ECLI:NL:RBMNE:2022:3478

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 augustus 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
UTR 22/1666
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken van gronden

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 5 augustus 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres had op 11 april 2022 beroep ingesteld tegen de beslissing van 1 maart 2022, maar heeft het griffierecht van € 360,- niet op tijd betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht betaald moet worden om het beroep inhoudelijk te kunnen behandelen.

De rechtbank heeft eiseres op 20 mei 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd is ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft gegeven voor deze vertraging, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Awb. Daarnaast heeft eiseres ook geen gronden ingediend, ondanks een verzoek van de rechtbank om dit te doen in een aangetekende brief van 30 mei 2022. Hierdoor is de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet inhoudelijk te behandelen en is er geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten.

De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
Zaaknummer: UTR 22/1666

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 11 april 2022 tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 1 maart 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 360,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet (tijdig) door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 20 mei 2022 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb).
7. De rechtbank stelt vast dat eiseres ook geen gronden heeft ingediend, terwijl de rechtbank hier wel om heeft gevraagd bij aangetekende brief van 30 mei 2022. Ook om die reden is het beroep niet-ontvankelijk.
8. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
9. Voor een vergoeding van de proceskosten is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.