ECLI:NL:RBMNE:2022:3666
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onbevoegdheid van de bestuursrechter in strafzaken
Op 3 augustus 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, woonachtig te [woonplaats], beroep heeft ingesteld tegen de kennisgeving van de beslissing van de inhouding van zijn rijbewijs door het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie op 20 april 2022. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 1:6, onder a, van de Awb de Awb niet van toepassing is op de opsporing en vervolging van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. De kennisgeving van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie valt onder deze uitzondering. Hierdoor kan de rechtbank geen kennis nemen van het beroep van eiser, aangezien beroep tegen een strafrechtelijke beslissing niet mogelijk is bij de bestuursrechter.
De rechtbank verklaart zich daarom kennelijk onbevoegd en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier heeft een afschrift verzonden aan de partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.