4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen voor het primair ten laste gelegde
Een verklaring van [getuige 1] , afgelegd bij een politieverhoor – zakelijk weergegeven:
Eind oktober/november hebben we kennis gemaakt met [verdachte] . Hij zou ons wat helpen met [slachtoffer] omdat die beperkingen heeft en mijn gezondheid ook niet goed is. Hij kwam elke woensdagmiddag [slachtoffer] ophalen en nam hem dan mee naar zijn eigen woning om ons wat meer rust te geven. Op een woensdag in februari was [slachtoffer] weer bij [verdachte] geweest. Ik zag dat [slachtoffer] achter mijn fiets, die in de keuken aan hem, met stond, wegdook en toen naar ons schreeuwde: 'Hij zit aan me, [verdachte] zit aan me'. Ik hoorde toen dat [slachtoffer] riep: 'Hij zit aan mijn piemel'.Hij zei dat hij nog wel naar [verdachte] wilde en hij is er ook de volgende woensdagmiddag weer naar [verdachte] geweest. Die laatste keer zal kort voor de voorjaarsvakantie van dit jaar zijn geweest. Toen hij terug kwam zei [slachtoffer] weer tegen mij; 'Hij zit nog steeds aan me. Ik heb gezegd dat hij moest stoppen, maar hij ging gewoon door. Ik heb toen met [slachtoffer] afgesproken dat dit de laatste keer was geweest en dat hij niet meer terug naar [verdachte] ging. Ik heb daarop een berichtje naar [verdachte] gestuurd dat we andere
plannen hadden met de voorjaarsvakantie en dat hij de komende woensdag [slachtoffer] niet
hoefde te halen. 4 of 5 maart heb ik [verdachte] een berichtje gestuurd dat [slachtoffer] niet meer bij hem zou komen.
Een studioverhoor van slachtoffer [slachtoffer] – zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] , geboren op [2008] .
A: Er was een man die zat aan mijn piemel. Ik vond het niet zo leuk.
V: Hoe vaak is het gebeurd, dat die man aan jouw piemel zat?
A: Heel vaak. Elke keer als ik daar was.De eerste keren was ik daar op een woensdag.
V: Waar waren jullie als het gebeurde als hij aan je piemel zat?
A: In de [straat] , binnen in zijn huis.
V: Waarmee zat hij aan jouw piemel?
A: Met zijn handen en ook met zijn mond.
V: Hoe doet hij je broek naar beneden?
A: Half. Hij doet mijn broek en onderbroek zover naar beneden.
O: [slachtoffer] wijst bij deze woorden net tot onder zijn kruis aan.
V: Waar is jouw piemel dan?
A: In zijn hand.
V: Weet hij da ook dat jij het niet fijn vindt?
A: Ik heb het heel vaak gezegd, maar toch ging hij door. Hij zegt dan: ik vind het zo grappig en ik vind het zo lekker.
V: Hoe ging het precies met zijn mond?
A: Nou dan doet hij hetzelfde als met de handen. Hij doet mijn broek naar beneden.
O: Terwijl [slachtoffer] dit zegt hoor ik [slachtoffer] zeggen: Hij doet dan.. Waarop ik [slachtoffer] geluid hoor maken van AHM AHM.
A: Mijn piemel zit echt in zijn mond bij zijn tong enzo.
V: Hoe was het met zijn kleding?
A: Soms ook broek naar beneden van hem zelf. Hij deed mijn hand bij zijn piemel.
V: Wat deed jouw hand daar dan?
A: Erover heen wrijven. Het wrijven deed hij met mijn hand.
V: Was zijn piemel slap/stijf of anders?
A: stijf.
V: Hoe kan het dan dat papa en mama het weten?
A: Ik heb het gezegd dat [verdachte] aan mijn piemel zat. Hij zei elke keer dat het een geheimpje was. Ik was het zat.
V: Was het de allereerste keer ook gebeurd met de piemel?
A: Ja.
De verklaringen van verdachte bij zijn politieverhoor – zakelijk weergegeven:
V: Wat is er tussen jou en [slachtoffer] gebeurd?
A: Ik heb een bed die alle kanten op gaat. Daar zijn dingen gebeurd die niet door de beugel kunnen.
V: Waaraan heb je gezeten?
A: Aan zijn piemel. Ik heb mijn mond erom heen gedaan. Ik heb getracht zijn penis vast te houden. Ik heb wat gevoeld. Dat is wel vaker gebeurd.
Ik wilde nog even zeggen, ik zat te denken, in dat speciale bed, heb ik volgens mij een keer mijn penis laten zien en hem laten voelen. Ik heb zijn hand op mijn penis gelegd.
V: Hoe vaak is [slachtoffer] geweest?
A: Ik denk rond de 30 keer.
V: Hoe vaak is het gebeurd dat je aan zijn piemel hebt geprobeerd te zitten?
A: Het kwam regelmatig voor als ik hem op schoot had en hij ging computeren. Ik denk een keer of tien.
V: Hoe vaak heb je zijn piemel daadwerkelijk aangeraakt?
A: Een keer of 10 denk ik.
A: Af en toe gaf hij wel aan dat hij het niet fijn vond. Hij zei dan dat hij het niet fijn vond.
V: Is het ook wel eens anders gebeurd dat je aan zijn piemel hebt gezeten?
A: Ik denk in het bed.
V: Wat deed je als je aan zijn piemel zat?
A: Ik lag ernaast, op dat bed.
Ik denk dat ik erover heen gelikt heb of zo. Ik heb 'm overeind gehaald denk ik. Ik heb hem in mijn mond gedaan.
V: In hoeverre heb je wel eens afspraakjes gemaakt met [slachtoffer] ?
A: Ja, dat het ons geheimpje was.
V: Vertel eens precies wat je hebt gedaan?
A: Het is gebeurd, ik ben er met mijn tong overheen gegaan. Over zijn eikel.
De verklaring van getuige [getuige 2] – zakelijk weergegeven:
V: Hoe lang werkt hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) al bij jullie?
A: Hij heeft op 19 oktober 2018 kennisgemaakt met het gezin van [slachtoffer] .
Bewijsoverwegingen
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat verdachte in de periode tussen 19 oktober 2018 en 5 maart 2019 in zijn woning in [woonplaats] meermalen ontucht heeft gepleegd met de aan zijn waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] .
De rechtbank gaat bij de bewijswaardering en het bepalen van de hoeveelheid ontuchtelijke handelingen uit van de verklaringen van [slachtoffer] . Deze verklaringen acht zij betrouwbaar. Nadat de moeder van [slachtoffer] al enige tijd afwijkend gedrag bij hem waarnam, heeft [slachtoffer] op vragen daarover vrijwillig en spontaan tegenover haar verklaard al sinds de eerste opvangdag door verdachte seksueel te worden betast. [slachtoffer] heeft ook tegen zijn vaste chauffeur leerlingenvervoer uit zichzelf verklaard over de ontucht. In zijn studioverhoor heeft [slachtoffer] uitgebreider verklaard over de ontucht. Zijn verklaringen in dit verhoor zijn gedetailleerd en in lijn met wat hij eerder tegen zijn moeder en de chauffeur heeft verklaard. Ook de verklaringen van verdachte bieden op veel punten steun aan de verklaring van [slachtoffer] .
De verklaringen van [slachtoffer] over de frequentie waarmee de ontuchtige handelingen plaatsvond, wijken af van de verklaring die verdachte heeft afgelegd ter terechtzitting. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij éénmalig ontucht heeft gepleegd, en wel de laatste keer dat [slachtoffer] bij hem verbleef. De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig gezien het feit dat hij eerder bij de politie heeft verklaard dat hij een keer of 10 daadwerkelijk de piemel van het slachtoffer heeft aangeraakt. Bovendien heeft [slachtoffer] , al vóór de laatste keer dat hij bij verdachte verbleef, tegenover zijn moeder verklaard dat verdachte aan zijn piemel zat.