ECLI:NL:RBMNE:2022:3503

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 augustus 2022
Publicatiedatum
31 augustus 2022
Zaaknummer
16.081677.21 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 augustus 2022 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft vastgesteld dat het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel € 46.278,09 bedraagt. Dit bedrag is vastgesteld in het kader van een eerdere veroordeling van de veroordeelde voor meermalen gepleegde diefstal, waarbij gebruik is gemaakt van een valse sleutel. De rechtbank heeft de verplichting tot betaling aan de Staat op nihil gesteld, rekening houdend met de schadevergoedingsverplichting die aan de veroordeelde is opgelegd in de hoofdzaak. De vordering is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 17 augustus 2022, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende aannemelijk is dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten uit de gepleegde strafbare feiten. De beslissing is genomen in het belang van de benadeelde partij, die recht heeft op terugbetaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, maar de betalingsverplichting aan de Staat op nihil gesteld, omdat de benadeelde partij nog niet is vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.081677.21 (ontneming)
Vonnis van de meervoudige kamer op de vordering van de officier van justitie tot ontneming
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [1965] te [geboorteplaats] (Australië),/
wonende op het adres: [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: veroordeelde.

ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De vordering is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 17 augustus 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.P. Altena en van hetgeen verdachte en haar raadsvrouw mr. N.F. Hoogervorst, advocaat te Hilversum, naar voren hebben gebracht.

VORDERING

De vordering is als bijlage aan dit vonnis gehecht en strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en het aan veroordeelde opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van dat geschatte voordeel tot een bedrag van € 46.278,09.

Het standpunt van de officier van justitie

Ter terechtzitting heeft de officier van justitie primair gevorderd om – in geval de rechtbank in de strafzaak tegen veroordeelde als verdachte de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toewijst en daarbij de schadevergoedingsmaatregel oplegt – de ontnemingsvordering af te wijzen. Indien de rechtbank de vordering van de benadeelde partij afwijst of althans niet de schadevergoedingsmaatregel aan veroordeelde oplegt, heeft de officier van justitie subsidiair gevorderd de ontnemingsvordering toe te wijzen.

Het standpunt van de verdediging

De raadvrouw heeft de rechtbank, gelet op de door haar bepleite vrijspraak van het tenlastegelegde in de hoofdzaak, primair verzocht om de ontnemingsvordering af te wijzen. In geval de ontnemingsvordering wordt toegewezen, heeft de raadsvrouw bepleit dat het gevorderde ontnemingsbedrag dient te worden verminderd met een geldbedrag van
€ 1.819,72, zijnde het saldo op de bankrekening op naam van [naam] bij Knab op 31 december 2020, waarvan in elk geval kan worden vastgesteld dat veroordeelde daarvan geen voordeel heeft gehad.

BEOORDELING VAN DE VORDERING

De grondslag van de vordering

Veroordeelde is in de onderliggende strafzaak met parketnummer 16.081677.21 bij vonnis van 31 augustus 2022 van deze rechtbank, voor zover in het kader van de beoordeling van de ontnemingsvordering van belang, veroordeeld voor het in de periode van 19 juni 2018 tot en 5 oktober 2020 meermalen plegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Voor de ontnemingsvordering betekent dit dat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden gelet op voordeel afkomstig uit dit strafbare feit dat veroordeelde heeft begaan. Gelet op de inhoud van voornoemd vonnis, is voldoende aannemelijk geworden dat veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten door middel van het strafbare feit waarvoor zij bij dat vonnis is veroordeeld.
Beoordeling en berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de navolgende feiten en omstandigheden, die aan wettige bewijsmiddelen zijn ontleend, voldoende aannemelijk is geworden dat veroordeelde uit de baten van het hiervoor genoemde bewezenverklaarde feit wederrechtelijk voordeel heeft genoten als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. [1] De rechtbank stelt vast dat er geen afzonderlijk ontnemingsrapport is opgemaakt.
In de periode van 19 juni 2018 tot 5 oktober 2020 zijn er van de bankrekening op naam van [naam] bij Knab (waarop in de periode van 11 juni 2018 tot en met 28 december 2020 (ten minste) geldbedragen van in totaal € 13.458,48, € 24.487,24 en € 8.176,32 zijn overgemaakt) geldopnames gedaan bij geldautomaten en zijn er daarnaast diverse betalingen van verricht, zoals hieronder schematisch weergegeven: [2]
Boekdatum
Geldbedrag
Omschrijving pintransactie
Plaats
1
19-06-2018
€ 1.000,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
2
20-06-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
3
21-06-2018
€ 150,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
4
21-06-2018
€ 500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
5
21-06-2018
€ 600,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
6
27-06-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
7
29-06-2018
€ 400,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
8
29-06-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
9
02-07-2018
€ 750,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
10
02-07-2018
€ 1.300,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
11
09-07-2018
€ 1.300,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
12
09-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
13
10-07-2018
€ 950,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
14
16-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
15
17-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
16
18-07-2018
€ 75,86
Betaling
[plaats]
17
18-07-2018
€ 750,00
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
18
24-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
19
25-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
20
26-07-2018
€ 600,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
21
30-07-2018
€ 150,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
22
31-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
23
01-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
24
02-08-2018
€ 65,28
Betaling
[plaats]
25
02-08-2018
€ 500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
26
03-08-2018
€ 550,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
27
08-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
28
09-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
29
10-08-2018
€ 750,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
30
15-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
31
16-08-2018
€ 600,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
32
17-08-2018
€ 91,65
Betaling
[plaats]
33
17-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
34
27-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
35
28-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
36
29-08-2018
€ 750,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
37
05-09-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
38
06-09-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
39
10-09-2018
€ 750,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
40
10-09-2018
€ 2,94
Betaling
[plaats]
41
12-09-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
42
13-09-2018
€ 920,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
43
16-09-2019
€ 90,74
Betaling
[plaats]
44
23-12-2019
€ 600,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
45
21-01-2020
€ 360,-
Betaling
[plaats]
46
01-04-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
47
01-04-2020
€ 100,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
48
01-04-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
49
02-04-2020
€ 25,62
Betaling
[plaats]
50
02-04-2020
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
51
06-04-2020
€ 54,17
Betaling
[plaats]
52
06-04-2020
€ 5,20
Betaling
[plaats]
53
06-04-2020
€ 2,29
Betaling
[plaats]
54
29-04-2020
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
55
18-05-2020
€ 35,07
Betaling
[plaats]
56
05-06-2020
€ 245,-
Betaling
[plaats]
57
29-07-2020
€ 250,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
58
29-07-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
59
31-07-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
60
31-07-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
61
16-09-2020
€ 620,-
Betaling
[plaats]
62
05-10-2020
€ 5,25
Betaling
[plaats]
In totaal is er voor een geldbedrag van € 48.399,07 van de bankrekening bij Knab weggenomen.
In de strafzaak is de rechtbank in haar bewezenverklaring uitgegaan van de (gekwalificeerde) diefstal van in totaal ongeveer het geldbedrag zoals dat in de tenlastelegging is genoemd, te weten € 46.278,09.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank, in lijn met het bewezenverklaarde, het bedrag waarop het door veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 46.278,09.
Dat er kosten van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel dienen te worden afgetrokken, is niet naar voren gebracht en is naar het oordeel van de rechtbank ook niet gebleken.
3.3
Betalingsverplichting
De rechtbank overweegt dat veroordeelde bij het vonnis in de hoofdzaak is veroordeeld tot terugbetaling van de door haar wederrechtelijk weggenomen geldbedragen aan de benadeelde partij, ter hoogte van een geldbedrag van in totaal € 46.278,09. Aan veroordeelde is daarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opgelegd.
Op grond van artikel 36e, negende lid, van het Wetboek van Strafrecht hoeft de rechtbank geen rekening te houden met een betalingsverplichting aan de benadeelde partij als die betaling nog niet is voldaan. De rechtbank is daartoe echter wel bevoegd en ziet daarvoor in dit geval ook aanleiding. De rechtbank is van oordeel dat het belang van de benadeelde partij om het wederrechtelijk weggenomen geld terug te krijgen zwaarder weegt dan het belang van de Staat bij toewijzing van de ontnemingsvordering.
De rechtbank zal, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, de betalingsverplichting op nihil stellen
.

TOEGEPAST WETSARTIKEL

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het door veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 46.278,09;
- stelt de verplichting tot betaling aan de Staat op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Gerrits, voorzitter, mrs. D.S. Terporten-Hop en
J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Valk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 augustus 2022.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Bijlage: de vordering

De officier van justitie vordert:
dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, lid 5, van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, welk voordeel door mij thans voorlopig wordt geschat op € 46.278,09.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het door politie Midden-Nederland in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 januari 2022, voorzien van proces-verbaalnummer PL0900-2021276458 en doorgenummerd pagina 1 tot en met 356. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen van 10 maart 2021 (pagina 31) en bijlagen bij dit proces-verbaal (pagina’s 33 tot en met 65).