ECLI:NL:RBMNE:2022:3685

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
9617320 ME VERZ 22-2 ho/1524
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van deskundige in appartementsrecht geschil

In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, is op 8 juli 2022 uitspraak gedaan in een civiele zaak betreffende appartementsrecht. De zaak betreft een verzoek van [verzoekster] tegen de vereniging van eigenaren (VvE) en andere verwerende partijen, waaronder [verweerder sub 2] en [verweerder sub 3] B.V. De kantonrechter heeft eerder op 21 april 2022 een beschikking gegeven waarin partijen de gelegenheid kregen om zich uit te laten over een aangekondigd deskundigenonderzoek. Beide partijen hebben hun bezwaren geuit tegen de eerdere beschikking, maar de kantonrechter heeft besloten niet terug te komen op zijn eerdere oordeel. De VvE en [verweerder sub 2] hebben zich niet uitgelaten over de benoeming van een deskundige, terwijl [verzoekster] wel twee kandidaten heeft voorgesteld. De kantonrechter heeft echter besloten geen van deze kandidaten te benoemen, omdat er geen goedkeuring van de VvE was voor hun benoeming. In plaats daarvan heeft de kantonrechter B. Bruin RA benoemd als deskundige, met specifieke vragen over de financiële administratie van de VvE over de jaren 2019 en 2020. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 14.800,00 exclusief btw, en partijen zijn verplicht om de helft van het voorschot te betalen. De beschikking bevat verder gedetailleerde instructies voor de deskundige en de partijen over de uitvoering van het onderzoek en de rapportage. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
zaaknummer: 9617320 ME VERZ 22-2 ho/1524
Beschikking van 8 juli 2022
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. H.T.L. Janssen,
tegen:
de vereniging
1. [VvE],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
en
2. [verweerder sub 2]in zijn hoedanigheid van eigenaar van het appartement met nummer [huisnummer] van het woongebouw [woongebouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partijen,
gemachtigde: C.W.G. Janssen,
en
[verweerder sub 3] B.V., in haar hoedanigheid van eigenaar van het appartement met nummer [huisnummer] van het woongebouw
[woongebouw] ;
belanghebbende;
Gemachtigde: [verweerder sub 2] .
Partijen zullen hierna worden aangeduid als [verzoekster] , VvE en belanghebbenden.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van 21 april 2022;
- de akte van [verzoekster] ;
- de akte van de VvE en [verweerder sub 2] , bestuurder en stemgerechtigde (hierna [verweerder sub 2] ).
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
In de beschikking van 21 april 2022 heeft de kantonrechter partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het aangekondigde deskundigenonderzoek.
2.2.
Partijen hebben in hun aktes op dit voornemen gereageerd.
2.3.
Beide partijen hebben in hun aktes aangegeven het niet eens te zijn met de inhoud van de beschikking van de kantonrechter van 21 april 2022. De redenen die zij daarvoor aangeven zijn divers. Het kennelijke uitgangspunt van [verzoekster] dat het haar in de te nemen akte vrijstond om het debat nog eens over te doen, is onjuist. [verzoekster] , de VvE en [verweerder sub 2] menen om uiteenlopende redenen dat de kantonrechter op zijn oordeel van 21 april 2022 terug dient te komen. Die redenen gaan niet op. De kantonrechter zal niet terugkomen op zijn beschikking en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen.
2.4.
De VvE en [verweerder sub 2] hebben in hun aktes zich niet uitgelaten over de te benoemen deskundige en de aan de deskundige voor te leggen vragen. [verzoekster] heeft zich daar wel over uitgelaten. Zij heeft twee namen genoemd, te weten: drs. [A] of mr. [B] . De kantonrechter zal geen van deze personen benoemen omdat niet gebleken is dat de benoeming van een van hen de goedkeuring van de VvE heeft.
2.5.
[verzoekster] heeft maar liefst 33 vragen met meer dan 30 subvragen aan de deskundige voorgesteld. De inhoud en strekking van die vragen en subvragen gaan het bestek van de procedure ver te buiten. Voor de beoordeling van het aan de kantonrechter voorgelegde geschil, bestaat geen behoefte aan deskundige voorlichting aan de hand van de vragen van [verzoekster] .
2.6.
De kantonrechter zal de heer B. Bruin RA als deskundige benoemen. Aan deze deskundige zullen de hierna te vermelden vragen worden voorgelegd:
1. Leidt de wijze waarop de financiële administratie van de VvE over 2019 en 2020 is gevoerd en de wijze waarop de bijdrage van de VvE Complex over die jaren is berekend tot een voor de VvE financieel nadeligere situatie, dan in de situatie dat de administraties van de VvE en de VvE Complex (meer) gescheiden zouden zijn dan wel afzonderlijk zouden zijn gevoerd?
Indien het antwoord op de eerste vraag bevestigend luidt:
2. Hoe groot is dat nadeel van de VvE over 2019 en over 2020 en hoe kan dat worden opgeheven?
3. Op welke wijze dient de financiële administratie van de VvE te worden ingericht om dit nadeel voor de toekomst te voorkomen?
4. Heeft u in het kader van de aan u voorgelegde vragen nog bevindingen gedaan waarvan u kennisneming door de kantonrechter van belang acht?
2.7.
De kantonrechter blijft bij zijn beslissing dat partijen ieder de helft van het voorschot dienen te voldoen. De kantonrechter zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
2.8.
De kantonrechter wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De kantonrechter zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Voldoet een partij niet aan een van deze verplichtingen, dan kan de kantonrechter in het nadeel van die partij beslissen.
2.9.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken. Het staat partijen niet vrij de deskundige vragen te stellen die het bestek van de vragen van de kantonrechter (zie nr. 2.6) te buiten gaan. Het is aan de deskundige om daar kritisch op te zijn en daarover zo nodig contact op te nemen met de kantonrechter alvorens op die vragen in te gaan en voor de beantwoording daarvan tijd te besteden en kosten te maken.

3.De beslissing

De kantonrechter
het deskundigenonderzoek
3.1.
beveelt een deskundigenonderzoek naar de in nummer 2.6 van deze beschikking geformuleerde vragen;
3.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
B. Bruin RAwerkzaam bij Integis B.V.
correspondentieadres: Postbus 2248, 2002 CE Haarlem
bezoekadres: Buitenplaats Beeckestijn, Velsen-Zuid
tel: 0255 51 44 44 | 06 51 40 80 08
e-mailadres: bbr@integis.nl
de kosten
3.3.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot ter zake van de kosten van de deskundige het volgende:
- de deskundige heeft bij brief van 15 juni 2022 aan de rechtbank (zie bijlage bij deze beschikking) op € 14.800,00 exclusief btw en op € 17.908,00 inclusief btw;
- partijen kunnen
binnen twee wekenna de datum van deze beschikking bij de kantonrechter schriftelijk bezwaar maken tegen deze begroting;
- indien niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt het voorschot ter zake van de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag;
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke beslissing;
3.4.
bepaalt dat [verzoekster] de helft van het voorschot, te weten € 8.954,00, dient over te
maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk
Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
3.5.
bepaalt dat de VvE de helft van het voorschot, te weten € 8.954,00, dient over te
maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk
Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
3.6.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;
3.7.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad;
3.8.
wijst de deskundige erop dat hij het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffie, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
de werkwijze van de deskundige
3.9.
draagt de deskundige op een schriftelijk en met redenen omkleed rapport met een duidelijke conclusie, en een gespecificeerde einddeclaratie in te leveren ter griffie;
3.10.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende rapport ter griffie moet worden ingeleverd op
drie maandenna de datum van deze beschikking, met dien verstande dat de deskundige niet met het onderzoek hoeft te beginnen voordat deze van de griffie bericht heeft ontvangen dat het voorschot is gedeponeerd;
3.11.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige medewerking moeten verlenen aan het onderzoek;
3.12.
schrijft de deskundige voor dat hij bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken;
3.13.
draagt de deskundige op acht te slaan op hetgeen in nr. 2.9 staat;
3.14.
bepaalt dat de deskundige een concept van het rapport aan partijen zal toezenden en hen in de gelegenheid zal stellen om
binnen een termijn van vier wekennadien opmerkingen over het concept te maken;
3.15.
bepaalt dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan partijen de gelegenheid is geboden om opmerkingen te maken (tijdens het onderzoek en op het concept- rapport), terwijl in het rapport tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen, en verzoekt de deskundige om in het rapport te reageren op de opmerkingen van partijen;
3.16.
verzoekt de deskundige om de landelijke Leidraad deskundigen op www.rechtspraak.nl te raadplegen;
de overige beslissingen
3.17.
draagt de griffier op een afschrift van deze beschikking toe te zenden aan de deskundige;
3.18.
bepaalt dat de verdere processtukken binnen één week na de datum van deze beschikking aan de deskundige dienen te worden toegezonden door [verzoekster] ;
3.19.
draagt de griffier op om na inlevering van het schriftelijke rapport door de deskundige aan partijen te berichten dat zij binnen vier weken een conclusie na deskundigenrapport moeten indienen;
3.20.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M.M. Steenberghe, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2022.