Op 5 september 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijke geweldpleging op 14 augustus 2021 te Zeist. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat er onvoldoende overtuigend bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. Tijdens de zittingen op 28 december 2021, 26 april 2022 en 22 augustus 2022 zijn de verklaringen van de aangever, zijn vriendin en de verdachte en zijn medeverdachten uitvoerig besproken. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangever en zijn vriendin niet voldoende steun vonden in het dossier, en dat het alternatieve scenario van de verdachte niet kon worden uitgesloten. De rechtbank oordeelde dat de aangifte onvoldoende werd ondersteund door bewijs, waardoor de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de openlijke geweldpleging. De benadeelde partij, die zich had gevoegd in het geding, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.