ECLI:NL:RBMNE:2022:3383

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 augustus 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
21/4853
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens prematuur ingediende ingebrekestelling

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 2 augustus 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Weesp. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een beslissing van de gemeente, maar de gemeente heeft niet tijdig op dit bezwaar beslist. De rechtbank stelt vast dat eiseres haar bezwaar op 4 september 2021 heeft ingediend en dat de gemeente uiterlijk op 31 december 2021 had moeten beslissen. Eiseres heeft echter de gemeente in gebreke gesteld voordat de beslistermijn was verstreken, wat volgens de rechtbank leidt tot een prematuur ingediende ingebrekestelling. Hierdoor is het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4853

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: P.H.L. Jurg),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Weesp, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3. Eiseres heeft haar bezwaar ingediend op 4 september 2021. Verweerder moet uiterlijk op 31 december 2021 een beslissing nemen op eiseres haar bezwaar. Dat staat in artikel 236, tweede lid, van de Gemeentewet. Eiser voert aan dat verweerder dat nog steeds niet heeft gedaan.
4. Eiseres heeft verweerder dus in gebreke gesteld voordat de beslistermijn verstreken is. Nu op 2 november 2021 de beslistermijn nog niet is verstreken, is de ingebrekestelling prematuur en is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb).
5. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
2 augustus 2022.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.