ECLI:NL:RBMNE:2022:3492

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
UTR 22/1258
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen ongegrond verklaard bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelastingen

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwegein, die zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen ongegrond heeft verklaard. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat eiser op 23 februari 2022 zijn voertuig met kenteken [kenteken] had geparkeerd op een parkeerplaats in Nieuwegein. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar is gedaan door een onbekende medewerker van Coöperatie ParkeerService U.A., die niet bevoegd was om deze beslissing te nemen. De rechtbank heeft de bevoegdheid van de heffingsambtenaar onderzocht en geconcludeerd dat de directeur van Coöperatie ParkeerService U.A. weliswaar bevoegd was, maar dat de uitspraak op bezwaar niet door of namens deze directeur was gedaan. Dit leidde tot de conclusie dat de beslissing op bezwaar niet rechtsgeldig was.

De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, rekening houdend met de bevindingen van de rechtbank. Het beroep van eiser is gegrond verklaard, en de rechtbank heeft bepaald dat verweerder het griffierecht aan eiser moet vergoeden. Er is geen vergoeding van proceskosten toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1258

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwegein, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld omdat zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen ongegrond is verklaard.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. De naheffingsaanslag parkeerbelastingen is aan eiser opgelegd in verband met het parkeren van zijn voertuig met kenteken [kenteken] op een parkeerplaats aan/in de [adres] in de gemeente Nieuwegein op 23 februari 2022.
3. Op grond van artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet is de heffingsambtenaar bevoegd om gemeentelijke belastingen, zoals parkeerbelasting, te heffen. Het college van burgemeester en wethouders wijst de heffingsambtenaar aan.
4. De uitspraak op bezwaar is genomen door een onbekende medewerker team Parkeerrechten Coöperatie ParkeerService U.A. namens de heffings- en invorderingsambtenaar van Coöperatie ParkeerService U.A. De rechtbank heeft verweerder bij brief van 15 juli 2022 gevraagd om stukken over te leggen waaruit de bevoegdheid blijkt van degene die de uitspraak op bezwaar heeft gedaan. Verweerder heeft hierop het Aanwijzingsbesluit onbezoldigd ambtenaar 2020 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein overgelegd. Verder heeft verweerder een intern mandaatsregister van Coöperatie ParkeerService U.A. overgelegd.
5. De rechtbank stelt vast dat op grond van het Aanwijzingsbesluit onbezoldigd ambtenaren 2020 van toepassing is. Uit artikel II, aanhef en onder A, van dat Aanwijzingsbesluit volgt de directeur van Coöperatie ParkeerService U.A. (de directeur) is aangewezen als heffingsambtenaar. Dit betekent dat de directeur bevoegd was om op het bezwaar te beslissen. Uit de uitspraak op bezwaar blijkt echter niet dat deze is genomen door of namens de directeur, maar namens de heffingsambtenaar van Coöperatie ParkeerService U.A. Aangezien Coöperatie ParkeerService U.A. niet bevoegd is op grond van de Gemeentewet belastingen te heffen, kan er ook geen heffingsambtenaar van Coöperatie ParkeerService U.A. bevoegd zijn besluiten hierover te nemen.
6. Overigens is de uitspraak op bezwaar genomen door een medewerker van het team Parkeerrechten. In het overgelegde intern mandaatregister heeft de directeur aan de functie medewerker afdeling Parkeerrechten van Coöperatie ParkeerService U.A. mandaat heeft verleend om namens hem te beslissen op bezwaarschriften tegen naheffingsaanslagen. Dit mandaatregister is echter niet overeenkomstig artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht bekend gemaakt. Afgezien daarvan is zonder naam en handtekening van de besluitnemer niet vast te stellen of het hier gaat om een gemandateerd medewerker.
8. Verweerder moet een nieuw besluit nemen en daarbij rekening houden met deze uitspraak. De rechtbank geeft verweerder een termijn van zes weken om opnieuw op het bezwaar te beslissen.
9. Het beroep is kennelijk gegrond (artikel 8:54 van de Awb).
10. Omdat het beroep gegrond is moet verweerder het griffierecht aan eiser betalen.
11. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
-vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht dat eiseres heeft betaald moet betalen.
Deze uitspraak is op 26 augustus 2022 in het openbaar gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van P.W. Hogenbirk, griffier
.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.