In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 26 augustus 2022, is het beroep van de curator van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen niet-ontvankelijk verklaard. De curator had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 8 maart 2022, maar de rechtbank kon de zaak niet inhoudelijk behandelen omdat eiseres het griffierecht van € 50,- niet op tijd had betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was.
De rechtbank heeft op 20 mei 2022 een aangetekende brief gestuurd naar de curator, waarin werd aangegeven dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien het griffierecht niet tijdig was ontvangen en de curator geen geldige reden heeft gegeven voor deze vertraging, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. Daarnaast heeft de curator ook geen kopie van de volledige beslissing op bezwaar ingediend, ondanks een verzoek van de rechtbank op 8 juli 2022.
Om deze redenen heeft de rechtbank de conclusie getrokken dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.