ECLI:NL:RBMNE:2022:3682

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 maart 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
9340906 ME VERZ 21-99 BS/43497
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring van besluiten van de Vereniging van Eigenaren en verzoek om vervangende machtiging tot benoeming van een nieuw bestuur

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de Vereniging van Eigenaren (VvE) over de nietigheid van bepaalde besluiten genomen tijdens de vergadering van de VvE op 15 juni 2021. [Eiseres] verzocht de kantonrechter om de besluiten te vernietigen, waaronder de goedkeuring van de balans en exploitatierekening over 2018, het besluit om het exploitatieoverschot niet terug te geven aan de eigenaars, en het besluit om € 750 te betalen aan de vorige eigenaar van een appartement. De VvE voerde verweer en stelde dat de besluiten rechtmatig waren genomen.

De kantonrechter oordeelde dat het besluit om € 750 te betalen aan de vorige eigenaar nietig was, omdat dit in strijd was met de bepalingen van het splitsingsreglement. De overige verzoeken van [eiseres] werden aangehouden in afwachting van een andere procedure die aanhangig was, waarin soortgelijke kwesties aan de orde waren. De kantonrechter benadrukte het belang van proceseconomie en het voorkomen van tegenstrijdige uitspraken door samenhangende zaken door dezelfde rechter te laten behandelen.

Daarnaast werd het verzoek van [eiseres] om een vervangende machtiging tot benoeming van een nieuw bestuur van de VvE afgewezen, omdat dit niet onder de reikwijdte van artikel 5:121 BW viel. De kantonrechter hield de beslissing over de proceskosten aan, zodat deze in een later stadium kon worden behandeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij besluitvorming binnen een VvE en de rechten van appartementseigenaren.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
zaaknummer: 9340906 ME VERZ 21-99 BS/43497
Beschikking van 18 maart 2022
inzake
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. H.T.L. Janssen,
tegen:
de vereniging
[VvE],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: C.W.G. Janssen.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als [eiseres] en VvE.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift (met producties 1 t/m 34), ingediend op 16 juli 2021;
- de brieven van 19 juli 2021 aan [eiseres] en de VvE (met daarbij een kopie van het verzoekschrift voor de VvE) met het verzoek om verhinderdata op te geven ten behoeve van de mondelinge behandeling;
- de oproepbrieven van 10 augustus 2021 waarin de VvE, [eiseres] en alle andere stemgerechtigden bij name zijn opgeroepen om (desgewenst) op het verzoek te worden gehoord (waarbij een kopie van het verzoekschrift is gevoegd voor de stemgerechtigden);
- het verweerschrift (met productie), ingediend op 13 december 2021;
- de aanvullende producties 35 tot en met 41 van [eiseres] , ten behoeve van de mondelinge behandeling, ingediend op 14 december 2021;
- de mondelinge behandeling op 15 december 2021 waarbij [eiseres] , bijgestaan door mr. Janssen voornoemd, en [A] , als bestuurder en stemgerechtigde, bijgestaan door mevrouw Janssen voornoemd zijn verschenen en het woord hebben gevoerd;
- de pleitaantekeningen van mr. Janssen;
- de foto van het appartementsgebouw van [A] ;
- het verweerschrift van [B] ;
- de akte van [A] ingekomen op 6 januari 2022;
- de tussenbeschikking van 12 januari 2022;
- de akte uitlating producties van [eiseres] van 26 januari 2022.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Bij notariële akte van splitsing van 22 september 1982 (hierna: de akte van hoofdsplitsing) heeft de Nederlandse Aannemers- en Bouw Onderneming “NABO
Utrecht” B.V., gevestigd te Utrecht (hierna: NABO), destijds eigenaresse van het perceel bouwterrein gelegen te [vestigingsplaats] aan de [straat] , waar thans het onderhavige appartementencomplex op staat, de eigendom van dit appartementencomplex gesplitst in twee appartementsrechten:
- het appartementsrecht (index 1.) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van – kort gezegd – een woningencomplex; en
- het appartementsrecht (index 2.) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van een complex parkeerruimten.
2.2.
Bij de akte van hoofdsplitsing is tevens de (hoofd)vereniging [VvE Complex] opgericht (hierna: de VvE Complex).
2.3.
Op 22 september 1982 is eveneens een notariële akte van ondersplitsing verleden, waarbij NABO het voornoemde appartementsrecht index 1 van de hoofdsplitsing heeft gesplitst in 32 appartementsrechten. Bij deze ondersplitsing is de [VvE] (de VvE) opgericht.
2.4.
De huidige bestuurder van de VvE is [A] .
2.5.
[eiseres] is rechthebbende van 1 van de 32 voornoemde appartementsrechten gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , kadastraal bekend als gemeente [gemeente] sectie [sectie] nummer [nummer] .
2.6.
In de akte van hoofdsplitsing is het reglement van splitsing opgenomen.
2.7.
De akte van ondersplitsing bevat eveneens het reglement van splitsing (hierna: het splitsingsreglement). In het splitsingsreglement zijn, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
“E. Jaarlijkse exploitatierekening en begroting en te storten bijdragen
Artikel 18.
1. a. (…)
3.b. Na afloop van elk boekjaar wordt ter berekening van de na te vermelden definitieve bijdrage door iedere eigenaar verschuldigd, door de administrateur een exploitatierekening opgesteld over dat boekjaar en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd. In deze rekening zullen de schulden en de kosten van dat boekjaar worden opgenomen.
4. (…)
2.8.
Op de vergadering van de VVE van 15 juni 2020, hierna: de vergadering, zijn onder meer de volgende besluiten genomen:
6. vaststellen van de balans per 31-12-2018 en de exploitatierekening over 2018
Over het voorstel wordt gestemd: 14 voor, 1 tegen en 1 onthouding; het voorstel is aangenomen.
7.besluit over het voorstel om het exploitatieoverschot over 2018 niet terug geven aan de eigenaars, maar toe te voegen aan de algemene reserve.
Over het voorstel wordt gestemd: 15 voor, 1 tegen; het voorstel is aangenomen
15. vaststellen van het bedrag ter uitvoering van het bij agendapunt 14 vastgesteld onderhoudsplan.
Over het voorstel, € 19.000 voor het jaar 2021, wordt gestemd: 15 stemmen voor, 1
tegen; het voorstel is aangenomen.
17. besluit over het voorstel € 750 te betalen aan de vorige eigenaar van [huisnummer] , dhr [C] , die voor zijn rekening de deuren aan de voorzijde liet vervangen en aan eigenaar van [huisnummer] , mw [eiseres] haar aandeel in die €750 te betalen, dat is € 21, opdat zij geen belang heeft dit besluit bij de kantonrechter aan te vechten
Over het voorstel wordt gestemd: 15 stemmen voor, 1 tegen; het voorstel om € 750 te betalen aan [C] is aangenomen; het voorstel € 21 te betalen aan mw [eiseres] is verworpen.
25. besluit over het voorstel een elektrakabel aan te laten brengen langs de rode metalen koker in het trappenhuis tbv verlichting armaturen
Over het voorstel wordt gestemd: 15 stemmen voor en 1 tegen; het voorstel is aangenomen.
26. besluit over het voorstel een telescoopladder aan te schaffen
Over het voorstel wordt gestemd: 15 stemmen voor en 1 tegen; het voorstel is aangenomen.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[eiseres] verzoekt de kantonrechter om de besluiten van de Vergadering van de VvE van 15 juni 2020 te vernietigen althans nietig te verklaren op de volgende punten:
punt 6: vaststelling balans per 31-12-2018 en de exploitatierekening over 2018;
punt 7: besluit om het exploitatieoverschot over 2018 niet terug te geven aan de eigenaars, maar toe te voegen aan de algemene reserves;
punt 15: vaststellen van het bedrag ter uitvoering van het onderhoudsplan;
punt 17: voorstel om € 750 te betalen aan de vorige eigenaar van [huisnummer] die voor zijn rekening de deuren aan de voorzijde zou hebben laten vervangen;
punt 25: besluit over het voorstel een elektrakabel aan te laten brengen;
punt 26: besluit over het voorstel een telescoopladder aan te schaffen.
3.2.
[eiseres] verzoekt het besluit van het bestuur van de VvE om [schildersbedrijf] opdracht te geven voor schilderwerk tot een bedrag van € 10.000,00, te vermeerderen met kosten van huur voor een hoogwerker en gebruikte materialen, te vernietigen althans nietig te verklaren.
3.3.
[eiseres] verzoekt de VvE de komende vijf jaar te verbieden [A] een bestuurs- of beheersfunctie binnen de VvE te laten bekleden en verzoekt de kantonrechter haar te machtigen om een externe bestuurder te benoemen.
3.4.
Ten slotte verzoekt [eiseres] de VvE, [eiseres] daarvan uitgesloten, te veroordelen in de kosten van het geding.
3.5.
De VvE en [A] voeren verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid en toetsingskader
4.1.
In beginsel is de rechtbank bevoegd te oordelen omtrent de nietigheid dan wel vernietigbaarheid van een besluit van een orgaan van een rechtspersoon (ex art. 2:14 en
art. 2:15 BW). Volgens het bepaalde in art. 5:130 BW geschiedt – in afwijking van art. 2:15 lid 3 BW – de vernietiging van een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars door een uitspraak van de kantonrechter. Voor het laten vaststellen van de nietigheid van een besluit ontbreekt echter een soortelijke, afwijkende regeling.
4.2.
In de vorige beschikking tussen partijen van 19 november 2020 heeft de kantonrechter hierover ook al overwogen dat dit strikt genomen tot gevolg heeft dat voor het laten vaststellen van de nietigheid van de onderhavige besluiten een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank moet worden gevolgd. Echter, ingeval de kantonrechter zich niet bevoegd zou achten om over de nietigheid te oordelen, zou dit tot gevolg hebben dat de onderhavige zaak, voor dat gedeelte, naar de rechtbank (sector civiel) ter verdere behandeling moet worden doorverwezen. De consequentie hiervan zou zijn dat twee verschillende rechters over hetzelfde besluit en hetzelfde samenhangend feitencomplex zouden moeten oordelen. Deze weergegeven gang van zaken rijmt niet met het uitgangspunt zoals dat door de wetgever voor de dagvaardingsprocedure is vastgelegd in artikel 94 Rv, te weten dat samenhangende zaken vanuit een oogpunt van doelmatigheid zo veel mogelijk door één en dezelfde rechter moeten worden behandeld en beslist. In deze zaak is ook evident sprake van samenhang tussen de verzoeken tot nietig verklaring en vernietiging. De kantonrechter acht zich, gelet op het vorenstaande en vanuit proceseconomisch oogpunt, in de onderhavige zaak (ook) bevoegd kennis te nemen van het verzoek ten aanzien van de nietigheid van de besluiten.
4.3.
Artikel 2:15 BW bepaalt dat een besluit van een orgaan van een rechtspersoon vernietigbaar is wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid. Van vernietigbaarheid van een besluit is sprake als een besluit naar inhoud of totstandkoming in strijd is met de in artikel 2:8 BW genoemde gedragsregel, inhoudende dat betrokkenen zich zodanig jegens elkander moeten gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
4.4.
ten aanzien van het verzoek tot vernietiging van het besluit tot goedkeuring van de balans en de exploitatierekening 2018
4.4.1.
Op de vergadering van 28 mei 2019 heeft de vergadering van eigenaars voor het eerst ingestemd met het voorstel om de balans per 31 december 2018 en exploitatierekening 2018 goed te keuren. [eiseres] heeft op 27 juni 2019 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank, waarin zij onder meer verzocht om dit besluit nietig te verklaren. [eiseres] voerde aan dat er verschillende stukken ontbraken en dat deze door [A] desgevraagd niet beschikbaar werden gesteld. Daarnaast was sprake van een gezamenlijke administratie van de VvE en de hoofdvereniging. Deze administratie moet volgens [eiseres] gesplitst worden omdat de VvE en de hoofdvereniging twee afzonderlijke rechtspersonen zijn met eigen statuten die ieder een eigen administratie dienen te voeren. Ten slotte ontbrak een toelichting waarin staat waar bepaalde posten op de balans of de exploitatierekening uit bestaan of waarin uitleg is gegeven over bepaalde posten. De kantonrechter heeft bij beschikking van 11 december 2019 geoordeeld dat het besluit nietig verklaard moest worden. De kantonrechter overwoog dat het ontbreken van de toelichting op de balans en de exploitatierekening, ten tijde van de vergadering, in strijd is met de wet. Verder heeft de kantonrechter overwogen dat de gezamenlijke administratie van de VvE en de hoofdvereniging tot gevolg heeft dat de balans en exploitatierekening niet aan de wettelijke vereisten voldoen.
4.4.2.
De balans en de exploitatierekening zijn in de vergadering van 15 juni 2021 opnieuw goedgekeurd. [eiseres] heeft in deze procedure opnieuw verzocht de goedkeuring nietig te verklaren. De VvE heeft daartegen verweer gevoerd. Over de gescheiden administratie verklaard de VvE het volgende. De hoofdvereniging betaalt volgens de VvE een vast percentage van 14% voor de gemeenschappelijke kosten aan het gebouw. Het gaat dan bijvoorbeeld om de betonnen constructie, het dak en de verzekeringspremie. De VvE betaalt de overige 86% van deze kosten. De hoofdvereniging houdt geen administratie omdat het een slapende VvE is, zonder activiteiten. De balans van de VvE bevat enkel de kosten van de VvE en niet de van de hoofdvereniging. Het standpunt dat er een gezamenlijke administratie wordt gevoerd klopt volgens de VvE daarom niet. [eiseres] blijft bij het standpunt dat er een gescheiden administratie gevoerd moet worden. Ze verwijst daarbij naar de eerder gegeven beschikkingen van 11 december 2019 en 19 november 2020.
4.4.3.
[A] erkent dat er destijds geen toelichting is gegeven bij de balans en exploitatierekening, hoewel dit op grond van artikel 2:48 BW wel een vereiste is. [A] voert aan dat de toelichting inmiddels wel aan de vergadering is overgelegd. Ter zitting komen partijen tot de conclusie dat deze toelichting geen deel uitmaakt van het procesdossier. [A] biedt aan deze toelichting alsnog toe te zenden. Op 5 januari 2022 ontvangt de kantonrechter op voorhand een akte van [A] , waarbij hij de toelichting op de balans en exploitatierekening 2018 heeft overgelegd. De kantonrechter heeft bij tussenbeschikking te kennen gegeven dat hij voornemens was om de toelichting bij [A] op te vragen. De kantonrechter heeft [eiseres] vervolgens bij tussenbeschikking van 12 januari 2022 in de gelegenheid gesteld om op deze toelichting te reageren. De kantonrechter gaat daarom aan het bezwaar van [eiseres] , dat de toelichting te laat is ingediend en buiten beschouwing gelaten moet worden, voorbij. Op 25 januari 2021 is de toelichting aan de leden van de VvE gezonden. [eiseres] stelt dat de toelichting niet aan de daarvoor gestelde eisen voldoet. De toelichting is volgens [eiseres] onvoldoende gedetailleerd, waardoor de leden van de VvE de inhoud van de posten onvoldoende begrijpen.
4.4.4.
De kantonrechter is ambtshalve bekend dat in een tussen partijen lopende procedure met zaaksnummer 9617320 ME VERZ 22-2 behandeld op 24 februari 2022 een soortgelijke discussie wordt gevoerd maar dan ten aanzien van de balans en exploitatierekening voor het jaar 2019 en 2020. De kantonrechter zal, ter voorkoming van tegengestelde beslissingen de beoordeling ten aanzien van de balans en exploitatierekening over het jaar 2018 aanhouden totdat in de andere zaak tussen partijen is beslist.
4.5.
ten aanzien van het besluit om het exploitatieoverschot 2018 niet aan de eigenaars terug te geven maar toe te voegen aan de algemene reserve
4.5.1.
[eiseres] verzoekt om het besluit om het exploitatieoverschot 2018 toe te voegen aan de algemene reserve te vernietigen. Gelet op hetgeen hierboven is overwogen zal ook de beslissing over het besluit om het exploitatieoverschot van 2018 toe te voegen aan de algemene reserve worden aangehouden, omdat dit (mede) afhankelijk is van de goedkeuring van de van de balans en exploitatierekening 2018.
4.6.
ten aanzien van het van het besluit om het bedrag ter uitvoering van het onderhoudsplan vast te stellen
4.6.1.
[eiseres] verzoekt het besluit om een bedrag van € 19.000,00 ter uitvoering van het onderhoudsplan vast te stellen, te vernietigen. [eiseres] meent dat het bedrag niet onderbouwd is en elke basis mist. De VvE heeft aangevoerd dat het bedrag van € 19.000,00 is gebaseerd op het door de vergadering op 15 juni 2021 vastgestelde onderhoudsplan. Van dit besluit is door [eiseres] geen vernietiging gevraagd, zodat het onderhoudsplan daarmee onaantastbaar is geworden. De bedragen die in het onderhoudsplan zijn genoemd (waaronder die € 19.000,00) is daarmee ook onaantastbaar geworden, meent de VvE. De kantonrechter is van oordeel dat het onderhoudsplan door de vergadering is vastgesteld. Het bedrag van € 19.000,00 euro vloeit voort uit het onderhoudsplan. Het had op de weg van [eiseres] gelegen om vernietiging van het besluit tot vastelling van het onderhoudsplan te verzoeken nu zij heeft gesteld dat de begroting in het onderhoudsplan onvoldoende is onderbouwd. Aan die beoordeling komt de kantonrechter thans niet meer toe, zodat de kantonrechter er daarom vanuit dient te gaan dat het onderhoudsplan aan de wettelijke eisen voldoet, terwijl het bedrag dat vervolgens is vastgesteld ter uitvoering van het onderhoudsplan reeds uit de begroting voortvloeit. De vordering tot vernietiging van onderhavig besluit wordt daarom afgewezen.
4.7.
ten aanzien van het besluit om € 750,00 te betalen aan de vorige eigenaar van [huisnummer] die voor zijn rekening de deuren aan de voorzijde zou hebben laten vervangen
4.7.1.
Bij beschikking van 19 november 2020 is een eerder gelijkluidend besluit door de kantonrechter op verzoek van [eiseres] nietig verklaard. In artikel 2 van het splitsingsreglement is bepaald dat de deuren die een scheiding vormen tussen het gemeenschappelijk gedeelte en privé gedeelte, tot het privé gedeelte behoren. Voor de geplaatste dorpel bij nummer [huisnummer] geldt dat ook aldus de kantonrechter. Op de vergadering van 15 juni 2021 is de vergoeding aan [C] , voormalig eigenaar van nummer [huisnummer] voor de dts-dorpel van € 750,00 opnieuw in stemming gebracht en opnieuw goedgekeurd. Het standpunt [A] dat de dorpel ziet op het gemeenschappelijke gedeelte is onvoldoende onderbouwd en reeds, zoals hierboven overwogen, eerder beslecht.
De door [C] gemaakte kosten komen voor zijn rekening. Het besluit van 15 juni 2021 wordt nietig verklaard.
4.8.
ten aanzien van het besluit om een telescoopladder aan te schaffen
4.8.1.
De vergadering heeft besloten in te stemmen met de aanschaf van een telescoopladder. [eiseres] vraagt om het besluit te vernietigen of nietig te verklaren. De kantonrechter is van oordeel dat de vergadering in redelijkheid tot dit besluit is kunnen komen. De noodzaak van de aanschaf van de ladder voor toegang tot het dak en controle van ventilatoren is daarmee gegeven. Dat de precieze kosten voor een dergelijke ladder niet bekend is betekent naar oordeel van de kantonrechter nog niet dat het besluit daarom vernietigbaar is. De vergadering heeft ingestemd met de aanschaf van de ladder en de kantonrechter ziet geen aanleiding om dit besluit te vernietigen.
4.9.
ten aanzien van het besluit om een elektrakabel aan te brengen
4.9.1.
De vergadering heeft ingestemd met het aanleggen van een elektrakabel in het trappenhuis, zodat er extra verlichtingsarmaturen geplaatst kunnen worden. [eiseres] stelt dat het besluit niet onderbouwd is en niet duidelijk is wie de werkzaamheden gaat uitvoeren.
[A] heeft ter zitting verklaard dat een erkend installateur de elektrakabel aan zal leggen. De kantonrechter ziet dan ook geen aanleiding om het besluit te vernietigen. Dat er nog geen offertes voorgelegd zijn aan de vergadering doet niet aan dit oordeel af.
4.10.
ten aanzien van het besluit van het bestuur van de VvE om [schildersbedrijf] opdracht te geven voor schilderwerk tot een bedrag van € 10.000,00
4.10.1.
[A] , als bestuurder, heeft op de vergadering van 15 juni 2021 een voorstel gedaan om schilderwerk uit te laten voeren door [schildersbedrijf] . Het schilderwerk wordt op regiebasis uitgevoerd en bedraagt maximaal € 10.000,00. De vergadering heeft ingestemd met dit voorstel. [A] heeft vervolgens [schildersbedrijf] opdracht gegeven om te schilderen. In de opdrachtverstrekking heeft [A] nagelaten de opdracht te maximeren tot een bedrag van € 10.000,00. [eiseres] verzoekt het bestuursbesluit (de opdrachtverstrekking aan [schildersbedrijf] ) te vernietigen, omdat de werkzaamheden waarschijnlijk niet kunnen worden uitgevoerd voor het maximale bedrag van € 10.000,00.
4.10.2.
Ter zitting is gebleken dat de schilderwerkzaamheden inmiddels zijn uitgevoerd. Er is meer geld uitgegeven dan het begrote bedrag van € 10.000,00. [A] voert aan dat dat komt omdat er meer geverfd is. Voor zover de kosten de € 10.000,00 overstijgen heeft [A] (nog) geen goedkeuring gekregen van de vergadering van eigenaars. [A] merkt ter zitting echter terecht op dat deze goedkeuring ook achteraf nog gegeven kan worden. Indien de goedkeuring niet verleend wordt kan hij daar als bestuurder op worden aangesproken. Nu uitvoering aan de schilderwerkzaamheden is gegeven op basis van de opdracht door [A] aan [schildersbedrijf] kan die opdrachtbevestiging thans niet meer ongedaan worden gemaakt. Het is aan de vergadering van eigenaars het ontstane gebrek aan goedkeuring van die opdracht al dan niet te helen. De vordering van [eiseres] tot vernietiging van het bestuursbesluit komt niet voor toewijzing in aanmerking.
4.11.
ontslag bestuurder, benoeming nieuwe externe bestuurder en externe beheerder
4.11.1.
Op de vergadering van 19 december 2019 is er gestemd over het voorstel tot ontslag van [A] als bestuurder. De vergadering heeft het voorstel tot ontslag van de bestuurder destijds met overgrote meerderheid verworpen. Het ontslag van de bestuurder is voorbehouden aan de vergadering van eigenaars (artikel 5:131 lid 2 BW en artikel 40 lid 1 en 2 van het splitsingsreglement). Het ontslag van [A] (de bestuurder) is niet recent nogmaals in stemming gebracht, terwijl dit wel in de rede had gelegen. Daarnaast herhaalt de kantonrechter hetgeen hij heeft overwogen in de beschikking van 11 december 2019. Blijkens de bewoordingen van artikel 5:121 lid 1 BW moet het bij een verzoek om vervangende machtiging gaan om feitelijke handelingen of rechtshandelingen met betrekking tot algemene of privé-gedeelten van het gebouw van de VvE. De handeling waarvoor [eiseres] in deze procedure machtiging wordt verzocht is niet een handeling met betrekking tot de algemene of privé-gedeelten van het gebouw van de VvE. De door [eiseres] beoogde handeling, het vormen van een nieuw bestuur, heeft betrekking op het functioneren van de vereniging van eigenaren als zodanig. Daarop ziet de in artikel 5:121 BW vervatte mogelijkheid van vervangende machtiging niet, afgezien nog van het feit dat het verzoek onvoldoende is onderbouwd.
4.12.
ten aanzien van de proceskosten
4.12.1.
De beslissing omtrent de proceskosten zal worden aangehouden.

5.De beslissing

de kantonrechter
5.1.
verklaart het besluit van (de ledenvergadering) van de VvE van 15 juni 2021 om € 750,00 te betalen aan de vorige eigenaar van nummer [huisnummer] die voor zijn rekening de deuren aan de voorzijde zou hebben laten vervangen nietig;
5.2.
wijst af het meer of anders verzochte met inachtneming van overweging 5.3 tot en met 5.5;
5.3.
houdt de beslissing aan ten aanzien van het verzoek tot vernietiging van a) het besluit tot goedkeuring van de balans en de exploitatierekening 2018 en b) het besluit om het exploitatieoverschot 2018 niet aan de eigenaars terug te geven maar toe te voegen aan de algemene reserve in afwachting van de beslissing in de zaak tussen [eiseres] en de VvE [VvE] met zaaksnummer 9617320 ME VERZ 22-2;
5.4.
bepaalt dat de meest gerede partij na afronding van de zaak met zaaksnummer 9617320 ME VERZ 22-2 de kantonrechter kan verzoeken verder te beslissen;
5.5.
houdt de beslissing aan ten aanzien van de proceskosten;
Deze beschikking is gegeven door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2022.