ECLI:NL:RBMNE:2022:3666

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
14 september 2022
Zaaknummer
AWB - 22 _ 1977
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk onbevoegdheid van de bestuursrechter in strafzaken

Op 3 augustus 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, woonachtig te [woonplaats], beroep heeft ingesteld tegen de kennisgeving van de beslissing van de inhouding van zijn rijbewijs door het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie op 20 april 2022. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat volgens artikel 1:6, onder a, van de Awb de Awb niet van toepassing is op de opsporing en vervolging van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. De kennisgeving van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie valt onder deze uitzondering. Hierdoor kan de rechtbank geen kennis nemen van het beroep van eiser, aangezien beroep tegen een strafrechtelijke beslissing niet mogelijk is bij de bestuursrechter.

De rechtbank verklaart zich daarom kennelijk onbevoegd en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier heeft een afschrift verzonden aan de partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1977

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, verweerder

Procesverloop

Eiser heeft tegen de kennisgeving van de beslissing van de inhouding van het rijbewijs van verweerder van 20 april 2022 beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Volgens artikel 1:6, onder a, van de Awb is de Awb niet van toepassing op de opsporing en vervolging van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. De rechtbank stelt vast dat de kennisgeving van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie hieronder valt.
3. Omdat beroep tegen een strafrechtelijke beslissing niet mogelijk is bij de bestuursrechter, kan de rechtbank geen kennis nemen van het beroep van eiser.
4. De rechtbank verklaart zichzelf daarom kennelijk onbevoegd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.