Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek, het verweer en het voorwaardelijk tegenverzoek
4.De beoordeling
voort te zetten. De kantonrechter neemt in dit verband ook in aanmerking dat in het besluit van 16 oktober 2018 reeds is genoemd dat het dienstverband na 1 maart 2022 eindigt op grond van artikel 2.3 lid 1 sub c in van de cao NU. Daarnaast heeft de [verweerster] het einde van de arbeidsovereenkomst vervolgens tijdig aangezegd. Dat de [verweerster] in de tussentijd op enigerlei wijze toezeggingen heeft gedaan of de verwachting heeft gewekt dat het dienstverband na 1 maart 2022 zou worden voortgezet is niet gesteld en niet gebleken. [verzoeker] was derhalve reeds vanaf aanvang van de verlenging van zijn dienstverband voor bepaalde tijd ermee bekend dat zijn dienstverband per 1 maart 2022 zou eindigen.
voort te zettenniet gerechtvaardigd hoeft te worden door een objectieve reden in de zin van clausule 5 van de raamovereenkomst.