ECLI:NL:RBMNE:2022:3439
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake persoonsgebonden budget na ondertekening vaststellingsovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Visscher, en verweerder, Zilveren Kruis Zorgkantoor, vertegenwoordigd door mr. H. Arnold en mr. S. Gezer. De zaak betreft de intrekking van een persoonsgebonden budget (pgb) door verweerder over de jaren 2016, 2017 en 2018, waarbij een terugvordering van in totaal € 54.893,33 is ingesteld. Na een gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar door verweerder, is de terugvordering vastgesteld op € 31.050,-. Eiser heeft op 1 februari 2022 een vaststellingsovereenkomst getekend, wat leidde tot de vraag of hij nog procesbelang had bij zijn beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat door de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst het conflict tussen partijen is beëindigd. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat hij onder druk is gezet om de overeenkomst te ondertekenen. De rechtbank concludeert dat eiser geen belang meer heeft bij een uitspraak op het beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De rechtbank komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep tegen het bestreden besluit en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.