4.3.3.Bewijsmiddelen
Op 13 mei 2022 doet aangeefster [aangeefster] aangifte; zij verklaart onder meer het volgende:
Op donderdag 12 mei 2022 ben ik rond 21:00 uur vertrokken uit het restaurant. Mijn
collega [A] is rond 00:30 weer in het restaurant geweest. Alles was toen nog in orde. Op vrijdag 13 mei 2022, omstreeks 12:00 uur werd ik gebeld door collega [A] dat het raam in de deur bij de ingang van het restaurant vernield was. Ik ben toen naar het restaurant gegaan, waar ik erachter kwam dat mijn zwarte laptop en het oplaadsnoer die hierbij hoort weg waren. Ook zag ik dat laden achter de kassa open stonden. Hier lag ook een witte Samsung Note 2 in. Deze is ook meegenomen.
In de nacht van 13 mei 2022 reed verdachte rond op een snorfiets met fietstassen. Deze fietstassen zijn onderzocht. Verbalisant [verbalisant 1] beschrijft zijn bevindingen als volgt:
Door collega’s is gezien dat verdachte [verdachte] vlak voor zijn aanhouding reed op een snorfiets waarmee ze hem op de grond zagen vallen. Ze zagen dat de snorfiets was voorzien van fietstassen. In de fietstassen trof ik een plastic tas van de supermarkt Hoogvliet aan. Ik zag dat in de tas een zwarte laptop zat. Ik zag dat er ook een oplader bij de laptop aanwezig was.Ik heb de laptop opengeklapt en aangezet. Ik zag toen een Windows inlogscherm met een foto en een naam. Ik zag dat de naam [aangeefster] betrof.
Op 12 mei 2022 doet aangever [aangever 2] aangifte namens [horecazaak] :
Op woensdag 11 mei 2022 heb ik de winkel in goede orde en onbeschadigd afgesloten. Op 12 mei 2022 kwam politie bij mij aan de deur die vertelde dat er was ingebroken.Aan de zijde [straat] met de [straat] hebben de dader(s) de ruit vernield en naar binnen gegaan. Weggenomen goederen:
1.
Kassalade;
2.
1200 euro aan muntgeld;
3.
800 euro aan briefgeld.
Ik stel de beelden beschikbaar voor de politie.
Verbalisant [verbalisant 1] heeft de camerabeelden, beschikbaar gesteld door aangever, bekeken en beschrijft zijn bevindingen als volgt:
Er vond een inbraak plaats bij [horecazaak] , gelegen aan de [adres] te [plaats] . Op de beelden was de datum 12-05-2022 en het tijdstip 05:57:40 tot 05:58:30 uur te zien.
Vanaf rechts komt een persoon in beeld. Ambtshalve is mij bekend dat dit [verdachte] is. De verdachte komt weer in beeld nu met een snorfiets aan de hand. De verdachte plaatst zijn snorfiets naast de voordeur van de horecazaak.De verdachte pakt twee grote stenen en slaat met iedere steen één keer tegen de ruit van de horecazaak. De verdachte is in de zaak te zien.De verdachte pakt de kassa van de toonbank en loopt weer naar de plek waar hij vandaan komt.
Verdachte wordt op deze beelden herkend. Verbalisant [verbalisant 2] beschrijft zijn bevindingen als volgt:
De persoon in beeld op foto 1 herken ik als [verdachte] .
Vanaf 2007 ben ik werkzaam op het basisteam Amersfoort en vanaf dat jaar heb ik met enige regelmaat contact gehad met hem. Het afgelopen jaar in mijn rol als wijkagent meerdere keren per jaar. De laatste keer dat ik hem zag was op dinsdag 10 mei 2022 om 12:49 uur. Het contact duurde toen ongeveer 7 minuten.
Ik herken de verdachte aan zijn langere tengere postuur en aan zijn
manier van bewegen. Ik herken hem aan zijn ontspannen loopje waarbij zijn voeten met de voorzijde naar buiten zijn gericht. Daarbij heeft hij geen beharing in zijn
gezicht of hoofd en een ingevallen gezicht. Op de beelden van 12 mei 2022 draagt de verdachte exact dezelfde kleding als dat ik hem afgelopen dinsdag 10 mei heb staande gehouden in de wijk Liendert..
Ik herkende hem onmiddellijk toen ik de foto zag.
Ook verbalisant [verbalisant 3] herkent verdachte als de persoon op de beelden van de [horecazaak] , hij beschrijft zijn bevindingen in een proces-verbaal:
Ik zag op beelden een manspersoon die ik ambtshalve herken als [verdachte] . Ik zag [verdachte] op 10 mei 2022, omstreeks 12:45 uur, op de Wielewaalstraat te Amersfoort. Ik zag dat [verdachte] er toen als volgt uitzag:
- man
- donker getinte huidskleur
- blauwe jas
- grijze joggingsbroek
- zwarte sportschoenen
- 2 oorringen in ene oor en 1 oorring in andere oor
Ik zag op de beelden van de inbraak dat [verdachte] precies dezelfde kleren aan had van
toen ik hem sprak op de Wielewaalstraat te Amersfoort.
Ik kan met 100 procent zekerheid zeggen dat ik [verdachte] herken op de beelden van de
inbraak bij [horecazaak] . Ik kom [verdachte] als wijkagent vaker tegen in de wijk.
Ik spreek [verdachte] ook vaak in de wijk.
Op 13 mei 2022 doet aangever [aangever 3] aangifte; hij verklaart onder meer het volgende:
Op donderdag 12 mei 2022, omstreeks 22.15 uur, heb ik de cafetaria afgesloten en
onbeschadigd achtergelaten. Op vrijdag 13 mei 2022, omstreeks 07:30 uur, kwam er politie bij mijn woning aan het [straat] te [woonplaats] . Zij vertelde mij tevens dat op vrijdag 13 mei 2022 omstreeks 07:00 uur de inbraak gemeld was door een omstander. Ik ben vervolgens naar mijn cafetaria gegaan. Toen ik bij mijn cafetaria kwam, zag ik dat de ruit van de voordeur vernield was.
Ik zag dat de kassalade geheel leeggehaald was. Er zat ongeveer 300 à 400 euro aan briefgeld en ongeveer 100 à 200 euro muntgeld in de kassalade.
Ik zag dat er vanuit de frisdrankenkast 2 a 3 blikjes frisdrank van het merk “Fernandes”, smaak “Cherry Bouquet” waren weggenomen. De betreffende blikjes zijn van een ongebruikelijk formaat. De blikjes zijn voorzien van de volgende houdbaarheidsdatum en productiecode:
28-02-23
093D08 0150
31-10-23
093D08 0150
Bij insluitingsfouillering van verdachte wordt een tweetal blikjes Fernandes aangetroffen. De blikjes zijn onderzocht, verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] beschrijven hun bevindingen als volgt:
Bij de aanhouding zijn 2 blikjes van het merk Fernandes met smaak Cherry Bouquet bij verdachte [verdachte] aangetroffen. Deze blikjes zijn door verbalisanten naderhand uit de fouillering van verdachte [verdachte] gehaald en inbeslaggenomen voor onderzoek. Hierna hebben wij, verbalisanten, de blikjes onderzocht en daarbij hebben wij onder andere de volgende overeenkomsten gevonden met de hierboven beschreven houdbaarheidsdatum en productiecode:
Blikje 1:
Merk: Fernandes
Smaak: Cherry Bouquet
28-02-23
093D08 0150
31-10-23
093D08 0150
Blikje 2:
Merk: Fernandes
Smaak: Cherry Bouquet
31-10-23
093D08 0150
31-10-23
093D08 0150
Ten aanzien van feit 6
Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 augustus 2022 het volgende verklaard:
Het klopt dat ik tegen de voordeur van de woning van meneer [aangever 4] heb getrapt.
Op 12 mei 2022 is verbalisant [verbalisant 6] bij de woning van aangever [aangever 4] , hij beschrijft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende:
Op donderdag 12 mei 2022 omstreeks 04.59 uur, kreeg ik, verbalisant [verbalisant 6] , tezamen met meerdere collega's, de melding te gaan naar de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat de voordeur van de flatwoning bestond uit een tweetal ruiten, van ongeveer 50 cm breed en 100 cm hoog. Ik zag dat de bovenste ruit vernield was.
Bewijsoverweging
Op basis van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het onder 2, 3, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe in het bijzonder als volgt.
Met betrekking tot feit 3
De rechtbank acht de camerabeelden van de [horecazaak] , waarvan zich in het dossier stills bevinden, voldoende betrouwbaar om een herkenning aan te ontlenen. Zo heeft verbalisant [verbalisant 2] verdachte herkend aan specifieke (gezichts)kenmerken zoals onder meer een ingevallen gezicht, een kaal hoofd, een tenger lang postuur en een specifiek loopje. De rechtbank is van oordeel dat deze kenmerken voldoende onderscheidend zijn. Daar komt bij dat zowel verbalisant [verbalisant 2] als verbalisant [verbalisant 3] in hun hoedanigheid als wijkagent vaker contact hadden met verdachte. Het laatste contact hadden zij twee dagen voor de inbraak, waarbij verdachte exact dezelfde kleding droeg als op de verstrekte beelden van de [horecazaak] . Uit de vermelding in het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2] dat de aandachtsvestiging videobeelden bevatte, blijkt voorts dat de verbalisanten niet enkel stills van de camerabeelden hebben bekeken.
Met betrekking tot feit 2 en feit 5
De rechtbank stelt voorop dat aan het enkele voorhanden hebben van gestolen goederen niet zonder meer de conclusie kan worden verbonden dat de betrokkene die goederen ook heeft gestolen. De conclusie dat verdachte niet alleen de gestolen goederen voorhanden heeft gehad, maar deze ook heeft gestolen, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval. De aannemelijkheid van de verklaring die verdachte heeft gegeven over de herkomst van de goederen kan bij deze conclusie onder meer een rol spelen.
Verdachte heeft verklaard de snorfiets met daarop de fietstas in de nacht van 12 op 13 mei 2022 te hebben geleend van een kennis van de nachtopvang, die hij tegenkwam bij de nachtwinkel. Verdachte heeft verklaard geen wetenschap te hebben gehad van hetgeen in de fietstas is aangetroffen.
Op basis van de camerabeelden van [horecazaak] concludeert de rechtbank dat verdachte al in de vroege ochtend van 12 mei 2022 de beschikking had over de bewuste snorfiets, vóórdat de onder 2 en 5 ten laste gelegde inbraken werden gepleegd. Dat verdachte geen wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de bij die inbraken weggenomen goederen in de fietstas van de snorfiets waarop hij reed, acht de rechtbank dan ook volstrekt onaannemelijk.
Overigens gaat de rechtbank ervan uit dat de blikjes frisdrank niet in de fietstas zijn aangetroffen. De blikjes frisdrank zijn beschreven noch als foto bijgevoegd in het proces-verbaal van bevindingen over de aangetroffen goederen in de fietstas (pagina 49 t/m 59 van het procesdossier). Het dossier bevat daarentegen wel een ambtsedig proces-verbaal waaruit volgt dat de blikjes zijn aangetroffen bij de fouillering van verdachte. De rechtbank ziet geen reden om aan de juistheid van dit proces-verbaal te twijfelen. De rechtbank ziet dan ook geen noodzaak tot het honoreren van het voorwaardelijk verzoek van de verdediging tot het laten opmaken van een aanvullend proces-verbaal van bevindingen.
Ten aanzien van de aangetroffen blikjes frisdrank merkt de rechtbank nog op dat een van de blikjes een andere datum bevat dan in de aangifte staat. De rechtbank gaat er vanuit dat dit het gestolen blikje frisdrank uit de aangifte van [aangever 3] betreft omdat de productiecode en andere datum op het blikje wel overeenkomen, er twee blikjes zijn weggenomen en dit blikje samen met het andere blikje bij verdachte is aangetroffen en
Gelet op het korte tijdsbestek tussen de diefstallen en het vervolgens bij verdachte aantreffen van de gestolen goederen, tezamen met het uitblijven van een aannemelijke verklaring hoe hij aan deze goederen komt, is de rechtbank van oordeel dat verdachte de onder 2 en 5 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan.