ECLI:NL:RBMNE:2022:3670

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 augustus 2022
Publicatiedatum
14 september 2022
Zaaknummer
AWB 22/1492
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen inzake indienen beroepschrift

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van de Belangenvereniging recreatiewoningen Baambrugse Zuwe tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen behandeld. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, dateert van 24 januari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat is ingediend, aangezien dit pas op 21 maart 2022 door de rechtbank is ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 7 maart 2022 eindigde. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor de te late indiening van het beroepschrift. Hierdoor kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, en is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1492

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 augustus 2022 in de zaak tussen

Belangenvereniging recreatiewoningen Baambrugse Zuwe, te Vinkeveen, UTR 22/1492, eiser,
(gemachtigde: C. Klaver),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen, te Mijdrecht, verweerder

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 24 januari 2022.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 24 januari 2022. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 7 maart 2022 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 21 maart 2022, nadat verweerder eisers brief van 14 maart 2022 als beroepschrift naar de rechtbank had gestuurd. [1] Die brief is door verweerder op 15 maart 2022 ontvangen. Die datum is bepalend voor de vraag of het beroep tijdig is ingediend. 15 maart 2022 is buiten de termijn van zes weken die op 7 maart 2022 eindigde. Het beroep is daarom te laat ingediend. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen als het beroep te laat is ingediend. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. Eiser heeft geen reden gegeven waarom hij te laat was.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van M.A.W.M. Engels, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2022.
De griffier is verhinderd om de
uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Dat is gebeurd op grond van artikel 6:15 van de Awb.