In deze zaak heeft eiser(es) op 18 maart 2022 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Baarn, welke beslissing dateert van 5 februari 2022. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 12 augustus 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat eiser(es) het griffierecht van € 50,- niet op tijd heeft betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het niet nodig was om de zaak inhoudelijk te behandelen. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiser(es) op 22 juni 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet tijdig is ontvangen en eiser(es) geen geldige reden heeft gegeven voor deze vertraging, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, en is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2022.