ECLI:NL:RBMNE:2022:3502

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 augustus 2022
Publicatiedatum
31 augustus 2022
Zaaknummer
16.081677.21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Computervredebreuk en gekwalificeerde diefstal door een vertrouwenspersoon van het slachtoffer

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 31 augustus 2022 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die zich gedurende een periode van ruim twee jaar schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk en gekwalificeerde diefstal. De verdachte, die als buddy fungeerde voor een hulpbehoevende vrouw, heeft zich voorgedaan als een klant van de bank Knab en heeft zich op onrechtmatige wijze verrijkt met het geld van het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 3 juni 2018 tot en met 31 december 2020 computervredebreuk heeft gepleegd door zich toegang te verschaffen tot de beveiligde internetbankierenomgeving van Knab door zich voor te doen als de geautoriseerde klant. Daarnaast heeft zij in dezelfde periode geldbedragen van in totaal € 46.278,09 gestolen van het slachtoffer door gebruik te maken van een valse sleutel, namelijk door onrechtmatig verkregen pincodes en inloggegevens te gebruiken voor pintransacties.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en heeft haar tevens verplicht om het schadebedrag van € 46.278,09 aan het slachtoffer te vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van de verdachte. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor haar daden en ontkent de feiten, ondanks het overweldigende bewijs tegen haar. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen en de verdachte ook veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.081677.21 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 31 augustus 2022

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1965] te [geboorteplaats] (Australië),/
wonende op het adres: [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 augustus 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.P. Altena en van hetgeen verdachte en haar raadsvrouw mr. N.F. Hoogervorst, advocaat te Hilversum, naar voren hebben gebracht.

TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is ter terechtzitting van 17 augustus 2022 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1:
in de periode van 3 juni 2018 tot en met 31 december 2020 in Laren en/of Bussum computervredebreuk heeft gepleegd, waarbij zij de valse hoedanigheid heeft aangenomen van een geautoriseerde klant van de bank Knab, te weten [naam 1] ;
Ten aanzien van feit 2:
in de periode van 3 juni 2018 tot 31 december 2020 in Bussum, Rotterdam, Hilversum, Gooi en Vechtstreek, Amsterdam, Schiphol (Badhoevedorp) en/of Laren geldbedragen van in totaal € 46.278,09 heeft gestolen van [naam 1] , waarbij gebruik is gemaakt van een valse sleutel.

VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

WAARDERING VAN HET BEWIJS

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het onder 1 en 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen, met dien verstande dat het onder 1 tenlastegelegde feit is aangevangen op 8 juni 2018 en het onder 2 tenlastegelegde feit is aangevangen op 19 juni 2018 en is geëindigd op 5 oktober 2020. Daarnaast concludeert de officier van justitie dat het weggenomen geldbedrag € 44.303,- bedraagt, waarbij hij is uitgegaan van de (niet nader uitgewerkte) optelsom van alle geldopnames, betalingen en stortingen die met de bankrekening op naam van [naam 1] bij Knab zijn gedaan.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. Daartoe heeft zij aangevoerd dat voor zover verdachte transacties heeft verricht op naam van mevrouw [naam 1] , dat altijd met toestemming en in opdracht van mevrouw [naam 1] gebeurde. Voor een aantal transacties ( [locatie 2] en de [locatie 3] ) geldt dat verdachte ontkent die te hebben verricht. Subsidiair heeft zij partiële vrijspraak bepleit van het onder 2 tenlastegelegde voor zover dat betrekking heeft op het verrichten van pintransacties. Daartoe is aangevoerd dat de steller van de tenlastelegging – gelet op het weggenomen geldbedrag dat is ten laste gelegd – heeft gemeend dat de diefstal werd voltooid op de momenten dat geldbedragen van de bankrekening van mevrouw [naam 1] bij ABN Amro naar de bankrekening op haar naam bij Knab werden overgeboekt en op de momenten dat de pensioengelden werden uitgekeerd op die bankrekening bij Knab. Het vervolgens verrichten van pintransacties van de bankrekening bij Knab waarbij vermeend gestolen geld wordt aangewend (hetzij afkomstig van de bankrekening van mevrouw [naam 1] bij ABN Amro, hetzij de op de bankrekening bij Knab ontvangen pensioengelden), kan niet nogmaals als diefstal worden aangemerkt.

Het oordeel van de rechtbank

Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Namens mevrouw [naam 1] (hierna te noemen: [naam 1] ) is op 3 december 2020 door mevrouw [naam 2] (hierna te noemen: [naam 2] ) aangifte gedaan van fraude, nadat was geconstateerd dat [naam 1] circa € 40.000,- aan vermogen miste. [2]
[naam 1] beleggingsrekening is op 3 juni 2018 beëindigd. Op 6 juni 2018 zijn er van de beleggingsrekening afkomstige geldbedragen van € 13.458,48 en € 24.487,24 gestort op de bankrekening van [naam 1] bij ABN Amro. Op 11 juni 2018 zijn die geldbedragen vervolgens overgeboekt naar een bankrekening bij Knab met rekeningnummer [rekeningnummer] . [3]
Vanaf 27 mei 2019 werden er maandelijks pensioenuitkeringen bijgeschreven op de bankrekening bij Knab met rekeningnummer [rekeningnummer] . In 2019 was dat een maandelijks bedrag van € 410,25 en in 2020 was dit een bedrag van € 407,86 per maand. In totaal is [naam 1] in de maanden mei tot en met december van 2019 en de maanden januari tot en met december van 2020 € 8.176,32 aan pensioenuitkering misgelopen. [4]
Voornoemde bankrekening bij Knab staat op naam van [naam 1] . [5] [naam 1] heeft verklaard dat zij nooit een bankrekening bij Knab heeft geopend en dat zij er niet van op de hoogte was dat zij die bankrekening had. Ook verklaarde zij dat alleen haar
buddy[verdachte] haar hielp met haar geldzaken. [6]
De bankrekening bij Knab op naam van [naam 1] is op 8 juni 2018 geopend. [7] In de telefoon van verdachte is een van Knab afkomstig bericht van 8 juni 2018 aangetroffen, waarin een activatiecode wordt verstrekt. [8]
Het bij Knab opgegeven postadres is – in afwijking van het opgegeven woonadres van [naam 1] – [adres] , [postcode] te [plaats] . [9] Het bij Knab opgegeven telefoonnummer is [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer staat op naam van [verdachte] , die ingeschreven staat op voornoemd adres [adres] , [postcode] te [plaats] . [10] Bij Knab is het nummer van de identiteitskaart van [naam 1] opgegeven. [11] [naam 2] heeft verklaard dat verdachte toegang had tot de identiteitskaart van [naam 1] . [12] Als e-mailadres van [naam 1] is bij Knab opgegeven [e-mailadres] . In een applicatie op de telefoon van verdachte stond in een notitie van 12 maart 2019 dit e-mailadres genoteerd. [13] [naam 2] heeft verklaard dat [naam 1] geen ander
e-mailadres gebruikt dan [e-mailadres] . [14]
In de periode van 19 juni 2018 tot 5 oktober 2020 zijn er van voornoemde bankrekening bij Knab geldopnames gedaan bij geldautomaten en zijn er daarnaast diverse betalingen van verricht, zoals hieronder schematisch weergegeven: [15]
Boekdatum
Geldbedrag
Omschrijving pintransactie
Plaats
1
19-06-2018
€ 1.000,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
2
20-06-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
3
21-06-2018
€ 150,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
4
21-06-2018
€ 500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
5
21-06-2018
€ 600,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
6
27-06-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
7
29-06-2018
€ 400,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
8
29-06-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
9
02-07-2018
€ 750,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
10
02-07-2018
€ 1.300,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
11
09-07-2018
€ 1.300,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
12
09-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
13
10-07-2018
€ 950,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
14
16-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
15
17-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
16
18-07-2018
€ 75,86
Betaling
[plaats]
17
18-07-2018
€ 750,00
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
18
24-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
19
25-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
20
26-07-2018
€ 600,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
21
30-07-2018
€ 150,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
22
31-07-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
23
01-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
24
02-08-2018
€ 65,28
Betaling
[plaats]
25
02-08-2018
€ 500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
26
03-08-2018
€ 550,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
27
08-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
28
09-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
29
10-08-2018
€ 750,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
30
15-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
31
16-08-2018
€ 600,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
32
17-08-2018
€ 91,65
Betaling
[plaats]
33
17-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
34
27-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
35
28-08-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
36
29-08-2018
€ 750,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
37
05-09-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
38
06-09-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
39
10-09-2018
€ 750,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
40
10-09-2018
€ 2,94
Betaling
[plaats]
41
12-09-2018
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
42
13-09-2018
€ 920,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
43
16-09-2019
€ 90,74
Betaling
[plaats]
44
23-12-2019
€ 600,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
45
21-01-2020
€ 360,-
Betaling
[plaats]
46
01-04-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
47
01-04-2020
€ 100,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
48
01-04-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
49
02-04-2020
€ 25,62
Betaling
[plaats]
50
02-04-2020
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
51
06-04-2020
€ 54,17
Betaling
[plaats]
52
06-04-2020
€ 5,20
Betaling
[plaats]
53
06-04-2020
€ 2,29
Betaling
[plaats]
54
29-04-2020
€ 1.500,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
55
18-05-2020
€ 35,07
Betaling
[plaats]
56
05-06-2020
€ 245,-
Betaling
[plaats]
57
29-07-2020
€ 250,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
58
29-07-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
59
31-07-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
60
31-07-2020
€ 200,-
Geldopname bij een geldautomaat
[plaats]
61
16-09-2020
€ 620,-
Betaling
[plaats]
62
05-10-2020
€ 5,25
Betaling
[plaats]
In totaal zijn er vanaf de ingebruikname van de bankrekening bij Knab transacties (betalingen en geldopnames) verricht tot een geldbedrag van € 48.399,07.
Drie van deze transacties betreffen betalingen bij [locatie 2] in [plaats] . [16] Bij die betalingen zijn door [locatie 2] steeds de persoonsgegevens van verdachte geregistreerd. [17] Op een bankrekening op naam van verdachte is eveneens een transactie bij [locatie 2] te zien. [18] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard wel eens bij [locatie 2] behandelingen te hebben ondergaan. [19] In april 2021 heeft verdachte [locatie 2] verzocht om haar medisch dossier te vernietigen. [20]
Eén van deze transacties betreft een betaling bij [locatie 1] . [21] Deze betaling kan worden gekoppeld aan het bedrijf [onderneming] . [22] Op een bankrekening van verdachte is eveneens een transactie bij [onderneming] te zien. [23] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat haar zoon daar voetbalt. [24]
De heer [naam 3] (de partner van verdachte en hierna te noemen: [naam 3] ) heeft op 1 september 2018 een geldbedrag van € 800,- overgemaakt op een bankrekening van verdachte met als omschrijving ‘borrowed from [verdachte] . [....] trip paid back’. Met ‘ [....] ’ wordt Nigeria bedoeld. Op 16 augustus 2018 is er bij een aankomstpassage van [plaats] een geldbedrag van € 600,- gepind van de bankrekening bij Knab. [25] [naam 3] heeft verklaard dat als hij geld van verdachte krijgt als hij naar Nigeria gaat, verdachte dat geld pint bij de [.] van [plaats] . [26]
Op een aantal momenten vond in een kort tijdsbestek en op korte afstand van elkaar zowel een transactie plaats van de bankrekening op naam van [naam 1] bij Knab als van een bankrekening die bij verdachte in gebruik is:
– Op 28 juli 2018 om 18:33 uur vond er in [plaats] een afschrijving plaats van een bankrekening van verdachte. Op diezelfde datum om 18:42 uur vond er 550 meter verderop in [plaats] een afschrijving van de bankrekening op naam van [naam 1] bij Knab plaats. [27]
– Op 5 september 2018 om 17:23 uur vond er in [plaats] een afschrijving plaats van een bankrekening van verdachte. Op diezelfde datum om 17:36 uur vond er 200 meter verderop in [plaats] een afschrijving van de bankrekening op naam van [naam 1] bij Knab plaats. [28]
– Op 12 september 2018 om 14:28 uur vond er in [plaats] een afschrijving plaats van een bankrekening van verdachte. Op diezelfde datum om 14:52 uur vond er op een rijafstand van zeven minuten en eveneens in [plaats] een afschrijving van de bankrekening op naam van [naam 1] bij Knab plaats. [29] [30]

Bewijsoverwegingen

Ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op beide feiten, maar op één feit.
De verklaring van verdachte dat niet zij maar een ook voor haar onbekend gebleven persoon zich aan de aan haar verweten gedragingen heeft schuldig gemaakt – waarbij die ander zich bovendien heeft ingespannen om de schijn te wekken dat verdachte degene is die achter kort gezegd de computervredebreuk en gekwalificeerde diefstal zit – acht de rechtbank, gelet op de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, niet aannemelijk.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde:
Voor het bepalen van het weggenomen geldbedrag, is de rechtbank uitgegaan van de optelsom van de hierboven opgenomen pintransacties, omdat het geld op die momenten definitief buiten het bereik van [naam 1] is gekomen. De steller van de tenlastelegging heeft dat, onder meer gelet op de tenlastegelegde pleegplaatsen die overeenkomen met de plaatsen waar die pintransacties zijn verricht, ook zo bedoeld. Verdachte zal dan ook niet partieel worden vrijgesproken van de pintransacties die vanaf de bankrekening bij Knab zijn verricht.
Zoals hiervoor uiteengezet, komt de rechtbank bij de optelsom van de pintransacties vanaf de bankrekening bij Knab uit op een geldbedrag van € 48.399,07 dat van die bankrekening is weggenomen. Voornoemd geldbedrag is hoger dan zowel het (niet nader uitgewerkte) tenlastegelegde weggenomen geldbedrag van € 46.278,09 als het door de officier van justitie op basis van zijn (niet nader uitgewerkte) berekening bewezen geachte weggenomen geldbedrag van € 44.303,-. In haar bewezenverklaring zal de rechtbank uitgaan van de (gekwalificeerde) diefstal van in totaal ongeveer het geldbedrag zoals dat in de tenlastelegging is genoemd, nu de rechtbank niet meer bewezen kan verklaren dan is ten laste gelegd. De rechtbank merkt nog op dat eventuele stortingen van verdachte op voornoemde bankrekening bij Knab het weggenomen geldbedrag niet anders maken.

BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1:
op tijdstippen in de periode van 8 juni 2018 tot en met 31 december 2020 te [plaats] en/of [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten de computer(s) en/of server(s) van de (beveiligde) internetbankierenomgeving van een bank (Knab) is binnengedrongen door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten de hoedanigheid van een geautoriseerde klant, te weten mevrouw [naam 1] , immers heeft zij, verdachte, door zich te identificeren als [naam 1] en na ontvangst van een activatiecode (telkens) met verkregen inloggegevens, bankrekeningnummers, wachtwoorden en/of gebruikersnamen zich de toegang verschaft tot deze computer(s) en/of server(s) van die (beveiligde) internetbankierenomgeving van die bank (Knab);
Ten aanzien van feit 2:
op tijdstippen in de periode van 19 juni 2018 tot 5 oktober 2020 te [plaats] , [plaats] , [plaats] , [plaats] , [plaats] , [plaats] en [plaats] een of meerdere geldbedragen (van in totaal ongeveer 46.278,09 euro), die geheel aan [naam 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met onrechtmatig verkregen pincodes pintransacties te doen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1:
computervredebreuk, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.

STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

OPLEGGING VAN STRAF

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.

Het standpunt van de verdediging

In geval van strafoplegging heeft de raadsvrouw oplegging van een taakstraf bepleit. Zij heeft verzocht er rekening mee te houden dat er in geval van bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde er sprake is van eendaadse samenloop van beide gedragingen, dat verdachte niet eerder voor enig strafbaar feit is veroordeeld en dat zij in geval van oplegging van een gevangenisstraf mogelijk haar baan en daarmee haar inkomen zal verliezen.

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende ruim twee jaren schuldig gemaakt aan computervredebreuk en gekwalificeerde diefstal, waarbij zij zich heeft voorgedaan als een klant van Knab en zichzelf heeft verrijkt met het geld van een van hulp afhankelijke vrouw op leeftijd. Verdachte, die het slachtoffer al vele jaren als
buddybijstond, heeft op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat het slachtoffer in haar had gesteld. Met haar handelen heeft verdachte bovendien forse financiële schade aan het slachtoffer toegebracht. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat zij geen verantwoordelijkheid voor haar handelen neemt. Zij ontkent de feiten te hebben gepleegd, terwijl het bewijs tegen haar in het procesdossier volop aanwezig is. Verdachte komt, wanneer zij wordt geconfronteerd met dit bewijs, niet verder dan te verklaren dat iemand haar er in wil luizen, maar heeft dat op geen enkele manier aannemelijk gemaakt.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank kennisgenomen van een op haar naam gesteld uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 17 juni 2022, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor enig strafbaar feit is veroordeeld.
Bij de strafoplegging betrekt de rechtbank de oriëntatiepunten die door het in de organisatie van de Rechtspraak bestaande Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) zijn vastgesteld en die beogen het belang van rechtseenheid te dienen. Deze oriëntatiepunten nemen in het geval van fraude met een benadelingsbedrag van tussen de € 10.000,- en
€ 70.000,- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee tot vijf maanden als uitgangspunt.
In hetgeen over de persoon van verdachte is aangevoerd, haar proceshouding, de persoon van het slachtoffer en de hoogte van het benadelingsbedrag, ziet de rechtbank geen aanleiding om in het voordeel van verdachte af te wijken van de eis zoals die door de officier van justitie is geformuleerd.
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden passend en geboden.

BENADEELDE PARTIJ

[naam 1] heeft zich (via haar bewindvoerder) als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een vergoeding van € 46.278,09, bestaande uit materiële schade die zij (zo begrijpt de rechtbank) ten gevolge van het aan verdachte onder 2 tenlastegelegde feit stelt te hebben geleden, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft, gelet op het door hem ingenomen standpunt over het geldbedrag dat is weggenomen, geconcludeerd tot toewijzing van de vordering tot een bedrag van € 44.303,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich gelet op de door haar primair bepleite vrijspraak op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering dient te worden verklaard. Zij heeft geen subsidiair standpunt ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij ingenomen.

Het oordeel van de rechtbank

Vaststaat dat benadeelde partij [naam 1] als gevolg van het hiervoor onder 2 bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade heeft geleden.
De rechtbank zal de vordering toewijzen tot het gevorderde bedrag van € 46.278,09. Dit schadebedrag zal worden vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 juni 2018 tot de dag van algehele betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [naam 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 46.278,09, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2018 tot aan de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 266 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat, wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 138ab en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
-verklaart het onder 1 en 2 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
-verklaart het onder 1 en 2 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
-verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
-verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging van straf
-veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van drie (3) maanden;
Benadeelde partij
- wijst de vordering van [naam 1] toe tot een bedrag van € 46.278,09;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 1] aan de Staat
€ 46.278,09 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2018 tot de dag van algehele voldoening, bij niet-betaling aan te vullen met 266 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij op één van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde partij dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Gerrits, voorzitter, mrs. D.S. Terporten-Hop en
J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Valk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 augustus 2022.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juni 2018 tot en met 31 december 2020 te Laren en/of Bussum, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten de computer(s) en/of server(s) van de (beveiligde) internetbankierenomgeving van een bank (de KNAB bank) is binnengedrongen, door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten de hoedanigheid van een geautoriseerde klant, te weten: mevrouw [naam 1] , immers heeft zij, verdachte, door zich middels de ID-kaart van [naam 1] te identificeren als [naam 1] en na ontvangst van een activatiecode (telkens) met verkregen inloggegevens, bankrekeningnummers, wachtwoorden en/of gebruikersnamen, zich de toegang verschaft tot deze computer(s) en/of server(s) van die (beveiligde) internetbankierenomgeving van die (KNAB) bank;
2.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juni 2018 tot 31 december 2020 te Bussum en/of Rotterdam en/of Hilversum en/of Gooi en Vechtstreek en/of Amsterdam en/of Schiphol, Badhoevedorp en/of Laren, althans in Nederland, een of meerdere geldbedragen (van in totaal ongeveer 46.278,09 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geld(bedrag) onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met onrechtmatige verkregen inlognamen, wachtwoorden, pincodes en/of andere (inlog)gegevens in te loggen op en/of transacties te verrichten via internet/telebankieren dan wel pintransacties te doen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het door politie Midden-Nederland in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 januari 2022, voorzien van proces-verbaalnummer PL0900-2021276458 en doorgenummerd pagina 1 tot en met 356. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte namens [naam 1] van 3 december 2020 (pagina 17).
3.Proces-verbaal van aangifte namens [naam 1] van 3 december 2020 (pagina’s 17 en 18) en bijlagen aan dat proces-verbaal (pagina’s 20 en 21).
4.Proces-verbaal van bevindingen van 10 maart 2021 (pagina 31).
5.Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2021 (pagina 26).
6.Proces-verbaal van bevindingen van 20 januari 2021 (pagina’s 69 en 70).
7.Proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2021 (pagina 76).
8.Proces-verbaal van bevindingen van 17 november 2021 (pagina 331) en een bijlage aan dit proces-verbaal (pagina 336).
9.Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2021 (pagina 26).
10.Proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2021 (pagina 76).
11.Een bijlage aan proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2021 (pagina 77).
12.Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2021 (pagina 26).
13.Proces-verbaal van bevindingen van 17 november 2021 (pagina’s 331 en 334).
14.Proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2021 (pagina 76).
15.Proces-verbaal van bevindingen van 10 maart 2021 (pagina 31) en bijlagen bij dit proces-verbaal (pagina’s 33 tot en met 65).
16.Deze transacties zijn in de tabel weergegeven achter nummers 45, 56 en 61.
17.Proces-verbaal van bevindingen van 10 maart 2021 (pagina 92).
18.Proces-verbaal van bevindingen van 10 november 2021 (pagina’s 139 en 140).
19.Proces-verbaal van de terechtzitting van 17 augustus 2022.
20.Proces-verbaal van bevindingen van 17 november 2021 (pagina 333) en bijlagen aan dit proces-verbaal (pagina’s 343 en 344).
21.Deze transactie is in de tabel weergegeven achter nummer 62.
22.Proces-verbaal van bevindingen van 24 maart 2021 (pagina 98).
23.Proces-verbaal van bevindingen van 10 november 2021 (pagina 139).
24.Proces-verbaal van de terechtzitting van 17 augustus 2022.
25.Proces-verbaal van bevindingen van 27 oktober 2021 (pagina 183).
26.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 3] van 15 november 2021 (pagina 274).
27.Deze transactie is in de tabel weergegeven achter nummer 21.
28.Deze transactie is in de tabel weergegeven achter nummer 37.
29.Deze transactie is in de tabel weergegeven achter nummer 41.
30.Proces-verbaal van bevindingen van 10 november 2021 (pagina’s 140 en 141).