Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
[gedaagde sub 5],
[gedaagde sub 6],
[gedaagde sub 7] ,
1.De procedure
- de op 4 januari 2022 betekende dagvaardingen met 12 producties;
- de brief van 11 januari 2022 namens [gedaagde sub 1] c.s. met 12 producties;
- de brief van 11 januari 2022 namens [gedaagde sub 1] c.s. met productie 13;
- de brief van 11 januari 2022 namens [eiseres] met productie 13 tot en met 17;
- de brief van 12 januari 2022 namens [eiseres] met productie 18;
- de mondelinge behandeling op 13 januari 2022;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van [gedaagde sub 1] c.s.
2.De feiten
4 februari 2020 heeft ABN AMRO [gedaagde sub 1] c.s. geschreven dat de schuld uiterlijk
1 juli 2020 moest worden terugbetaald om executoriale maatregelen te voorkomen. Per brief van 13 juli 2020 heeft ABN AMRO deze termijn een laatste keer verlengd tot
1 oktober 2020 te voorkomen.
30 september 2021 laten betekenen aan [eiseres] . In die brief doen [gedaagde sub 1] c.s. een beroep op de ontbindende voorwaarde. In de brief staat onder andere:
gebruik willen maken van de ontbindende voorwaarden onder b.1. en onder b.2.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1 december 2021. Een bodemprocedure kan een jaar (of langer) duren. Van [eiseres] kan niet verwacht worden dat zij ook deze tijd nog in onzekerheid blijft of zij over het onroerend goed kan beschikken. Bij de voorgaande beslissing wordt meegenomen dat, zoals hierna zal blijken, de voorzieningenrechter de kans op succes van toewijzing van de vordering in een bodemprocedure in hoge mate aannemelijk acht. Gelet daarop mogen ook minder hoge eisen worden gesteld aan het spoedeisend belang.
Ten derde doen [gedaagde sub 1] c.s. een beroep op de maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
Ten slotte stellen [gedaagde sub 1] c.s. dat een belangenafweging tot een afwijzing van de vorderingen moet leiden.
de gestelde termijn van levering van de grond 1-12-2021 en ontbindende voorwaarde voor [gedaagde sub 1] van 1-10-2021 pasten ook bij die helpende opzet. Dit was de enige manier om executie af te wenden en tijd te krijgen voor de verkoop van de biogasinstallatie, herfinanciering van de bankschuld en het redden van het bedrijf.’Dat het [gedaagde sub 1] c.s. vervolgens niet gelukt is tijdig de herfinanciering bij een in Nederland ingeschreven bankinstelling te krijgen en [eiseres] nu levering van het onroerend goed vraagt, betekent niet dat [eiseres] de bedoeling van partijen bij het sluiten van de koopovereenkomst miskent. Partijen namen specifieke voorwaarden in artikel 17 op, zoals de termijn van 1 oktober 2021 en de eis dat herfinanciering van een in Nederland ingeschreven bankinstelling afkomstig moest zijn. [gedaagde sub 1] c.s. mochten niet redelijkerwijs begrijpen of verwachten dat [eiseres] te allen tijde en los van deze voorwaarden het behoud van het bedrijf door [gedaagde sub 1] c.s. mogelijk wilde (blijven) maken.
- op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst - onevenredig lage waarde heeft gekocht. Het taxatierapport dat is overgelegd, heeft een waarde peildatum van 29 juli 2021 zodat deze waarde niet representatief is voor de waarde op 30 september 2020. Voor zover de grond wel voor een lagere waarde is verkocht, dan hebben [gedaagde sub 1] c.s. met die prijs genoegen genomen. [eiseres] heeft daarnaast terecht gesteld dat - als de verkoopprijs al lager zou zijn dan de marktwaarde - het snelle handelen dat werd gevraagd ook tot een lagere prijs in de markt heeft kunnen leiden. In een situatie als die waarin [gedaagde sub 1] c.s. verkeerden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst, kan bij een zakelijke transactie niet altijd de hoofdprijs worden verwacht. Van misbruik van omstandigheden is gelet hierop geen sprake.
met het onverwachts kwijtraken van de percelen wordt het rendement hard getroffen en wordt het voortbestaan van het bedrijf, anders dan de helpende heer [eiseres] zich presenteerde, ernstig aangetast’.