Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
verklaring van verdachte ter terechtzittingvan 17 augustus 2022 blijkt dat verdachte onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
proces-verbaal van verhoor verdachtevan 24 oktober 2017 volgt dat medeverdachte [medeverdachte 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard (onder A:):
proces-verbaal van bevindingenvan 18 februari 2018 blijkt dat verbalisant [verbalisant] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
proces-verbaal aantreffen hennepkwekerijvolgt dat verbalisant [verbalisant] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
proces-verbaal van bevindingenvan 7 november 2017 volgt dat verbalisant [verbalisant] onder meer het volgende, zakelijk weergeven, heeft verklaard:
- 17 september 2016 Begonnen [bijnaam]
- 19 november 2016 Kijken werk [bijnaam]
- 28 november 2016 Klaar
- 9 december 2016 begonnen
- 17 februari 2017 Begonnen [bijnaam]
- 24 april 2017 [bijnaam] begin
- 14 augustus 2017 [.] begon
- 16 oktober 2017 [.] kl. [5]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 47, 48 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
- 3 en 11 van de Opiumwet,
10.BESLISSING
gevangenisstraf van 2 (twee) weken;
tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekeringdoorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf
in minderingzal worden gebracht;
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
proeftijd van 1 (één) jaarvast;
voorwaardegeldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.