ECLI:NL:RBMNE:2022:3469

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 augustus 2022
Publicatiedatum
29 augustus 2022
Zaaknummer
9509685
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vervangende schadevergoeding wegens gebreken aan dakconstructie van woning

In deze zaak vorderen eisers, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], vervangende schadevergoeding van gedaagde, [gedaagde], wegens gebreken aan de dakconstructie van de door hen gekochte woning. De koopovereenkomst werd op 31 juli 2020 gesloten, en de woning werd op 15 december 2020 geleverd. Na de aankoop ontdekten eisers ernstige gebreken aan het dak, waaronder lekkages en het ontbreken van dakbeschot. Gedaagde had in de NVM-vragenlijst aangegeven dat er geen gebreken aan het dak waren, wat later onjuist bleek. Eisers stelden gedaagde aansprakelijk en vroegen om herstel van de gebreken, maar gedaagde weigerde dit. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat de gebreken het normale gebruik van de woning belemmerden. De rechter kende eisers een vervangende schadevergoeding toe, waarbij rekening werd gehouden met een aftrek 'nieuw voor oud'. De totale schadevergoeding werd vastgesteld op € 11.153,22, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9509685 UC EXPL 21-7542 SV/40160
Vonnis van 10 augustus 2022
in de zaak van:

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats]
verder afzonderlijk te noemen: [eiser sub 1]
2.
[eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
verder afzonderlijk te noemen: [eiseres sub 2] ,
eisers sub 1 en 2 verder ook gezamenlijk te noemen: [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. D.J. Rijnbout,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. C.A. de Jong.

1.De procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 oktober 2021
- de conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie strekkende tot oproeping in vrijwaring
- de akte tot referte in het incident
- het tussenvonnis van 26 januari 2022, waarmee [gedaagde] toestemming heeft gekregen om [A] en diens vennootschap [onderneming 1] B.V. op te roepen in vrijwaring en een mondelinge behandeling in de hoofdzaak is gelast
- de e-mail van 14 februari 2022 van de gemachtigde van [gedaagde] waarmee hij heeft medegedeeld dat zijn cliënt afziet van de geboden mogelijkheid tot oproeping in vrijwaring
- de aanvullende productie 4 van [gedaagde] .
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 juni 2022. [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] zijn in persoon verschenen. [gedaagde] was aanwezig met zijn echtgenote, [B] , en zijn makelaar [A] (hierna: [A] ). Beide partijen zijn bijgestaan door de gemachtigden. Van wat op de zitting is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Door ondertekening van een koopovereenkomst (modelkoopovereenkomst voor een bestaande eengezinswoning NVM 2018) hebben [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] op 31 juli 2020 de woning van [gedaagde] en zijn echtgenote aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning) gekocht voor een bedrag van € 758.321,00. De woning dateert uit 1938 en is op 15 december 2020 door [gedaagde] aan [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] geleverd. [A] heeft de verkoop van de woning als makelaar voor en ten behoeve van [gedaagde] begeleid. Hij heeft de woning aangeboden via de procedure van de zogenoemde ‘stille verkoop’. [eiseres sub 2] is zelf makelaar.
2.2.
In de koopovereenkomst is in artikel 6.3 het volgende vermeld:
“De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik alswoonhuis cum annexis.(…)Gebreken die het normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst komen voor rekening en risico van koper.Voor gebreken die het normale gebruik belemmeren en die niet aan koper bekend of kenbaar waren op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst is verkoper uitsluitend aansprakelijk voor de herstelkosten. Bij het vaststellen van de herstelkosten wordt rekening gehouden met de aftrek “nieuw voor oud”.(...).”
2.3.
Vóór het sluiten de van de koopovereenkomst hebben [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] kennisgenomen van de door [gedaagde] ingevulde NVM-vragenlijst en hebben zij de woning bezichtigd. Zij hebben ook een onderzoek laten doen door een deskundige naar de toestand van de vloer.
2.4.
[gedaagde] heeft bij vraag 9 van de NVM-vragenlijst ingevuld dat er in 2003 verbouwingen in de woning hadden plaatsgevonden: op de zolder een dakkapel achter, twee slaapkamers en een badkamer en daarnaast twee openhaarden. Bij vraag 3 heeft hij vermeld dat het dak in 2003 was geïsoleerd, dat hij geen last heeft gehad van daklekkages en dat er in het verleden geen gebreken aan de dakconstructie zijn geconstateerd. Bij vraag 5 is vermeld dat er geen sprake is geweest van vochtdoorslag of schimmel aan vloeren, plafonds en wanden.
2.5.
Omdat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] de zolder wilden laten verbouwen zijn zij na de koop begonnen met sloopwerkzaamheden in eigen beheer. Daarbij zijn onder meer het verlaagde plafond, de knieschotten en de betimmering naast de dakkapellen op de zolderverdieping weggenomen. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben toen lekkagesporen en schimmel in het dakbeschot aangetroffen. Op diverse plekken bleek het dakbeschot te ontbreken. Ook is toen gebleken dat er geen dakisolatie maar alleen plafondisolatie was aangebracht. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben [gedaagde] hiervan via Whats’app foto’s gestuurd. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben [gedaagde] daarna op 24 december 2020 per e-mail meegedeeld dat sprake is van grote lekkagesporen aan het dak, ook achter de knieschotten en ter hoogte van de schoorsteen. Er moesten volgens hen daarom dakplaten aangebracht worden en de aftimmering aan de binnenkant moest vervangen worden. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben [gedaagde] aansprakelijk gesteld omdat het dak van de woning volgens hen niet beantwoordde aan de koopovereenkomst. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben [gedaagde] uitgenodigd ter plaatse te komen kijken. [gedaagde] heeft dat niet gedaan. Wel heeft de makelaar van [gedaagde] , de heer [A] , de woning op 31 december 2020 bezocht.
2.6.
[eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben [gedaagde] daarna in gebreke gesteld via een e-mail van 4 januari 2021 aan [A] .
2.7.
[eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben de heer [C] van [onderneming 2] (hierna: [onderneming 2] ) opdracht gegeven om de dakconstructie te beoordelen. Ook wilden zij door hem laten vaststellen of verkopers hebben kunnen weten dat er geen dakbeschot aanwezig was, alsmede of verkopers van de aanwezige lekkageplekken op de hoogte konden zijn geweest. Op 20 januari 2021 heeft [C] de woning geïnspecteerd. Hij heeft op 27 januari 2021 een rapport uitgebracht, waarin hij onder meer het volgende heeft vermeld:
“Waarnemingen:
(..)
Er is geen dakbeschot (planken) aanwezig, dit is niet gebruikelijk bij dergelijke woningbouw uit deze bouwperiode. (..)
De binnenzijde van het dak is in het verleden betimmerd met dunne hardboard platen en deels met spaanplaat platen. De platen vertonen aan alle kanten lekkageplekken, lekkageschades en doorbuigingen (foto 2 + 3). Deels zijn de platen afgebroken waardoor je nu direct tegen de onderkant van de pannen kijkt. Naast de dakkapel van het achterdakvlak zijn extra verstevigingslatten aangebracht om de boardplaten te ondersteunen.
Conclusie:
Dakbeschot heeft de functie dat het de zolderverdieping beschermt tegen weer en wind. Het sluit het dak dan ook volledig af en minimaliseert de effecten van buitenaf.
Om toch enigszins een afdichting proberen te creëren zijn in het verleden boardplaten aan de binnenzijde van de kapconstructie aangebracht. Dat deze geen of nauwelijks een functie hebben gehad, is te zien aan alle aanwezige lekkageplekken, schades en kapotte platen.
Tijdens de inspectie is door u (koper) aangegeven dat u de indeling van de zolder wilde aanpassen., wat reden was om de bestaande kapbetimmering en de verlaagde plafonds te laten weghalen. Na het verwijderen van de gipsplaten, bleek er geen sprake van een geïsoleerd dak maar van losliggend glaswol op de verlaagde plafonds en kwamen de doorgezakte-, deels kapotte en/of door vocht aangetaste boardplaten in het zicht.
(..)
Het is aannemelijk dat de verkopers tijdens de uitgevoerde verbouwingen op de zolderverdieping destijds hebben gezien dat de boardplaten in slechte staat verkeerden en deze lekkageplekken vertoonden. Ook is het aannemelijk dat een aannemer die de verbouwwerkzaamheden heeft uitgevoerd de verkopers hebben gewezen op het ontbreken van een dakbeschot en de in slechte staat verkerende boardplaten.
Advies:
Om een deugdelijk en goed afsluitend dak te realiseren zal er een dakbeschot moeten worden aangebracht. Tegenwoordig worden hier geïsoleerde dakplaten voor toegepast. Dit houdt in dat alle bestaande pannen, daklatten en panlatten verwijderd moeten worden alvorens de geïsoleerde dakplaten aangebracht kunnen worden. De pannen kunnen deels worden gehandhaafd (slechte pannen uitwisselen). Het verdient aanbeveling onder de pannen een dampdoorlatende folie aan te brengen.
Indicatiekosten voor bovenstaande dakrenovatie zal vermoedelijk tussen de € 25.000,- en de€ 30.000,- liggen.”
2.8.
[eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben het rapport van [onderneming 2] op 27 januari 2021 naar [gedaagde] verstuurd, met het voorstel de verwachtte kosten voor het dak te delen, en met het verzoek hierop voor 3 februari 2021 te reageren. [onderneming 2] heeft [eiseres sub 2] een factuur van
€ 140,00 gestuurd voor de dakinspectie en het rapport.
2.9.
[gedaagde] heeft per e-mail van 31 januari 2021 het voorstel van [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] afgewezen. Volgens [gedaagde] gingen [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] teveel uit van aannames en veronderstellingen. Op 4 februari 2021 heeft op initiatief van makelaar [A] overleg tussen partijen plaatsgevonden, wat niet heeft geleid tot een minnelijke regeling.
2.10.
In maart 2021 heeft [onderneming 3] na een offerte van 29 januari 2021 herstelwerkzaamheden aan het dak uitgevoerd, waarvoor hij een drietal facturen naar [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] heeft verstuurd voor een totaalbedrag van € 22.306,64 inclusief btw.
2.11.
Bij brief van 15 april 2021 heeft de gemachtigde van [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] [gedaagde] meegedeeld dat vanwege gebreken aan het dak van de woning sprake is van non-conformiteit en dat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] aanspraak maken op vervangende schadevergoeding in plaats van nakoming van de koopovereenkomst. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben daarbij verzocht het bedrag van € 25.084,50 binnen vijftien dagen te betalen, bij gebreke waarvan zij ook aanspraak maken op de wettelijke rente over dit bedrag en de buitengerechtelijke incassokosten.
2.12.
Namens [gedaagde] is door de toenmalige gemachtigde op 18 mei 2021 schriftelijk aan [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] meegedeeld dat hij niet verantwoordelijk is voor de herstelkosten omdat geen sprake is van non-conformiteit. [gedaagde] betwist dat de gestelde gebreken, gebreken zijn die het gebruik van de woning wezenlijk aantasten.

3.Het geschil

3.1.
[eiser sub 1] - [eiseres sub 2] vorderen bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van [gedaagde] om aan [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] te betalen een bedrag van
€ 23.897,07, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 22.446,64 vanaf 28 oktober 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. Het bedrag van € 23.897,07 bestaat uit € 22.306,64 aan vervangende schadevergoeding, € 140,00 aan kosten inspectierapport, € 241,07 aan wettelijke rente tot en met 27 oktober 2021 en € 999,47 aan buitengerechtelijke kosten en € 209,89 aan omzetbelasting over buitengerechtelijke kosten. Daarnaast vorderen [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] de veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stellen [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] dat [gedaagde] jegens hen toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten
koopovereenkomst door gebreken aan het dak van de woning die een normaal gebruik verhinderen. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld de gebreken te herstellen, waarvan hij geen gebruik heeft gemaakt, waarna hij in verzuim is geraakt. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben de gebreken zelf laten herstellen en vorderen daarom van [gedaagde] een vervangende schadevergoeding. Subsidiair stellen [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] dat sprake is van dwaling omdat als zij door [gedaagde] juist waren geïnformeerd, de koopovereenkomst niet onder dezelfde voorwaarden hadden gesloten. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] maken aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten nu [gedaagde] in verzuim is geraakt en zij de vordering uit handen hebben moeten geven.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij betwist dat het dak ten tijde van de levering gebreken vertoonde. Het rapport van [onderneming 2] kan volgens [gedaagde] niet als een rapport van een onafhankelijk deskundige worden beschouwd. Dat er geen nadere (tegen)bewijslevering meer mogelijk is omdat het dak al is hersteld, dient volgens [gedaagde] voor rekening van [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] te komen. [gedaagde] betwist ook dat de door [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] gestelde gebreken het normale gebruik van de woning belemmeren. Hij stelt dat hij na de verbouwing van 2003 nooit last heeft gehad van lekkages of schimmel en altijd fijn met zijn gezin in het huis heeft kunnen wonen. [gedaagde] heeft een beroep gedaan op een verklaring van Ing. [D] . Dat is de bouwkundige die de verbouwing van de zolder in 2003 heeft begeleid. [D] heeft schriftelijk verklaard dat hij in 2003 plekken op het dak heeft gezien die er nagenoeg zo uitzagen als op de foto’s bij dagvaarding. Volgens [D] waren die plekken oud en droog en leiden die plekken niet tot een verminderd woongenot. [gedaagde] heeft ook een beroep gedaan op de schriftelijke verklaring van zijn makelaar. Deze heeft geen gebreken gezien die normaal gebruik van de woning belemmerden. [A] heeft ook geschreven dat hij het advies heeft gegeven om de woning bouwkundig te laten keuren, maar dat zijn advies niet is gevolgd, afgezien van de kruipruimte. [gedaagde] betwist ook de omvang van schade. Hij stelt dat kennelijk het gehele dak is vervangen, hetgeen op grond van enige herstelplicht niet nodig is geweest. Verder dienen de herstelkosten volgens [gedaagde] te worden gecorrigeerd met een correctie ‘nieuw voor oud’.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil gaat in de eerste plaats om de vraag of de door [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] gemelde gebreken aanwezig waren op het moment van de eigendomsoverdracht en, indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, of deze gebreken het normale gebruik van de woning aantasten. Als dat zo is, dan heeft [gedaagde] niet geleverd waartoe hij verplicht was. Het is dan niet relevant of [gedaagde] bekend was met de gebreken. Het is dan ook niet relevant of hij deze zelf heeft veroorzaakt of laten veroorzaken. Evenmin is relevant dat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] het advies van [A] om de woning bouwkundig te laten keuren in de wind hebben geslagen. Tussen partijen is namelijk niet in geschil dat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] tijdens de bezichtiging de gestelde gebreken niet hebben kunnen zien en dat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] ook geen andere aanleiding hadden om een onderzoek naar (onder meer) de dakconstructie te laten doen.
4.2.
De kantonrechter oordeelt dat de foto’s die [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] zelf hebben gemaakt, overgelegd bij dagvaarding, samen met het rapport van [onderneming 2] voldoende bewijs leveren voor de aanwezigheid van de gestelde ernstige gebreken aan de dakconstructie ten tijde van de levering. Voor dat oordeel is van belang dat door of namens beide partijen tijdens de zitting is verklaard dat [C] voldoende deskundig is om een dakconstructie te beoordelen. Het feit dat [C] niet onafhankelijk is, maar in opdracht van [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] heeft gewerkt, brengt niet mee dat zijn rapport geheel terzijde moet worden gesteld en geen bewijs kan bijbrengen. Maar [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hadden er natuurlijk wel beter aan gedaan om [gedaagde] uit te nodigen bij de inspectie van [C] aanwezig te zijn. Tijdens de zitting hebben [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] de zelf gemaakte foto’s nog toegelicht. Zij hebben verklaard dat delen zompig waren: het vocht kwam er uit. [gedaagde] heeft verklaard dat hij nooit iets heeft gemerkt. Dat wil de kantonrechter wel aannemen, maar dat betekent niet dat er geen ernstige vochtschade of schimmel achter de aftimmering was. Ook het rapport van [D] is onvoldoende om te oordelen dat de vochtplekken droog en oud waren en dat de dakconstructie wel voldeed. [D] heeft het dak namelijk niet zelf geïnspecteerd nadat de klachten waren geuit. Hij heeft zijn herinneringen aan de toestand in 2003 opgeschreven, maar hij is in het geheel niet ingegaan op de bevindingen en de conclusie van [onderneming 2] dat er geen dakbeschot (planken) aanwezig was, dat dit ongebruikelijk is, en dat dit kennelijk is getracht op te vangen met boardplaten aan de binnenzijde van de kapconstructie, maar dat deze boardplaten geen of nauwelijks een functie hebben gehad.
4.3.
Ook de vraag of de gebreken het normale gebruik van de woning aantasten wordt bevestigend beantwoord. De platen waarmee de binnenzijde van het dak was betimmerd vertoonden aan alle kanten lekkageplekken, lekkageschades en doorbuigingen en waren deels afgebroken waardoor de onderkant van de pannen direct zichtbaar was. Dat rechtvaardigt de conclusie van [C] dat de boardplaten die in het verleden zijn aangebracht geen of nauwelijks een functie hebben gehad en dat alsnog een dakbeschot moet worden aangebracht om een deugdelijk en goed afsluitend dak te realiseren. Omdat het dakbeschot ten tijde van de levering aan [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] zwaar aangetast en ondeugdelijk was en op sommige plaatsen geheel ontbrak, en de woning al grote lekkageproblemen had, is geen sprake geweest van een waterdicht dak. Dat is een gebrek dat een normaal gebruik van de woning belemmert. Op grond van de koopovereenkomst mochten [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] een normaal waterdicht dak wel verwachten, ook omdat in de vragenlijst is vermeld dat het dak in 2003 zou zijn geïsoleerd en er nooit sprake is geweest van enige problemen (lekkage, kraken, doorbuigen, aantasting) met het dak.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de door [gedaagde] aan [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] verkochte woning niet beantwoordt aan wat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] daarvan mochten verwachten. [gedaagde] is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst.
Vervangende schadevergoeding
4.5.
[eiser sub 1] - [eiseres sub 2] vorderen vervangende schadevergoeding in plaats van nakoming. Dat is op de voet van het eerste lid van artikel 6:87 van het BW alleen mogelijk indien zij daartoe (1) een verklaring hebben uitgebracht aan [gedaagde] en (2) verzuim aan de zijde van [gedaagde] is ingetreden. Op 4 januari 2021 hebben [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] [gedaagde] via zijn makelaar in gebreke gesteld. In de e-mail van 27 januari 2021 hebben [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] [gedaagde] voorgesteld de kosten van herstel te delen en gevraagd voor 3 februari 2021 te reageren. [gedaagde] heeft [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] daarna op 31 januari 2021 per e-mail laten weten dat hij het voorstel afwijst. [gedaagde] verkeert in verzuim nu hij niet is overgegaan tot herstel of tot vergoeding van de schade, zoals in de e-mail van 27 januari 2021 is verzocht. Met de brief van de gemachtigde van [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] van 15 april 2021, waarin [gedaagde] wordt meegedeeld dat zij aanspraak maken op vervangende schadevergoeding in plaats van nakoming, is voldaan aan de vereiste omzettingsverklaring als bedoeld in artikel 6:87 BW.
Hoogte van de schade
4.8.
De volgende vraag die behandeld moet worden is welke schade voor vergoeding in aanmerking komt. In artikel 6.3 van de koopovereenkomst is opgenomen dat de verkoper bij gebreken die het normale gebruik belemmeren en die niet aan de koper bekend of kenbaar waren, uitsluitend aansprakelijk is voor de herstelkosten. Bij het vaststellen van deze herstelkosten moet rekening worden gehouden met de aftrek ‘nieuw voor oud’.
4.6.
[eiser sub 1] - [eiseres sub 2] vorderen een bedrag van € 22.306,64 aan vervangende schadevergoeding. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben dit bedrag onderbouwd met een offerte en facturen van [onderneming 3] . De kantonrechter is van oordeel dat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hiermee de schade voldoende hebben onderbouwd. De beschrijving van de werkzaamheden in de offerte, waaronder het verwijderen van verrot dakbeschot, het dak voorzien van dakplaten en terugdekken met bestaande pannen, komt overeen met de werkzaamheden die in het rapport van [onderneming 2] worden geadviseerd. Hieruit blijkt voldoende dat de aannemer alleen de onderdelen van het dak heeft hersteld die niet goed zijn. De stelling van [gedaagde] dat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] het hele dak hebben laten herstellen, waardoor meer is hersteld dan waarvoor hij aansprakelijk is, wordt niet gevolgd. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben tijdens de zitting meegedeeld dat zij wel de slechte pannen, maar niet het dak zelf, hebben laten vervangen. [gedaagde] heeft verder geen verweer gevoerd tegen de hoogte van het totaalbedrag van € 22.306,64 op grond van de facturen. De kantonrechter zal daarom hierna uitgaan van dit bedrag aan schade. [gedaagde] stelt terecht dat hij op grond van artikel 6.3 van de koopovereenkomst alleen aansprakelijk kan worden gehouden voor de herstelkosten, waarbij rekening wordt gehouden met een aftrek ‘nieuw voor oud’. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben ter zitting erkend dat hiermee nog rekening moet worden gehouden, maar stellen dat dit geen 50% en ook geen 25% moet zijn. [gedaagde] heeft daarop niet meer gereageerd. Nu geen van de partijen concreet heeft gesteld hoe hoog de aftrek moet zijn, zal de kantonrechter deze bepalen. Op basis van gegevens van algemene bekendheid, gaat de kantonrechter ervan uit dat een (gerenoveerd) dak gemiddeld tenminste 40 jaar meegaat. Het dak van de woning was na de verbouwing in 2003 op het moment van de overdracht in 2020 17 jaar oud. De kantonrechter zal de omvang van de vervangende schadevergoeding daarom begroten op 22.306,64, te verminderen met een aftrek ‘nieuw voor oud’ van 50%. Dit leidt tot een bedrag van € 11.153,22 aan vervangende schadevergoeding, wat zal worden toegewezen.
Kosten deskundige4.7. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] hebben de kosten voor het deskundigenrapport van € 140,00 onderbouwd met een factuur van [onderneming 2] . Het verweer dat deze vordering buiten iedere orde is omdat [gedaagde] niet bij de inschakeling van de deskundige is betrokken, slaagt niet. De kosten van [onderneming 2] zijn aan te merken als redelijke kosten om de aansprakelijkheid vast te stellen als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 onder b BW. Dat [gedaagde] niet bij het onderzoek is betrokken, doet daar niet aan af. Dit bedrag zal daarom worden toegewezen.
Wettelijke rente4.8. De gevorderde wettelijke rente - die niet is betwist - zal worden toegewezen over de schadevergoeding van € 11.153,22 en de kosten voor de deskundige van € 140, in totaal
€ 11.293,32, vanaf 1 mei 2021.
Buitengerechtelijke incassokosten4.9. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] maken aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. De gevorderde bedragen aan buitengerechtelijke incassokosten van € 999,47 en omzetbelasting van € 209,89 zijn gebaseerd op de hoofdsom van € 22.446,64. Nu de gevorderde hoofdsom slechts gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de kantonrechter de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten toewijzen tot een bedrag van € 1.074,40. [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] vorderen ook wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten. Niet gesteld of gebleken is echter dat [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] deze kosten al daadwerkelijk aan hun gemachtigde hebben betaald of met de betaling daarvan in verzuim verkeren en als zodanig vermogensschade hebben geleden. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal daarom niet worden toegewezen.
Proceskosten4.10. [gedaagde] zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] worden begroot op:
- dagvaarding € 123,60
- griffierecht € 507,00
- salaris gemachtigde €
746,00(2 punten x tarief € 373,00)
Totaal € 1.376,60
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.
Verder wordt [gedaagde] veroordeeld in de nakosten, begroot zoals hierna weergegeven.
Uitvoerbaar bij voorraadverklaring4.11. De gevorderde uitvoerbaar bij voorraadverklaring, waartegen geen verweer is gevoerd, zal worden toegewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] tegen bewijs van kwijting te betalen € 12.367,72, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 11.293,32 vanaf 1 mei 2021 tot de voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.376,60, waarin begrepen € 746,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiser sub 1] - [eiseres sub 2] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,-- aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening,
-te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2022.