere weggebruikers of geparkeerde auto’s die zij passeerden.
Gelet hierop acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en [medeverdachte] zich samen schuldig hebben gemaakt aan beschadiging van de drie voertuigen.

5.De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1primair
op 23 februari 2022 in de gemeente Molenlanden, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] (hoofdagent bij de Eenheid Midden-Nederland) en [slachtoffer 2] (hoofdagent bij de Eenheid Midden-Nederland) en [slachtoffer 3] (surveillant bij de Eenheid Midden-Nederland) opzettelijk van het leven te beroven, meermalen (op de provinciale weg N214) uit een rijdend voertuig (Ford Mondeo) een of meer gereedschappen en werktuigen en gereedschapskisten en koffers hebben gegooid in de richting van een of meer rijdende (politie)voertuigen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2primair
in de periode gelegen tussen 22 februari 2022 tot en met 23 februari 2022 te [plaats] , gemeente Hardenberg, tezamen en in vereniging met een ander uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en werktuigen en gereedschapskisten en koffers (te weten: een klopboor en een slagschroefmachine en een schroefmachine en een afkortzaag en een reciprozaag en een decoupeerzaag en een handslijptol en een multitool en een koffer met klemmen voor zonnepanelen en een koffer en een geleidezaag en een perstang en een combihamer en geleiderails, die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 3primair
in de periode gelegen tussen 22 februari 2022 tot en met 23 februari 2022 te [plaats] , gemeente Hardenberg, tezamen en in vereniging met een ander uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een ijzervlechtmachine en een aggregaat en een schroefmachine en een zaagmachine en een boormachine en een decoupeerzaag en een haspel), in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 4primair
in de periode gelegen tussen 22 februari 2022 tot en met 23 februari 2022 te [plaats] , gemeente Hardenberg, tezamen en in vereniging met een ander uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of koffers (te weten: een gele Rems koffer met daarin: een plastic inleg en bekken voor de tang en een press tang en accu’s en een lader), in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 5primair
op 23 februari 2022 te De Krim, tezamen en in vereniging met een ander uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een warmtebeeldcamera en een installatietester en een boorhamer en een boormachine), in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 6primair
in de periode gelegen tussen 22 februari 2022 en 23 februari 2022 te Coevorden, tezamen en in vereniging met een ander uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een slijptol en een decoupeerzaag en een cirkelzaag en een boormachine en een kettingzaag en een zaag en een afkortzaag en een ratelsleutel en een accuboormachine en een reciprozaag en een accu en een landmeter en een schaafmachine en een slijpmachine), in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] toebehoorden
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 8op 23 februari 2022 te Brandwijk, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en wederrechtelijk
- (a) een personenauto (een Volkswagen Polo met kenteken: [kenteken 3] ) en
- (b) een personenauto (een Seat Ibiza met kenteken [kenteken 2] ) en
- (c) een personenauto (een Peugeot 108 met kenteken [kenteken 4] ),
die geheel of ten dele aan toebehoorden aan
- (a) [aangever 2] en
- (b) [aangever 1] en
- (c) [aangever 3] ,
heeft beschadigd.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.De kwalificatie en de strafbaarheid van de feiten

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1medeplegen van poging tot doodslag, meermalen gepleegd;
feit 2diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak/verbreking;
feit 3diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak/verbreking;
feit 4diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak/verbreking;
feit 5diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak/verbreking;
feit 6diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak/verbreking;
feit 8medeplegen van het opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Oplegging van straf

De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft omtrent de strafmaat het volgende aangevoerd. Verdachte heeft inmiddels zes maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht. Voor een inbraak in een bestelbus staat bij recidive 6 weken gevangenisstraf. Verdachte heeft weliswaar documentatie in het buitenland, maar het meeste daarvan is al wat ouder en de laatst opgelegde straf was een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in België in 2018. In Nederland is verdachte nooit eerder veroordeeld. Verdachte woont samen met zijn partner in Roubaix in Frankrijk. Hun zoon is net geboren en zijn vrouw dient binnenkort weer te beginnen met werken. Gelet op dit alles heeft verdachte lang genoeg vastgezeten.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte en [medeverdachte] reden op 23 februari 2022 in een auto, die was volgeladen met gestolen goederen. Verdachte en [medeverdachte] hebben deze goederen in de uren daarvoor uit verschillende bestelbussen gestolen door middel van het forceren van de sloten slot. Het gaat hier om goederen die aangevers nodig hadden voor het uitvoeren van hun werkzaamheden en de goederen hadden een aanzienlijke waarde.
Daarnaast heeft verdachte zich samen met [medeverdachte] op 23 februari 2022 schuldig gemaakt aan een poging doodslag op drie politieagenten. [medeverdachte] is weggereden direct nadat verbalisant [slachtoffer 3] zich aan hen had gelegitimeerd als politieagent. Vervolgens hebben verdachte en [medeverdachte] alles op alles gezet om aan de achtervolgende politieauto’s te ontkomen. [medeverdachte] is tegen een stilstaande politieauto gereden, die de weg blokkeerde en daarna hebben beiden al rijdend vanuit hun auto gereedschap en gereedschapskisten in de richting van de achtervolgende politieauto’s gegooid. De agenten hebben deze voorwerpen gelukkig kunnen ontwijken, maar dit had ook heel anders kunnen aflopen gelet op de snelheid, het tijdstip en de verkeerssituatie op dat moment. Dit alles heeft verdachte en [medeverdachte] er echter niet van weerhouden om over te gaan tot het gooien van zwaar gereedschap en gereedschapskisten aldus blijk gevend van een grote mate van onverschilligheid voor de veiligheid van de achtervolgende politiemensen en andere weggebruikers.
Tot slot zijn tijdens de vlucht van verdachte en [medeverdachte] door hun toedoen drie auto’s beschadigd geraakt.
Persoon van verdachte
Uit het uittreksel van het strafblad van verdachte van 26 april 2022 blijkt dat verdachte in Nederland op 1 april 2016 door de politierechter van de rechtbank Gelderland is veroordeeld voor twee diefstallen uit een auto, waarbij hem een gevangenisstraf van vier maanden is opgelegd. Daarnaast blijkt uit de uittreksels van het strafblad van verdachte uit Roemenië van 1 maart 2022 en uit die van Frankrijk van 2 maart 2022 dat verdachte in de afgelopen vijf jaren in die landen meerdere keren is veroordeeld voor vermogensdelicten, waarbij aan hem gevangenissenstraffen zijn opgelegd.
De straf
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft geprobeerd om samen met [medeverdachte] aan de politie te ontkomen op een zodanig gevaarlijke en nietsontziende wijze dat hij hiermee het leven van drie politieagenten in gevaar heeft gebracht. Op zichzelf rechtvaardigt de aard en ernst van dit feit alleen al de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. Daarnaast heeft verdachte meerdere vermogensdelicten gepleegd en drie auto’s beschadigd.
De wijze waarop verdachte en [medeverdachte] hebben samengewerkt, rechtvaardigt in beginsel voor beiden een gevangenisstraf van gelijke hoogte. De rechtbank houdt echter ten nadele van verdachte rekening met het feit dat hij in de afgelopen vijf jaar al meerdere keren is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten en dat de opgelegde straffen hem er kennelijk niet van weerhouden om dit soort delicten te blijven plegen. Daarom zal de rechtbank aan verdachte een hogere gevangenisstraf opleggen dan aan [medeverdachte] .
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.Het beslag

Bewaring van de inbeslaggenomen voorwerpen
Met betrekking tot de in beslag genomen voorwerpen te weten:
  • 2 STK Accu (Omschrijving: PL0900-2022052539-G2951713 INCL DIVERSE ANDERE GOEDEREN, Zwart, merk: MAKITA),
  • 1 STK Werkhandschoen (Omschrijving: PL0900-2022052539-G2951622, Zwart),
1 STK Kleding (Omschrijving: PL0900-2022052539-G2951701 DIVERSE KLEDINGSTUKKEN),
1 STK Gereedschap Laser (Omschrijving: PL0900-2022052539-G2951667 CROSS LINE LASER, IN DOOS, MET STIFT GESCHREVEN RS., Geel, merk: DEWALT),
kan geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt. De rechtbank zal daarom de bewaring gelasten ten behoeve van degene(n) die redelijkerwijs als rechthebbende(n) van deze voorwerpen kan/kunnen worden aangemerkt.
10.
De vorderingen van de benadeelde partijen
[slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert € 900,- aan immateriële schade, ter vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 1]
heeft zich ter terechtzitting als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert
€ 13.500,- aan materiële schade en € 1.140,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 5]
heeft zich ter terechtzitting als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert € 1.500,- aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 6 ten laste gelegde feit.
[aangever 3]heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert € 2.078,77 aan materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 8 ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de vordering van [slachtoffer 1] en [aangever 3] voldoende zijn onderbouwd en vatbaar zijn voor toewijzing. De vordering van [benadeelde 1] en van [benadeelde 5] zijn niet voorzien van enige onderbouwing zodat de vorderingen afgewezen dienen te worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering, nu haar schade niet in rechtstreeks verband staat met het handelen van verdachte en zij haar psychische schade niet heeft onderbouwd.
Het oordeel van de rechtbank
Vordering [slachtoffer 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat [slachtoffer 1] als gevolg van het onder 1 primair bewezen verklaarde feit rechtstreeks immateriële schade heeft geleden.
Uit de toelichting bij de vordering blijkt dat [slachtoffer 1] angst voelde dat zij in het kanaal zouden belanden toen verdachte tegen hun auto reed. Daarnaast heeft het waarnemen van het bewust gooien van gereedschap in de richting hun auto gezorgd voor een zeer onveilig gevoel bij haar. Tot slot heeft zij lichamelijk letsel opgelopen toen zij te voet achter [medeverdachte] is aangerend om hem aan te houden.
De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de aard en ernst van de normschending zodanig is, dat zonder meer van een aantasting in de persoon op andere wijze kan worden gesproken. De rechtbank zal daarom de gevorderde immateriële schade-vergoeding toekennen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2022 tot aan de dag van algehele voldoening.
hoofdelijk
Verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 900.-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 23 februari 2022 tot de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door de mededaders (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 18 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Vordering [benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat [benadeelde 1] als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft geleden.
[benadeelde 1] heeft bij zijn vordering tot schadevergoeding echter geen stukken gevoegd die als bewijs kunnen dienen voor zijn stelling dat hij zowel materiële als immateriële schade heeft geleden als gevolg van de diefstal. [benadeelde 1] heeft volstaan met het enkel omschrijven van zijn schade. De behandeling van de vordering van [benadeelde 1] levert een onevenredige belasting van het strafgeding op in het geval dat hem de gelegenheid zou worden geboden om zijn schade nader te voorzien van stukken. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt.
Vordering [benadeelde 5]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat [benadeelde 5] als gevolg van het onder 6 bewezen verklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft geleden.
[benadeelde 5] heeft bij zijn vordering tot schadevergoeding echter geen stukken gevoegd die als bewijs kunnen dienen voor zijn stelling dat hij materiële schade heeft geleden als gevolg van de diefstal. [benadeelde 5] heeft volstaan met het enkel omschrijven van zijn schade. De behandeling van de vordering van [benadeelde 5] levert een onevenredige belasting van het strafgeding op in het geval dat hem de gelegenheid zou worden geboden om zijn schade nader te voorzien van stukken. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt.
Vordering [aangever 3]Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat [aangever 3] als gevolg van het onder 8 bewezen verklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt wat betreft de omvang van de schade dat de verdediging de omvang van de schade in voldoende mate heeft betwist door te wijzen op de betrokkenheid van Achmea als verzekeraar. Uit de door [aangever 3] overgelegde stukken blijkt immers dat een schade-expert van Achmea de schade aan de auto heeft bekeken ten behoeve van [aangever 3] in haar hoedanigheid als ‘verzekerde’. Het is daarmee onduidelijk geworden in hoeverre de gevorderde schade al dan niet reeds is vergoed door de verzekeraar.
De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert in het geval dat de benadeelde partij in de gelegenheid zou worden gesteld om zich hierover uit te laten. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

11.De toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 287, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 7 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
30 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de bewaring ten behoeve van degene(n) die redelijkerwijs als rechthebbende(n) kan/kunnen worden aangemerkt van de volgende voorwerpen:
 2 STK Accu (Omschrijving: PL0900-2022052539-G2951713 INCL DIVERSE ANDERE GOEDEREN, Zwart, merk: MAKITA),
 1 STK Werkhandschoen (Omschrijving: PL0900-2022052539-G2951622, Zwart),
 1 STK Kleding (Omschrijving: PL0900-2022052539-G2951701 DIVERSE KLEDINGSTUKKEN),
 1 STK Gereedschap Laser (Omschrijving: PL0900-2022052539-G2951667 CROSS LINE LASER, IN DOOS, MET STIFT GESCHREVEN RS., Geel, merk: DEWALT),
Vordering benadeelde partijen
Vordering [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 900,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat
€ 900.- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 19 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering [benadeelde 1]
- verklaart [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt;
Vordering [benadeelde 5]
- verklaart [benadeelde 5] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt;
Vordering [aangever 3]
- verklaart [aangever 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.D. Groen, voorzitter, mr. P.C. Quak en mr. E.J. van Rijssen rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Troostheide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 september 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk en/of Ottoland, althans in de gemeente Molenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] (hoofdagent bij de Eenheid Midden-Nederland) en/of [slachtoffer 2] (hoofdagent bij de Eenheid Midden-Nederland) en/of [slachtoffer 3] (surveillant bij de Eenheid Midden-Nederland) opzettelijk van het leven te beroven, meermalen, althans eenmaal, (op de provinciale weg N214) uit een rijdend voertuig (Ford Mondeo) een of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers, althans één of meer goederen, heeft/hebben gegooid in de richting van een of meer rijdende (politie)voertuigen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk en/of Ottoland, althans in de gemeente Molenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] (hoofdagent bij de Eenheid Midden-Nederland) en/of [slachtoffer 2] (hoofdagent bij de Eenheid Midden-Nederland) en/of [slachtoffer 3] (surveillant bij de Eenheid Midden-Nederland) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, meermalen,
althans eenmaal, (op de provinciale weg N214) uit een rijdend voertuig (Ford Mondeo) één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers, althans een of meer goederen, heeft/hebben gegooid in de richting van een of meer rijdende (politie)voertuigen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 22 februari 2022 tot en met 23 februari 2022 te [plaats] , gemeente Hardenberg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een klopboor en/of een slagschroefmachine en/of een schroefmachine en/of een afkortzaag en/of een reciprozaag en/of een decoupeerzaag en/of een handslijptol en/of een multitool en/of een koffer met klemmen voor zonnepanelen en/of een koffer en/of een geleidezaag en/of een perstang en/of een combihamer en/of geleiderails), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk en/of Ottoland, gemeente Molenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer gereedschap(pen) en/of werktuig(en) en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een klopboor en/of een slagschroefmachine en/of een schroefmachine en/of een afkortzaag en/of een reciprozaag en/of een decoupeerzaag en/of een handslijptol en/of een multitool en/of een koffer met klemmen voor zonnepanelen en/of een koffer en/of een
geleidezaag en/of een perstang en/of een combihamer en/of geleiderails), althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 22 februari 2022 tot en met 23 februari 2022 te [plaats] , gemeente Hardenberg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een ijzervlechtmachine en/of een aggregaat en/of een schroefmachine en/of een zaagmachine en/of een boormachine en/of een decoupeerzaag en/of een haspel), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk en/of Ottoland, gemeente Molenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer gereedschap(pen) en/of werktuig(en) en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een ijzervlechtmachine en/of een aggregaat en/of een schroefmachine en/of een zaagmachine en/of een boormachine en/of een decoupeerzaag en/of een haspel), althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 22 februari 2022 tot en met 23 februari 2022 te [plaats] , gemeente Hardenberg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of koffers (te weten: een gele Rems koffer met daarin: een plastic inleg en/of bekken voor de tang en/of een press tang en/of accu’s en/of een lader), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk en/of Ottoland, gemeente Molenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer gereedschap(pen) of koffers (te weten: een gele Rems koffer met daarin: een plastic inleg en/of bekken voor de tang en/of een press tang en/of accu’s en/of een lader), althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te De Krim, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een warmtebeeldcamera en/of een installatietester en/of een boorhamer en/of een boormachine), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk en/of Ottoland, gemeente Molenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een warmtebeeldcamera en/of een installatietester en/of een boorhamer en/of een boormachine), althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
6
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 22 februari 2022 en 23 februari 2022 te Coevorden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfsbus één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een slijptol en/of een decoupeerzaag en/of een cirkelzaag en/of een boormachine en/of een kettingzaag en/of een zaag en/of een afkortzaag en/of een ratelsleutel en/of een accuboormachine en/of een reciprozaag en/of een accu en/of een landmeter en/of een schaafmachine en/of een slijpmachine), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk en/of Ottoland, gemeente Molenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer gereedschappen en/of werktuigen en/of gereedschapskisten en/of koffers (te weten: een slijptol en/of een decoupeerzaag en/of een cirkelzaag en/of een boormachine en/of een kettingzaag en/of een zaag en/of een afkortzaag en/of een ratelsleutel en/of een accuboormachine en/of een reciprozaag en/of een accu en/of een landmeter en/of een schaafmachine en/of een slijpmachine), althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
7
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk en/of Ottoland, gemeente Molenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer gereedschappen (te weten: een slijpmachine), althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
8
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Brandwijk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk
- ( a) een personenauto (een Volkswagen Polo met kenteken: [kenteken 3] ) en/of
- ( b) een personenauto (een Seat Ibiza met kenteken [kenteken 2] ) en/of
- ( c) een personenauto (een Peugeot 108 met kenteken [kenteken 4] ),
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan
- ( a) [aangever 2] en/of
- ( b) [aangever 1] en/of
- ( c) [aangever 3] ,
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht).

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal uit het proces-verbaal van politie eenheid Midden-Nederland, district West Utrecht, onderzoek 09Lila22, dossiernummer 2022052641Cz, gesloten d.d. 29 maart 2022, doorgenummerd p. 130 tot en met 301 (einddossier) en het aanvullend einddossier met dossiernummer 2022052641Cz, gesloten d.d. 22 april 2022, doorgenummerd p. 302 tot en met 313. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 251.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 252.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 253.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 258.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 253.
7.Proces-verbaal van aangifte, p. 210.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 261.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 262.
10.Proces-verbaal van aangifte, p. 200.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 274 en 275.
12.Proces-verbaal van aangifte, p. 203.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 276.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 278.
15.Kennisgeving van inbeslagneming met het registratienummer PL0900-2022052539-9; Kennisgeving van inbeslagneming met het registratienummer PL0900-2022052539-19; Kennisgeving van inbeslagneming met het registratienummer PL0900-2022052539-21; Kennisgeving van inbeslagneming met het registratienummer PL0900-2022052539-30; Kennisgeving van inbeslagneming met het registratienummer PL0900-2022052539-34.
16.Proces-verbaal van aangifte, p. 212, 213 en 214.
17.Proces-verbaal van aangifte, p. 216.
18.Proces-verbaal van aangifte, p. 226.
19.Proces-verbaal van aangifte, p. 228 en 229.
20.Proces-verbaal van aangifte, p. 230.
21.Proces-verbaal van aangifte, p. 231.
22.Proces-verbaal van aangifte, p. 233 en 234.
23.Proces-verbaal van aangifte, p. 236.
24.Proces-verbaal van aangifte, p. 240 tot en met 242.
25.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 31 augustus 2022.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 288 en p. 289.
27.Proces-verbaal van aangifte, p. 137.
28.Proces-verbaal van aangifte, p. 137.
29.Proces-verbaal van aangifte, p. 142.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 268.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 308.